Basisschermen
In dit gedeelte worden de diverse schermen beschreven die op het scherm worden weergegeven.
Scherm<Home>
Het scherm <Home> wordt weergegeven wanneer u op
(Home) drukt. Het scherm <Home> of het instellingenscherm verschijnt op het scherm, zodat u functies zoals <Geheugenmedia> en <Mobiel portaal> kunt starten. U kunt het scherm ook gebruiken om informatie te controleren, zoals foutmeldingen en de bedieningsstatus van de machine.
Items op het scherm <Home>Scherm<Menu>
Selecteer <Instellen> om het <Menu>-scherm weer te geven. Veel van de instellingen van het apparaat, zoals de beheerinstellingen, weergave-instellingen en netwerkinstellingen, worden geconfigureerd door eerst <Instellen> te selecteren.
Actueel menuniveau
De schermnaam van het huidige niveau wordt weergegeven.
Instellingenlijst
Instellingen die bij het actuele menuniveau horen, worden in een lijst weergegeven.
Wanneer er geen menu volgt onder het lagere niveau, wordt het instellingenscherm weergegeven.
Scherm<Statusmonitor>
Wanneer u op
(Statusmonitor) drukt, wordt het scherm <Statusmonitor> weergegeven. Op dit scherm kunt u de afdrukstatus controleren, evenals de resterende hoeveelheid toner en papier.
Foutscherm
Als er een fout optreedt, worden er soms instructies weergegeven voor het oplossen van de fout. Volg in dat geval de aanwijzingen op het scherm om het probleem op te lossen.
Maatregelen bij elk berichtVoorbeeld: In het geval van een papierstoring
|
Selecteer <Wrgavevolg. (Start)> om het scherm <Home> aan te passen door de knoppen te verplaatsen. Het scherm aanpassenU kunt instellingen voor de schermweergave wijzigen, zoals welk scherm verschijnt zodra de machine wordt aangezet en of de melding verschijnt hoeveel papier en toner er nog is. <Weergave-instellingen> |
KOPPELINGEN