De personaliseringsfunctie in- en uitschakelen

Met de personalisatiefunctie kunnen aangemelde gebruikers de machine met aangepaste instellingen gebruiken. U kunt de personalisatiefunctie naar behoefte in- of uitschakelen.
Configureer de instellingen met behulp van het bedieningspaneel. U kunt de instellingen niet vanaf een computer configureren met behulp van Remote UI (UI op afstand). Beheerdersrechten zijn vereist.
Vereiste voorbereidingen
Specificeer de aanmeldingsmethode en het verificatiesysteem en start de gebruikersverificatie. De aanmeldingsmethode en het authenticatiesysteem configureren
1
Log in bij de machine als een beheerder. Inloggen op de machine
2
Druk op het bedieningspaneel op [ Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm. Scherm [Home]
Het scherm [Instellingen/Registratie] wordt weergegeven.
3
Druk op [Beheerinstellingen] [Apparaatbeheer] [Persoonlijke instellingen] [Schakel gebruik van persoonlijke instellingen in].
Het scherm [Schakel gebruik van persoonlijke instellingen in] wordt weergegeven.
4
De personalisatiefunctie in- of uitschakelen.
5
Druk op [OK].
De instellingen worden toegepast.
N.B.
U kunt ook het gebruik van bepaalde personalisatiefuncties beperken. Instellingen die kunnen worden gepersonaliseerd
C44S-0FW