Faxen verzenden vanaf een computer (PC fax)
| | U kunt vanaf een computer met behulp van een faxstuurprogramma een document als fax verzenden. U kunt gemakkelijk een document verzenden, en daarom moet u het item goed controleren voordat u het verzendt. PC-faxen beveiligd verzenden |
In dit gedeelte wordt de algemene procedure voor deze bewerking beschreven. Raadpleeg de handleiding van de toepassing die u gebruikt, voor het gebruik van meer gedetailleerde bewerkingen.
Bij gebruik van Windows
1
Open op de computer het document dat u wilt verzenden.
2
In de toepassing die u gebruikt om het document te openen, selecteert u de opdracht voor afdrukken.
3
Selecteer het faxstuurprogramma van het apparaat en klik op [Afdrukken].
Het scherm [Instellingen faxverzending] van het faxstuurprogramma verschijnt.
4
Geef een bestemming op.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een faxnummer invoert. U kunt een bestemming opgeven die is geregistreerd in het adresboek vanaf het tabblad [Bestemming selecteren].
Als een buitenlijnnummer nodig is, voer dit nummer dan vóór het faxnummer in. Als het buitenlijnnummer vooraf is ingesteld, hoeft u het hier niet in te voeren.
Eén faxnummer invoeren
Op het tabblad [Bestemming invoeren] voert u een faxnummer in. Als [Faxnummer bevestigen] kan worden ingevoerd, voer dan hetzelfde faxnummer in.
Stap 2: de instellingen configureren voor beveiligd verzendenMeerdere faxnummers invoeren
1 | Op het tabblad [Bestemming selecteren] klikt u op [Bestemming toevoegen]. Het scherm [Bestemming toevoegen] verschijnt. |
2 | Voer de naam van de bestemming en het faxnummer in en klik op [Volgende bestemming toevoegen]. Als [Faxnummer bevestigen] kan worden ingevoerd, voer dan hetzelfde faxnummer in. |
3 | Herhaal stap 2, en na het invoeren van alle bestemmingen klikt u op [OK]. |
5
Kies het voorblad en de instelling voor het opslaan van het Opdrachtlogboek voor Verzenden, en andere faxinstellingen, naar behoefte.
Om de voorbladdetails te kiezen, klikt u op [Voorblad].
Als u het Opdrachtlogboek voor Verzenden op de computer wilt opslaan, selecteert u het selectievakje [Verzonden faxgegevens en afbeelding opslaan].
Voor meer informatie over de andere faxinstellingen klikt u op [Help] op het scherm [Instellingen faxverzending] om de Help weer te geven.
6
Klik op [Verzenden].
Er verschijnt een scherm voor het bevestigen van de verzendbestemming.
7
Controleer of de bestemming klopt en klik dan op [OK].
De fax wordt via het apparaat verzonden.
Als u een fax verzendt terwijl het selectievakje [Verzonden faxgegevens en afbeelding opslaan] is geselecteerd, kunt u het logboek bekijken vanaf het tabblad [Verzonden faxgegevens en afbeelding] van het faxstuurprogramma.
Bij gebruik van macOS
1
Open op de computer het document dat u wilt verzenden.
2
In de toepassing voor het openen van het document klikt u op [Druk af].
Het afdrukdialoogvenster verschijnt.
3
In [Printer] selecteert u het faxstuurprogramma van het apparaat.
4
In het snelmenu voor afdrukopties selecteert u [Algemene instellingen].
Als er geen afdrukopties worden weergegeven, klikt u op [Toon details] in het afdrukdialoogvenster.
5
Voer het faxnummer in, en klik op [Voeg bestemming toe].
Herhaal deze stap als u meerdere bestemmingen wilt opgeven. U kunt een bestemming opgeven die is geregistreerd in het adresboek vanaf [Adresboek].
Als een buitenlijnnummer nodig is, voer dit nummer dan vóór het faxnummer in.
6
Kies het voorblad en andere faxinstellingen, naar behoefte.
Om de voorbladdetails in te stellen, selecteert u [Voor-/achterblad] in het snelmenu van de afdrukoptie.
Voor meer informatie over de andere faxinstellingen klikt u op [
] in het afdrukdialoogvenster om de Help weer te geven.
7
Klik op [Druk af].
De fax wordt via het apparaat verzonden.
Druk op het bedieningspaneel op
om de verzendstatus en het logboek te bekijken.
Status en logboek voor verzonden en ontvangen faxen controleren