[Algemene instellingen]

Geef de instellingen op voor het gebruik van geheugenvergrendeling bij faxen.
* Waarden in vetgedrukte rode tekst zijn de standaardinstellingen voor ieder onderdeel.

[Faxinbox instellen]

[Menu]

[Functie-instellingen]

[Ontvangen/Doorzenden]

[Algemene instellingen]

Geef de instellingen op voor Geheugenvergrendeling bij faxen.

[Instellingen geheugenslot fax]

[Menu]

[Functie-instellingen]

[Ontvangen/Doorzenden]

[Algemene instellingen]

[Fax/I-Fax-postbus instellen]

U kunt ontvangen faxen tijdelijk in het geheugen van het apparaat opslaan in plaats van ze onmiddellijk af te drukken. Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (geheugenvergrendeling)

[Uit]

[Aan]

[Faxvoorbeeld gebruiken]

[Uit]

[Aan]

[Overzicht afdrukken]

[Uit]

[Aan]

[Geheugenslottijd]

[Uit]

[Aan]

[Starttijd geheugenslot]

[Eindtijd geheugenslot]

[Doorgaan met afdrukken bij lege cart.]

[Menu]

[Functie-instellingen]

[Ontvangen/Doorzenden]

[Algemene instellingen]

Geef op of ontvangen faxen moeten worden afgedrukt als de tonercartridge weinig toner bevat.

Afdrukken met een bijna-lege tonercartridge kan fletse of vage afdrukresultaten geven. Daarom moet u dit gewoonlijk instellen op [Uit]. Als bij deze instelling de toner minder wordt, worden ontvangen faxen opgeslagen in het geheugen van het apparaat.

Als in deze instelling [Aan] is opgegeven, worden ontvangen faxen niet opgeslagen in het geheugen van het apparaat. Als de afdrukresultaten dan te flets zijn om goed te kunnen lezen, moet u de afzender vragen om de fax opnieuw te verzenden.

[Uit]

[Aan]

[Voettekst RX-pagina afdrukken]

[Menu]

[Functie-instellingen]

[Ontvangen/Doorzenden]

[Algemene instellingen]

Kies of u aan de onderkant van ontvangen faxen bepaalde ontvangstinformatie wilt afdrukken, zoals de datum en tijd van ontvangst en paginanummers.
De afdrukinstellingen van ontvangen faxen wijzigen

[Uit]

[Aan]