<Afdrukrapport> <Standaardinstellingen voor Afdrukrapport><Afdrukrapport>
In dit gedeelte worden instellingen met betrekking tot rapportoutput beschreven.
<2-Zijdig afdrukken>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Standaardinstellingen voor Afdrukrapport>
<Afdrukrapport> <Standaardinstellingen voor Afdrukrapport>U kunt rapporten zoals de afdrukgeschiedenis en instellingenlijst uitvoeren met dubbelzijdig afdrukken.
<Lijst met gebruikersgegevens>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt de instellingen van de machine en hun huidige waarden in een lijst controleren.
 |
Netwerkinstellingen worden niet afgedrukt op de Lijst met gebruikersgegevens. Items waarvan de standaardinstellingen zijn gewijzigd, worden afgedrukt met een sterretje (*) ernaast. |
<Lijst netwerkgebruikersgegevens>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt de netwerkinstellingen van de machine en hun huidige waarden in een lijst controleren. Informatie met betrekking tot veiligheid, zoals het adresfilter en IPSec instellingen worden ook afgedrukt.
|
Items waarvan de standaardinstellingen zijn gewijzigd, worden afgedrukt met een sterretje (*) ernaast. De volgende items worden standaard automatisch gegenereerd vanaf unieke informatie van de machine en wanneer de instellingen worden geïnitialiseerd en hebben een sterretje (*) ernaast. IPv4-hostnaam IPv6-hostnaam mDNS naam (mDNS-instellingen) Huidige verzendsnelheid (Instellingen Ethernet stuurprogramma) |
<Communicatiebeheerrapport>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt een rapport afdrukken om de geschiedenis te controleren van de e-mail die via de machine is ontvangen, inclusief het onderwerp en de datum/tijd van ontvangst.
<Lijst met tellerstanden>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt een rapport afdrukken om het aantal afdrukken* voor elke gebruiker (afdelings-ID) in Afdeling ID beheer te controleren.
* In dit rapport zijn de getallen gebaseerd op de afgedrukte zijden van een pagina. De telling is bijvoorbeeld 1 als u afdrukt op één kant van een pagina en de telling is 2 als u op beide kanten van de pagina afdrukt.
|
Afdeling-ID beheer moet worden ingesteld om de Lijst met tellerstanden voor elke Afdeling-ID te berekenen. Het Afdeling ID beheer instellen Met de UI op afstand lijst met tellerstanden kunt u controleren hoeveel pagina's zijn afgedrukt op individuele gebruikersnamen gekoppeld aan een afdeling-ID. Om de lijst weer te geven, De Remote UI (UI op afstand) starten klikt u op [Instellingen/Registratie] [Gebruikersbeheer] [Afdeling-ID beheer]. Let op dat gebruikersnamen niet worden weergegeven als meerdere gebruikers zijn toegewezen aan dezelfde afdeling-ID, of als u de verificatie van afdeling-ID gebruikt als aanmeldingsservice.De Lijst met tellerafstanden kan ook worden opgeslagen als CSV-bestand via de Remote UI (UI op afstand). De Remote UI (UI op afstand) starten klik op [Instellingen/Registratie] [Gebruikersbeheer] [Afdeling-ID beheer] [Opslaan in CSV-formaat]. |
<Tellerrapport>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt een rapport afdrukken om het totale aantal afgedrukte pagina's te controleren.
<Afdrukloglijst>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>De volgende afdrukgeschiedenis kan in een rapport worden gecontroleerd.
Geschiedenis van documenten afgedrukt vanaf een computer
Geschiedenis van ontvangen en afgedrukte e-mail
Geschiedenis van het afdrukken van instellingen en rapporten
<IPSec policylijst>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt een lijst met instellingen voor de IPSec beleidsregels die in de machine staan geregistreerd, controleren.
<MEAP-systeeminformatie>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt een lijst controleren met de informatie over de toepassingen die op de machine zijn geïnstalleerd en enige informatie over systeemapplicatie.
<Importresultaatrapport>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt de resultaten van het importeren in een rapport controleren.
<PCL>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt de PCL-instellingen van het apparaat, hun huidige waarden en beschikbare lettertypes in een lijst controleren.
<PS>
<Inst.> <Afdrukrapport> <Lijst afdr.>
<Afdrukrapport> <Lijst afdr.>U kunt de PS-instellingen van de machine, hun huidige waarden en beschikbare lettertypes in een lijst controleren.