Een sleutel en certificaat aanmaken
Maak de voor TLS-versleutelde communicatie vereiste sleutel en certificaat aan op het apparaat. Een zelfondertekend certificaat wordt gebruikt voor de zelfgemaakte sleutel.
Voor het algoritme van de sleutels en certificaten die met dit apparaat kunnen worden gemaakt, raadpleegt u de specificaties van de zelfgemaakte sleutel en zelfondertekend certificaat.
Sleutels en certificatenMaak een sleutel en certificaat met behulp van Externe UI vanaf een computer. U kunt het bedieningspaneel niet gebruiken om een sleutel en certificaat aan te maken.
Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.
Externe UI starten2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
Portal-pagina van Externe UI3
Klik op [Apparaatbeheer]
[Instellingen sleutel en certificaat]
[Sleutel aanmaken].
Het scherm [Sleutel aanmaken] verschijnt.
4
Selecteer [Netwerkcommunicatie] en klik op [OK].
Het scherm [Netwerkcommunicatiesleutel genereren] verschijnt.
5
In [Sleutelinstellingen] voert u de naam van de sleutel in en selecteert u handtekening en sleutelalgoritme.
Voer de sleutelnaam in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
Voor het sleutelalgoritme selecteert u [RSA] of [ECDSA] en selecteert u de sleutellengte uit het rolmenu. Een langere sleutel geeft meer veiligheid, maar vertraagt het verwerken van de communicatie.
6
In [Certificaatinstellingen] stelt u de certificaatinformatie in.
[Begindatum geldigheid (JJJJ/MM/DD)]/[Einddatum geldigheid (JJJJ/MM/DD)]
Voer de begin- en einddatums in van de geldigheidsperiode van het certificaat.
[Land/Regio]
Selecteer [Selecteer land/regio], en selecteer dan in het rolmenu land of regio, of selecteer [Voer internetlandcode in] en voer de landcode in.
[Staat]/[Plaats]/[Organisatie]/[Afdeling]
Voer naar behoefte de items in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[Standaardnaam]
Voer de naam van het certificaatonderwerp in, naar behoefte. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens. Dit komt overeen met de Common Name (CN).
7
Klik op [OK].
De aangemaakte sleutel en certificaat worden toegevoegd aan [Geregistreerde sleutel en certificaat] op het scherm [Instellingen sleutel en certificaat].
8
Uitloggen van Externe UI.
|
Gedetailleerde informatie van een aangemaakt certificaat bekijken en verifiërenAls u in [Geregistreerde sleutel en certificaat] op het scherm [Instellingen sleutel en certificaat] op de sleutelnaam klikt (of op het certificaatpictogram), verschijnen de certificaatdetails. Op het scherm voor certificaatdetails klikt u op [Certificaat verifiëren] om te verifiëren dat het certificaat geldig is. Als u sleutel en certificaat niet kunt verwijderenU kunt een sleutel en certificaat die worden gebruikt, niet verwijderen. Schakel de gebruikte functie uit, of verwijder deze nadat u bent overgestapt op een andere sleutel en certificaat. |