Een marge toevoegen

U kunt een marge (witrand) toevoegen voor nieten of perforeren tijdens het kopiëren. U kunt de marge afzonderlijk configureren voor de voor- en achterzijde van het papier.
1
Druk op het kopieerscherm op [Opties] [Rugwit]. Kopieerscherm
Het scherm [Rugwit] wordt weergegeven.
2
Selecteer de witrandpositie.
3
Voer de margebreedte voor de voor- en achterkant in.
Druk op [Voorzijde] of [Achterzijde] om deze te selecteren en voer de waarden in.
U kunt drukken op [±] om de ingevoerde waarde tussen positief en negatief te wisselen.
Als u een negatieve waarde opgeeft, wordt de marge gemaakt aan de kant tegenover de positie die is geselecteerd in Stap 2. Gebruik deze instelling als u de margebreedte wilt verkleinen wanneer u een origineel kopieert dat al een marge heeft.
De marge instellen bij dubbelzijdig kopiëren
De marge instellen met N op 1
De margebreedte die voor de voorkant is ingesteld, wordt op beide kanten toegepast. De marge die is opgegeven voor de achterkant, wordt niet toegepast. Meerdere originelen op één pagina combineren (N op 1)
4
Druk op [OK] [Sluiten].
Het kopieerscherm verschijnt opnieuw.
BELANGRIJK
Wanneer een deel van de afbeelding aan de rand van het origineel ontbreekt nadat het is gekopieerd
Wanneer u de marge instelt, wordt de positie van het origineel verschoven overeenkomstig de margebreedte. Als u dus een origineel kopieert met een afbeelding die zich uitstrekt tot aan de randen zonder marges, kan een deel van de afbeelding aan de rand van het origineel ontbreken in de kopie.
Om de afbeelding op de pagina te laten passen, kunt u [Zoompercentage] instellen om de grootte te verkleinen volgens de margebreedte bij het kopiëren. Instellingen vergroten en verkleinen
C44S-0AS