De authenticatiefuncties en het aanmeldingsscherm configureren
U kunt de aanmeldingsmethode en het authenticatiesysteem configureren voor de gebruikersauthenticatie en de weergavemethode voor het aanmeldingsscherm. U kunt ook gebruik maken van gebruikersauthenticatie bij het afdrukken, scannen en verzenden van faxen vanaf een computer.
De aanmeldingsmethode en het authenticatiesysteem configureren
Geef de aanmeldingsmethode op die gebruikt moet worden met de gebruikersauthenticatie en het authenticatiesysteem en start de gebruikersauthenticatie.
In deze sectie leert u hoe u met Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer de instellingen kiest.
Selecteer op het bedieningspaneel [

Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm en selecteer vervolgens [Beheerinstellingen] om de instellingen te configureren.
[Gebruik gebruikersveri.]Beheerdersrechten zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
1
Meld u aan Remote UI (UI op afstand) als beheerder.
De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration].
Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [User Management]

[Authentication Management]

[Basic Settings]

[Edit].
Het scherm [Edit Basic Settings] wordt weergegeven.
4
Schakel het selectievakje [Use the user authentication function] in.
In [Authentication Functions to Use] schakelt u het selectievakje in voor de aanmeldingsmethode die u wilt gebruiken.
Het selectievakje [Keyboard Authentication] wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Mobile Authentication] inschakelt.
6
Configureer het authenticatiesysteem en de functie-instellingen in [Authentication Settings] en [Other Settings].
Scherm [Edit Basic Settings]
Configureer de instellingen voor het authenticatiesysteem in [Authentication Settings], volgens de inlogmethode die is geselecteerd in stap
5.
Configureer waar nodig de instellingen voor andere authenticatiefuncties of voor de functies die u wilt beperken.
7
Klik op [Update].
8
De instellingen worden toegepast.
De weergavemethode voor het aanmeldingsscherm configureren
Configureer de instellingen voor het weergeven van het aanmeldingsscherm. U kunt ook een afbeeldingsbestand naar de machine importeren en de achtergrondafbeelding van het aanmeldingsscherm wijzigen.
*Afbeeldingen met de volgende eigenschappen kunnen geïmporteerd worden als achtergrond van het aanmeldingsscherm:
Bestandsgrootte: 1024 KB of minder
Bestandsextensie: .jpg, .jpeg, .png
Afbeeldingsgrootte: 800 pixels x 486 pixels of minder
In deze sectie leert u hoe u met Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer de instellingen kiest.
Selecteer op het bedieningspaneel [

Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm en selecteer vervolgens [Beheerinstellingen] om de instellingen te configureren.
[Weergave-instel. aanm.scherm]Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u aan Remote UI (UI op afstand) als beheerder.
De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration].
Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [User Management]

[Authentication Management]

[Control Panel Settings]

[Edit].
Het scherm [Edit Control Panel Settings] wordt weergegeven.
Geef in [Login Settings] aan wanneer het aanmeldingsscherm wordt weergegeven.
Het aanmeldingsscherm aan het begin van de bewerking weergeven
Selecteer [Display login screen when operation is started on the device].
U moet inloggen om de machine te kunnen gebruiken.
Het aanmeldingsscherm weergeven na het selecteren van een functie
Selecteer [Display login screen when functions requiring authentication are selected] en schakel de selectievakjes van de functies in om het aanmeldingsscherm weer te geven.
Login is alleen vereist als u de geselecteerde functies gebruikt.
De functies die niet geselecteerd zijn, zijn voor iedereen beschikbaar zonder in te loggen.
5
Geef indien nodig een achtergrondafbeelding op in [Login Screen Background Settings].
Om de achtergrondafbeelding van het aanmeldingsscherm te wijzigen, klikt u op [Import Custom Image], importeer de afbeelding die u als achtergrond wilt gebruiken en selecteer vervolgens [Custom Image].
6
Klik op [Update].
De instellingen worden toegepast.
7
Uitloggen van Remote UI (UI op afstand).
N.B.
In verband met de instellingen in Stap
4 kunnen gebruikers die zich hebben aangemeld de volgende opdrachten van andere gebruikers niet uitvoeren op het scherm [Check Status]:
Wanneer [Display login screen when operation is started on the device] is geselecteerd
Bewerkingen worden beperkt voor taken waarbij geen gegevens worden ontvangen.
Wanneer [Display login screen when functions requiring authentication are selected] is geselecteerd
Bewerkingen zijn beperkt tot opdrachten die overeenkomen met functies die zijn geselecteerd in [Select Function That Will Require Authentication] (behalve RX-opdrachten).
Voorbeeld: Als [Fax] is geselecteerd
zijn de bewerkingen voor het verzenden van opdrachten beperkt.
Als u deze beperkingen niet wilt instellen, wijzigt u de instellingen voor de bedieningsbeperkingen nadat u de weergavemethode voor het aanmeldingsscherm hebt opgegeven.
[Beperk toegang taken andere gebr.]
Gebruikersauthenticatie gebruiken bij het afdrukken, scannen en verzenden van faxen vanaf een computer
U kunt gebruikersauthenticatie gebruiken voor het afdrukken, scannen of verzenden van faxen vanaf een computer, om te voorkomen dat deze handelingen worden uitgevoerd als de gebruiker niet kan worden geïdentificeerd.
In deze sectie leert u hoe u met Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer de instellingen kiest.
Selecteer op het bedieningspaneel [

Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm en selecteer vervolgens [Beheerinstellingen] om de instellingen te configureren.
[Beperk opdr. v.a extern app. zonder gebruikersverif.]Beheerdersrechten zijn vereist. De machine moet opnieuw worden opgestart om de geïmporteerde instellingen toe te passen.
1
Meld u aan Remote UI (UI op afstand) als beheerder.
De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Settings/Registration].
Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
3
Klik op [User Management]

[Authentication Management]

[Basic Settings]

[Edit].
Het scherm [Edit Basic Settings] wordt weergegeven.
4
Selecteer in [Device Settings] van [Other Settings] het selectievakje [Remote job without user authentication].
5
Klik op [Update].
6
De instellingen worden toegepast.