BeveiligingsinstellingenAls de draadloze verbinding is ingesteld via selectie van een draadloze router, wordt de WEP-verificatiemethode ingesteld op <Open Systeem> of wordt de versleutelingsmethode voor WPA/WPA2-PSK en WPA3-SAE ingesteld op <Auto> (AES-CCMP of TKIP). Als u <Gedeelde sleutel> wilt selecteren voor WEP-verificatie of als u <AES-CCMP> wilt opgegeven als de versleutelingsmethode voor WPA/WPA2-PSK en WPA3-SAE, stelt u de verbinding in bij <Handmatig invoeren>. Een verbinding tot stand brengen door gedetailleerde instellingen op te geven Als de beveiligingsnorm voor uw draadloze LAN-router WPA/WPA2-EAP/WPA3-EAP is, is de versleutelingsmethode ingesteld op AES-COMP. Ook de IEEE 802.1X-verificatieinstellingen bepalen voor het apparaat voorafgaand aan het verbinden met de draadloze LAN. De instellingen voor verificatie met IEEE 802.1X configureren |
1 | Selecteer de draadloze LAN-router die u wilt gebruiken. |
2 | Voer de netwerksleutel in. |
3 | Selecteer <Ja> op het bevestigingsscherm. Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het scherm <Verbonden.> weergegeven. |
1 | Selecteer de draadloze LAN-router die u wilt gebruiken selecteer <Ja> op het bevestigingsscherm. Wanneer de configuratie is voltooid, wordt het scherm <Verbonden.> weergegeven. |