[Speciale verwerking]

Gebruik een serie activiteiten om problemen op te lossen die optreden vanwege factoren zoals papiersoort, het gebruikte materiaal, of zijn conditie.
* Waarden in rode tekst zijn de standaard instellingen voor ieder onderdeel.
 

[Verwerking van speciaal papier]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Geef speciale bewerking voor het papier in de volgende situaties op:
Als u speciaal papier gebruikt
Om op de achterzijde van bedrukt papier af te drukken
Voor papier met ruw oppervlak
Als de flap aan de envelop plakt
Als het papier krult tijdens het afdrukken
[Handm. achterk. afdr. (alleen 2-zijdig)]
[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking] [Verwerking van speciaal papier]
Als u papier gebruikt dat reeds bedrukt is, kan het drukwerk op de achterzijde flets zijn. In dat geval worden de afdrukresultaten misschien beter als u de papierbron instelt op [Aan].
* Als hier [Aan] is ingesteld en er enige tijd is verstreken sinds de voorkant van het papier was bedrukt, of bij bepaalde vochtigheid van de afdrukomgeving, kan de afdrukkwaliteit veranderen.
[Lade 1]
[Uit]
[Aan]
[Modus voor ruw papier]
[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking] [Verwerking van speciaal papier]
Als u papier met ruw oppervlak gebruikt, kunnen afgedrukte afbeeldingen flets zijn. In dat geval worden de afdrukresultaten misschien beter als u de papierbron instelt op [Aan].
* Als u in deze opstelling [Aan] opgeeft, kan het afdrukken langzamer gaan of de afdrukkwaliteit veranderen.
[Lade 1]
[Uit]
[Aan]
[Modus Plakkende enveloppen verminderen]
[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking] [Verwerking van speciaal papier]
Afhankelijk van het soort enveloppen of de bedrijfsomstandigheden kan de flap aan de envelop plakken. In dat geval kan in deze opstelling de keuze voor [Aan] de kans verminderen dat de flappen vastplakken.
* Als u hier [Aan] kiest, kan de afdruk vervagen omdat de toner niet volledig aan het papier hecht.
[Uit]
[Aan]

[Modus hoge vochtigheid]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Afdrukken in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad kan leiden tot ongelijke afdrukdichtheid. Als u in deze opstelling [Aan] kiest, kan dit de afdrukresultaten verbeteren.
* Als u in deze opstelling [Aan] kiest, kan dat leiden tot vage afbeeldingen / tekst in een omgeving met een lage vochtigheidsgraad.
[Uit]
[Aan]

[Modus lage vochtigheid]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Afdrukken in een omgeving met een lage vochtigheidsgraad kan leiden tot onduidelijke afbeeldingen en / of tekst. In dat geval kan [Modus 1] betere afdrukresultaten geven. Als dat niet werkt, probeer het dan door [Modus 2] te selecteren en dan [Modus 3].
* Als u deze instelling kiest, kan de dichtheid afnemen of vervaging optreden in een vochtige omgeving.
[Uit]
[Modus 1]
[Modus 2]
[Modus 3]

[Hot offset corrigeren 1]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Als u op kleinformaat papier afdrukt en dan overstapt naar grootformaat, kunnen er spookbeelden verschijnen in de onbedrukte gebieden van het papier. In dat geval kan [Aan] voor betere afdrukresultaten zorgen.
* Als u [Aan] kiest, kan de afdruksnelheid lager worden.
[Uit]
[Aan]

[Mistpreventie]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Witte (lege) gebieden in de afgedrukte afbeelding kunnen donkerder worden. In dat geval kan [Aan] het probleem verhelpen.
* Als u [Aan] kiest, kan de afdrukdichtheid afnemen.
[Uit]
[Aan]

[Fixatieverbetering]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Afhankelijk van het papiertype en de omgevingscondities kan de toner loslaten van afgedrukte afbeeldingen. Als u in deze opstelling [Modus 1] kiest, kan dit de afdrukresultaten verbeteren. Als dat het probleem niet oplost, kies dan [Modus 2].
* Deze instelling kan leiden tot duplicatie in lege gebieden.
[Uit]
[Modus 1]
[Modus 2]

[Correcte papiergeleiding]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Continu afdrukken kan leiden to herhaaldelijke papierstoringen. Als u in dat geval [Aan] selecteert, kan dat leiden tot minder papierstoringen.
* Als u [Aan] kiest, kan de afdruksnelheid lager worden.
[Uit]
[Aan]

[Talkpapiermodus]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Afdrukken in een omgeving met een hoge temperatuur of een hoge vochtigheidsgraad kan witte vlekken op een afgedrukt beeld veroorzaken. Als dat het geval is, kan het opgeven van [Aan] in deze instelling de afdrukresultaten verbeteren.
* De instelling [Aan] kan invloed hebben op de afdrukkwaliteit.
[Uit]
[Aan]

[Stille modus]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Als het afdrukken veel geluid produceert, kan de instelling [Aan] het geluid verminderen.
Als u [Aan] kiest, worden de afdruk- en scansnelheid lager.
[Uit]
[Aan]

[Vage afb. corrig. voor kopie]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Afhankelijk van de papiersoort of de gebruiksomgeving van het apparaat, kunnen er wazige vlekken op het gekopieerde papier voorkomen. In dit geval kan deze instelling de situatie verbeteren. Allereerst kan het opgeven van [Modus 1] het probleem verhelpen. Indien dit het probleem niet verhelpt, selecteert u achtereenvolgens [Modus 2] en [Modus 3].
* Als deze optie is ingeschakeld, kan de afdrukdichtheid afnemen.
[Uit]
[Modus 1]
[Modus 2]
[Modus 3]

[Vage afbeelding corrigeren]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Afhankelijk van de papiersoort of de gebruiksomgeving van het apparaat, kunnen er wazige vlekken op het bedrukte papier verschijnen. In dat geval kan deze instelling de situatie verbeteren. Allereerst kan het opgeven van [Modus 1] het probleem verhelpen. Indien dit het probleem niet verhelpt, geef dan [Modus 2] op.
* Wanneer deze instelling is ingeschakeld, kan de afdrukdichtheid afnemen of kan de afdruksnelheid langzamer zijn.
[Uit]
[Modus 1]
[Modus 2]

[Overdrachtaanpassingsmodus]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Bij het afdrukken in een vochtige omgeving kan bij bepaalde papiersoorten het drukwerk ongelijk zijn. In dat geval kan [Modus 1] betere afdrukresultaten geven. Als dat niet werkt, probeer het dan met [Modus 2].
* Als deze instelling is geactiveerd, kan de afdrukdichtheid variëren in een omgeving met laag vochtgehalte.
[Uit]
[Modus 1]
[Modus 2]

[Vage afdr. na vervanging cartr. vermind.]

[Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking]
Onmiddellijk nadat tonercartridges zijn vervangen door nieuwe, kan het drukwerk vaag zijn. Als u in deze opstelling [Aan] kiest, kan dit de afdrukresultaten verbeteren. Deze instelling gaat werken nadat weer een tonercartridge is vervangen.
* [Aan] geeft een langere wachttijd dan gebruikelijk tussen het vervangen van een tonercartridge en de mogelijkheid om af te drukken.
[Uit]
[Aan]
AKFS-08S