De buitenste secundaire transportrol heeft het einde van zijn levensduur bereikt.
Sec. transp.rol buiten nadert einde gebr.dr.
De buitenste secundaire transportrol in de machine moet binnenkort worden vervangen.
De ingevoerde pincode is onjuist.
Er is een onjuiste pincode ingevoerd.
Voer de pincode opnieuw in.
Als u de pincode niet kent, neem dan contact op met de beheerder.
De verificatieserver werkt niet. Neem contact op met systeembehrder.
De LAN-kabel is los.
Sluit de LAN-kabel aan.
De Active Directory-server is niet geactiveerd.
Start de Active Directory-server.
De KDC-service van de Active Directory is gestopt.
Volg de onderstaande procedure om de servicestatus te controleren.
1. Start het beheerprogramma "Service" van Active Directory.
2. Controleer of de Active Directory-server normaal werkt.
Communicatie met de Active Directory*-server wordt geblokkeerd door de firewall.
Stop het blokkeren van de standaardpoort 88.
* Als Active Directory is ingesteld als aanmeldingsbestemming, wordt de communicatie gewoonlijk uitgevoerd met het UDP-protocol dat gebruikmaakt van poort 88, maar de gegevens worden mogelijk verwerkt met het TCP-protocol als die een bepaalde omvang te boven gaan.
Kan de verificatieserver niet vinden. Neem contact op met systeembehrder.
De LAN-kabel is los.
Sluit de LAN-kabel aan.
De primaire/secundaire DNS-serverinstellingen op de machine zijn niet correct of niet opgegeven.
Controleer de DNS-serverinstellingen van de machine en pas deze aan.
De DNS-server die is opgegeven op de machine, werkt niet of de service is gestopt.
Volg onderstaande procedure om de status en instellingen van de DNS-server te controleren.
1. Controleer of de DNS-server die op de machine is opgegeven, goed functioneert.
2. Start het beheerprogramma "Service" van de DNS-server.
3 Controleer de status in [DNS-server], en als [Inschakelen] niet wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u [Inschakelen].
Controleer of de hostrecord op de DNS-server staat.
Controleer of er een hostrecord bestaat in de DNS-server, en of de doorstuurinstellingen juist zijn.
Conflict met IP-adres gedetecteerd.
Het IPv4-adres dat is ingesteld voor deze machine, bestaat al in hetzelfde netwerk.
Wijzig het IP-adres van de machine in <IP-adres> in <IPv4-instellingen> zodat dit niet in conflict is met het IP-adres van een ander apparaat.
Een IPv4-adres instellenConflict met IP-adres is gedetecteerd op het netwerk (hoofdlijn).
Het IPv4-adres dat is ingesteld voor de hoofdlijn van de machine, bestaat al in hetzelfde netwerk als de machine.
Wijzig het IP-adres van de hoofdlijn van de machine zodat dit niet in conflict is met het IP-adres van een ander apparaat.
Een IPv4-adres instellenConflict met IP-adres is gedetecteerd. op het netwerk (sublijn).
Het IPv4-adres dat is ingesteld voor de sublijn van de machine, bestaat al in hetzelfde netwerk als de machine.
Controleer de netwerkverbinding.
De kabel is niet correct aangesloten op het apparaat.
De machine is niet correct verbonden met het netwerk.
Als u de machine gebruikt zonder verbinding met een netwerk, stelt u <Bevestig. netwerkaansl.> in op <Uit>.
<Bevestig. netwerkaansl.>Controleer de netwerkverbinding.(Hoofdlijn)
De machine en de LAN-kabel van de hoofdlijn zijn niet goed aangesloten.
De machine is niet correct verbonden met het netwerk.
Als u de machine gebruikt zonder verbinding met een netwerk, stelt u <Bevestig. netwerkaansl.> in op <Uit>.
<Bevestig. netwerkaansl.>Controleer de netwerkverbinding. (Sublijn)
De machine en de LAN-kabel van de sublijn zijn niet goed aangesloten.
Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten. Als u opnieuw verbinding hebt moeten maken, start de machine dan opnieuw.
VoorzijdeDe machine is niet correct verbonden met het netwerk.
Als u de machine gebruikt zonder verbinding met een netwerk, stelt u <Bevestig. netwerkaansl.> in op <Uit>.
<Bevestig. netwerkaansl.>Inloggen mislukt vanwege een verificatiefout
met de afdelings-ID.
Neem contact op met de systeembeheerder.
Als u gebruikersverificatie gebruikt, wordt afdelings-ID-beheer ingeschakeld, maar er zijn geen afdelings-ID's aan gebruikers toegewezen.
Als u een algemene gebruiker bent, vraagt u de beheerder u een afdelings-ID toe te wijzen.
Als u een beheerder bent, vraagt u de beheerder van afdelings-ID-beheer u een afdelings-ID toe te wijzen. Als beheerdersgebruikers zich niet kunnen aanmelden, neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL ongeldige DLG-invoer
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL DLG-renderingfout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL DLG onbekende fout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL DLG-geheugen vol
Het werkgeheugen was onvoldoende toen het systeem bezig was met het verwerken van gegevens (vooral grafische verwerking en tekstverwerking).
Selecteer <Fout overslaan> en ga door met afdrukken. Pagina's met de gegevens die de fout hebben veroorzaakt, worden mogelijk niet juist afgedrukt.
PDL DLGgeh.verd.fout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL GL-Orig. pos. onbekend
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL GL-coörd.result.
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL ongeldige GL-Invoer
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL GL-serie controleren
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL GL-geheugen vol
Het werkgeheugen was onvoldoende toen het systeem bezig was met het verwerken van gegevens (vooral grafische verwerking en tekstverwerking).
Selecteer <Fout overslaan> en ga door met afdrukken. Pagina's met de gegevens die de fout hebben veroorzaakt, worden mogelijk niet juist afgedrukt.
PDL GLgeh.verd.fout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL IMGrefer.datafout
De TIFF- en JPEG-gegevens bevatten gegevens die niet kunnen worden verwerkt door de machine.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), initialiseer de printer om het vrije geheugen te vergroten en probeer opnieuw af te drukken. Houd er wel rekening mee dat de printer alle gegevens in het geheugen van de machine zal wissen. Raadpleeg Het apparaat instellen (PS/PCL/UFR II-printer) via de website met onlinehandleidingen voor meer informatie.
PDL IMG-init.fout
Het geheugen voor het afdrukken van de TIFF- of JPEG-gegevens was onvoldoende.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), initialiseer de printer om het vrije geheugen te vergroten en probeer opnieuw af te drukken. Houd er wel rekening mee dat de printer alle gegevens in het geheugen van de machine zal wissen. Raadpleeg Het apparaat instellen (PS/PCL/UFR II-printer) via de website met onlinehandleidingen voor meer informatie.
PDL IMG-verwerk.fout
Er is een onbekend probleem opgetreden tijdens verwerking van de TIFF- of JPEG-gegevens.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), initialiseer de printer en probeer opnieuw af te drukken. Houd er wel rekening mee dat de printer alle gegevens in het geheugen van de machine zal wissen. Raadpleeg Het apparaat instellen (PS/PCL/UFR II-printer) via de website met onlinehandleidingen voor meer informatie.
PDL IMG ongeldige gegevens
De TIFF- en JPEG-gegevens bevatten gegevens die niet kunnen worden verwerkt door de machine.
Selecteer <Fout overslaan> en ga door met afdrukken. De gegevens die de oorzaak van de fout zijn, worden echter niet afgedrukt.
Gegevens die niet door de machine kunnen worden verwerkt omdat de machine hetzelfde IP-adres heeft als een ander apparaat, enz., zijn verzonden.
PDL IMG-werkgeheugen vol
Het geheugen voor het verwerken van de TIFF- of JPEG-gegevens is onvoldoende.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), initialiseer de printer om het vrije geheugen te vergroten en probeer opnieuw af te drukken. Houd er wel rekening mee dat de printer alle gegevens in het geheugen van de machine zal wissen. Raadpleeg Het apparaat instellen (PS/PCL/UFR II-printer) via de website met onlinehandleidingen voor meer informatie.
Selecteer <Fout overslaan> en ga door met afdrukken. De gegevens die de oorzaak van de fout zijn, worden echter niet afgedrukt.
PDL ECI-renderingfout / PDL EM-renderingfout / PDL IE-renderingfout / PDL IDM-renderingfout / PDL LAM-renderingfout / PDL MI-renderingfout / PDL PCM-renderingfout / PDL PGM-renderingfout / PDL VII-renderingfout / PDL VOI-renderingfout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL PDF-fout
Er zijn PDF-gegevens verzonden die niet kunnen worden verwerkt door de machine.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), optimaliseer de PDF met Adobe Acrobat en probeer opnieuw af te drukken.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), open het PDF-bestand in de toepassing en probeer opnieuw af te drukken met het printerstuurprogramma.
Als het probleem niet is opgelost met de bovenstaande oplossingen, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL PDF-gegevensdecoderingsfout
Het wachtwoord voor het afdrukken van het PDF-bestand is onjuist.
Voer het juiste wachtwoord in en probeer opnieuw af te drukken.
Afdrukken is niet toegestaan in de beveiligingsinstellingen in het PDF-bestand.
Wijzig het PDF-bestand om afdrukken in een toepassing toe te staan voor het bewerken van PDF-bestanden.
Als het PDF-bestand is gekoppeld aan een beleidsserver, is de beleidsserver niet toegankelijk.
Controleer of de beleidsserver is ingeschakeld.
Controleer of de machine, de beleidsserver en het netwerk normaal functioneren.
PDL PDF-geheugen vol
Er is onvoldoende geheugen om de PDF-gegevens te verwerken.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), optimaliseer de PDF door instellingen zoals de beeldresolutie aan te passen met Adobe Acrobat (om de grootte van de af te drukken gegevens die in een keer gedrukt moeten worden te verkleinen), en druk opnieuw af.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), verdeel de pagina's van de PDF-gegevens in Adobe Acrobat in meerdere bestanden en probeer opnieuw af te drukken.
Annuleer het afdrukken (
Afdrukken annuleren), open het PDF-bestand in de toepassing en probeer opnieuw af te drukken met het printerstuurprogramma.
PDL RIP-verwerk.fout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL XPS-renderingfout
Er is een fout opgetreden in het opbouwsysteem.
Herstart de machine en probeer het opnieuw. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL-beeldgeh.fout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
Time-out PDL-rendering
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL-gegevensoverdrachtfout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
PDL reg. toegangsfout
De printer functioneert niet meer normaal vanwege een onbekend probleem.
Start de machine opnieuw op. Als het bericht na het herstarten van de machine nog steeds wordt weergegeven, noteert u het bericht en neemt u contact op met uw dealer of servicevertegenwoordiger.
Verwijder de cyaan tonercartridge en sluit de voordeur.
Verwijder de magenta tonercartridge en sluit de voordeur.
Verwijder de gele tonercartridge en sluit de voordeur.
De sticker ter voorkoming van tonerlekken kon niet worden opgerold.
Installeer de verwijderde tonercartridge opnieuw.
Maak a cyaan tonercartridge gereed.
Maak een magenta tonercartridge gereed.
Maak een gele tonercartridge gereed.
Maak een zwarte tonercartridge gereed.
Toner in de tonercartridge is bijna op.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar dient nu wel een nieuwe tonercartridge voor te bereiden zodat deze tijdig beschikbaar is.
|
Dit bericht wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van uw contract. |
Wachtwoord voldoet niet aan eisen van het beleid. Wijzig wachtwoord.
Het ingevoerde wachtwoord voldoet niet aan de regels van het wachtwoordbeleid.
Voer een wachtwoord in dat voldoet aan de regels van het wachtwoordbeleid. Als u het wachtwoordbeleid niet kent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Ongeschikte tonercartridge in dit apparaat geplaatst, waardoor afdrukken momenteel niet mogelijk is.
Er is geen tonercartridge geplaatst die met de machine kan worden gebruikt.
Plaats een tonercartridge die met de machine kan worden gebruikt. Voor instructies over het controleren van het modelnummer van de tonercartridge raadpleegt u
Vervangende onderdelen.
Het afdrukken kan niet doorgaan terwijl dit bericht wordt weergegeven.
Kan geen verbinding met de server maken omdat de tijdsinstellingen van het apparaat en de geselecteerde server niet zijn gesynchroniseerd. Controleer de instellingen.
De datum- en tijdinstellingen van de machine en de verificatieserver verschillen.
Synchroniseer de datum- en tijdinstellingen van de machine en de verificatieserver.
Geen papier
Het papier in de papierbron is op.
Plaats papier in de papierbron die wordt weergegeven op het scherm.
Papier plaatsenDe papiergeleiders in de papierbron staan in de verkeerde stand.
Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. Afhankelijk van de snijrand van het papier kunnen meerdere vellen papier worden aangevoerd tijdens het afdrukken, wat tot papierstoringen kan leiden. Dit kan worden verminderd door de oriëntatie van het geplaatste papier te wijzigen.
De papierinstellingen komen niet overeen met het papier dat is geplaatst.
Druk op
(Statusmonitor)
selecteer <Apparaatstatus>
<Papierinformatie> om de papierinstelling te controleren. Als de papierinstellingen onjuist zijn, past u deze aan het geplaatste papier aan. Het papier dat in de papierlades en de papiertafel is geplaatst, kan worden ingesteld in <Papierinstellingen> op het scherm <Home>.
Het type en formaat papier opgevenDe papierinstellingen in het stuurprogramma of de toepassing komen niet overeen met het papier dat is geplaatst.
Controleer de papierinstellingen op het scherm [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] van het printerstuurprogramma en stel die in op het papier dat is geplaatst.
Er is geen papier geplaatst van het optimale formaat dat is geselecteerd via de automatische papierselectie.
Plaats papier van het weergegeven formaat.
<Auto. selectie papierbron> is ingesteld op <Uit>.
Geef de papierlade handmatig op.
Er is een papiertype geplaatst dat niet kan worden geselecteerd via automatische papierselectie.
Geef de papierlade handmatig op.