[Instellingen Geavanc. ruimte]
Configureer de Geavanceerde ruimte-instellingen.
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Stel alle onderstaande items in, die nodig zijn om de Geavanceerde ruimte openbaar te maken.
Voorbereidingen voor het gebruik van Geavanceerde ruimte
[Open voor publiek]
[Authentificatiebeheer]
[Toestaan aanmaken persoonlijke ruimte]
[Verbied schrijven van extern]
[Bestandsindelingen toegestaan voor opslag]
[Instellingen WebDAV server]
[Instellingen SMB-server]
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Stel het protocol in dat moet worden gebruikt om de Geavanceerde ruimte openbaar te maken.
[Uit], [Met WebDAV], [Met SMB]
|
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Configureer de beveiligingsinstellingen wanneer u de machine als een WebDAV-server gebruikt.
[Type authentificatie]
[Basis], [Uit]
[Gebruik TLS]
[Aan], [Uit]
|
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Stel in of gebruikers hun eigen persoonlijke ruimte mogen maken in de Geavanceerde ruimte.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Verwijder alle persoonlijke ruimtes in de Geavanceerde ruimte.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Verwijder alle mappen en bestanden die zijn opgeslagen in de gedeelde ruimte van de Geavanceerde ruimte.
N.B.
Als u zich aanmeldt bij de Remote UI (UI op afstand) met beheerdersrechten, kunt u afzonderlijke mappen in de gedeelde ruimte verwijderen.
[Settings/Registration]

[Function Settings]

[Store/Access Files]

[Advanced Space Settings]

[Delete Shared Space]
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Stel in of u gebruikers wilt verbieden bestanden of mappen op te slaan, te maken en te verwijderen terwijl ze extern toegang hebben tot de Geavanceerde ruimte, bijvoorbeeld vanaf een computer of een andere machine.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Stel in of de authenticatie moet worden beheerd van gebruikers die de Geavanceerde ruimte gebruiken. Als u gebruikers wilt toestaan een persoonlijke ruimte te maken, moet u [Aan] selecteren voor deze instelling.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]
Stel de bestandsindelingen in die kunnen worden opgeslagen in de Geavanceerde ruimte.
[Door app. onderst. indel.], [Algemene Office bestanden], [Alle]
|
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Opslaan/Toegang bestanden]

[Instellingen Geavanceerde ruimte]