[Afdrukinstellingen]

Configureer de instellingen voor de afdrukbewerkingen.
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Stel de afdrukprioriteit voor elke functie in wanneer er meerdere sets afdrukgegevens wachten.
Als dezelfde prioriteit is ingesteld voor meerdere functies, wordt het afdrukken uitgevoerd in de volgorde waarin de functies worden uitgevoerd.
* Als de machine momenteel afdrukt, begint het afdrukken met prioriteit pas als het huidige afdrukken is voltooid, zelfs als de prioriteit hoog is.
[Kopie]
[1], [2], [3]
[Printer]
[1], [2], [3]
[Opge. bst. openen]
[1], [2], [3]
[Ontvangen/Fax]
[1], [2], [3]
[Overige]
[1], [2], [3]
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Wijzig de standaardinstellingen voor het afdrukken van de verschillende rapporten.
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Registreer de formulierafbeeldingen die u wilt gebruiken met de functie Superponeer afbeelding. Afbeeldingen van logo's en frames over elkaar leggen bij het kopiëren
[Registreren]
[Verwijderen]
[Controle-afdruk]
[Details]
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Stel in of de functie Superponeer afbeelding prioriteit geeft aan de beeldkwaliteit van het origineel of van het afbeeldingsformulier.
Als u [Auto] selecteert, wordt de afbeeldingskwaliteit afzonderlijk aangepast voor elk gebied van het origineel en het afbeeldingsformulier. In de gebieden waar het originele beeld en het afbeeldingsformulier elkaar overlappen, wordt prioriteit gegeven aan de beeldkwaliteit van het afbeeldingsformulier.
[Auto], [Origineelprioriteit], [Formulierprioriteit]
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Registreer de tekenreeksen die u wilt gebruiken voor paginanummers en watermerken wanneer u afdrukt met de functies Paginanummering en Watermerk. U kunt maximaal 30 strings registreren.
U kunt de geregistreerde strings selecteren in [Paginanummering], [Watermerk] en [Beveiligd watermerk] bij het kopiëren of afdrukken van een bestand in een mailbox.
[Registreren]
[Bewerken]
[Verwijderen]
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Stel in of u extra informatie wilt afdrukken wanneer u afdrukt met ingestelde kopienummers.
Als u de extra informatie afdrukt, stelt u [Num.optie] in op [Aan], configureert u de af te drukken informatie en stelt u de positie in.
[Num.optie]
[Aan], [Uit]
[ID/Gebr.naam]
[Aan], [Uit]
[Datum]
[Aan], [Uit]
[Tekst]
[Aan], [Uit]
Datuminstellingen
[dd/mm/yyyy], [yyyy/mm/dd], [mm/dd/yyyy], [yyyy.mm.dd], [mm.dd.yyyy], [dd.mm.yyyy]
Tekens instellen
[Invoeren]
Uitlijningsinstellingen
[Links uitlijnen], [Midden uitlijnen], [Rechts uitlijnen]
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Stel in of de onderstaande informatie geforceerd op het uitvoerpapier moet worden afgedrukt. Gebruikersinformatie toevoegen (herkenningsinformatie geforceerd afdrukken)
Gebruikersnaam
Datum en tijd
IPv4-adres van de machine
Serienummer van het certificaat
* Het IPv6-adres van de machine wordt niet afgedrukt.
[Aan], [Uit]
[Doelfunctie]
[Kopie]
[Aan], [Uit]
[Printer]
[Aan], [Uit]
[Toegang opgeslagen bestanden]
[Aan], [Uit]
[Positie]
[Linksboven], [Rechtsboven], [Linksonder], [Rechtsonder]
[Oriënt. inh. orig.]*1
[Staand beeld], [Zijdelings beeld]
[Stel details in]
[X]
-4 t/m 0 t/m +4 (mm)
[Y]
-4 t/m 0 t/m +4 (mm)
*1Afhankelijk van het model wordt dit item mogelijk niet weergegeven.
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Configureer de instellingen voor de functie Beveiligd watermerk om een watermerk zoals "CONFIDENTIAL" in te sluiten bij het afdrukken.
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Wanneer de machine in de slaapstand staat, kan het even duren voordat het afdrukken via LPD/RAW start. U kunt [Aan] selecteren voor deze instelling om de tijd tot het afdrukken te verminderen.
[Aan], [Uit]
[ Instellingen/Registratie] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Afdrukinstellingen]
Stel in of de afdrukgegevens die in de machine zijn achtergebleven automatisch moeten worden verwijderd wanneer het afdrukken wordt onderbroken vanwege een fout.
Als u deze instelling inschakelt, kunt u ook de tijd instellen tot de gegevens automatisch worden verwijderd.
[Aan], [Uit]
0 tot 5 tot 999 min.
N.B.
U kunt ook de instellingen configureren om de gegevens van een opgeschorte afdrukopdracht te behouden en prioriteit te geven aan de volgende afdrukopdracht. [Onderbroken opdracht timeout]
E9HK-0SJ