[Instellingen Scannen en opslaan]
Configureer de instellingen voor de functie Scannen en opslaan.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Algemene instellingen]

[Instellingen Scannen en opslaan]
Registreer als knoppen de instellingen die het meest geschikt zijn voor uw doelen en de instellingen die u wilt oproepen als "Favoriete instellingen". U kunt ook de namen van geregistreerde knoppen wijzigen.
Om andere instellingen dan de standaardinstellingen te registreren, configureert u de vereiste instellingen op het scanscherm in [Scannen en opslaan] en selecteert u vervolgens dit item.
[M1] t/m [M9]
[Registreren]
[Hernoemen]
[Verwijderen]
[Controleer inhoud]
|
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Algemene instellingen]

[Instellingen Scannen en opslaan]
Wijzig de standaardinstellingen voor scannen met [Scannen en opslaan] in de instellingen die momenteel zijn geconfigureerd op het scanscherm in [Scannen en opslaan].
Standaardinstellingen wijzigenWanneer u op [

Reset] drukt in het scanscherm in [Scannen en opslaan], worden de instellingen teruggezet naar de standaardinstellingen die hier zijn geconfigureerd.
* Druk op [Initialiseren] om de standaardinstellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
* Deze instelling kan door elke aangemelde gebruiker worden geconfigureerd.
[Registreren]
[Initialiseren]
|