Instellingen afzender
U kunt de naam selecteren die op de bestemming als afzendernaam moet worden afgedrukt.
Als er meerdere faxlijnen beschikbaar zijn, kunt u ook de lijn selecteren die u voor het verzenden wilt gebruiken.
De afzendernaam selecteren
Standaard wordt de naam van de unit die in de lijninstellingen van de machine is geconfigureerd, afgedrukt als de naam van de afzender op de bestemming.
U kunt de naam van een eerder geregistreerde afzender als afzendernaam selecteren, in plaats van de naam van de unit. Wanneer u bent aangemeld op de machine, kunt u ook de gebruikersnaam voor aanmelding selecteren.
1
Druk op het faxscherm op [Opties]

[Naam van afzender (TTI)].
Faxscherm
Het scherm [Naam van afzender (TTI)] wordt weergegeven.
2
Selecteer de naam die u als afzendernaam wilt gebruiken.
U kunt de naam ook direct opgeven door met de cijfertoetsen het nummer van de naam in te voeren.
Om de aanmeldingsgebruikersnaam te gebruiken, selecteert u naamnummer "100".
3
Druk op [OK]

[Sluiten].
Het faxscherm wordt opnieuw weergegeven.
De te gebruiken lijn voor verzenden selecteren
Als er meerdere faxlijnen beschikbaar zijn, kunt u de lijn selecteren die u voor het verzenden wilt gebruiken. Het faxnummer dat voor de geselecteerde lijn is ingesteld, wordt afgedrukt als het faxnummer van de afzender op de bestemming.
1
Druk op het faxscherm op [Opties]

[Selecteer lijn].
Faxscherm
Het scherm [Selecteer lijn] wordt weergegeven.
2
Selecteren van de lijn die wordt gebruikt voor verzending.
3
Druk op [OK]

[Sluiten].
Het faxscherm wordt opnieuw weergegeven.