[Versleutelingsinstellingen]

Configureer de coderingsinstellingen voor de machine.
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Beveiligingsinstellingen] [Versleutelingsinstellingen]
Stel in of het gebruik van zwakke versleuteling, of een sleutel en certificaat met zwakke versleuteling, verboden moet worden.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie over de algoritmen die verboden zijn:
Deze instelling verbiedt het gebruik van de volgende functies:
IPSec
TLS
Kerberos
S/MIME
Draadloos LAN
SNMPv3
[Aan], [Uit]
[Verbied gebr. sleutel/certif. met zwakke versleuteling]
[Aan], [Uit]
BELANGRIJK
Wanneer u het gebruik van zwakke versleuteling verbiedt, kan de machine niet worden aangesloten op de volgende draadloze LAN-routers:
Routers zonder beveiligingsinstellingen
Routers geconfigureerd voor gebruik met WEP-verificatie of TKIP-versleuteling
[ Instellingen/Registratie] [Beheerinstellingen] [Beveiligingsinstellingen] [Versleutelingsinstellingen]
Stel in of de functies die versleuteling gebruiken, moeten voldoen aan FIPS 140.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie over de algoritmen die voldoen aan FIPS 140:
Deze instelling is beschikbaar voor met TLS versleutelde communicatie en MEAP-toepassingen. De instelling is echter niet beschikbaar voor het volgende:
Met TLS versleutelde communicatie via de functie Webtoegang op het bedieningspaneel
MEAP-toepassingen die geen FIPS-provider gebruiken
[Aan], [Uit]
AR44-0WU