[Papieruitvoer]
Configureer de afwerkingsinstellingen voor afdrukken.
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[Papieruitvoer]
[Afwerken]
[Uit], [Sorteren], [Groeperen], [Sorteren+roteren]*1, [Groep.+rot.]*1, [Sorteren + versch.]*1, [Grp+versch]*1, [Nieten + Sorteren]*1, [Nieten + Groeperen]*1, [Eco(Stpl-Fr) + sort.]*1*2, [Eco (Stpl-Fr) + groep.]*1*2
[Kopieën verschuiven]*3
1 tot 9999 (exemplaren)
[Inbindpositie]
[Hoek (linksboven)], [Dubbel (boven)], [Hoek (rechtsboven)], [Dubbel (rechts)], [Hoek (rechtsonder)], [Dubbel (onder)], [Hoek (linksonder)], [Dubbel (links)]
|
*1Dit item wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de geïnstalleerde optie.
*2Bij gebruik van dit item kan alleen een hoekbindingspositie worden ingesteld.
*3Stel dit item in als u [Sorteren + versch.] selecteert.
BELANGRIJK
U kunt mogelijk niet afdrukken als de afdrukgegevens een groot aantal pagina's bevatten.
N.B.
Wanneer u de instelling Draaien selecteert, plaatst u papier van hetzelfde formaat in de papierbron in de staande of liggende stand. U kunt het papierformaat A4, B5 of Letter gebruiken.
De posities in [Inbindpositie] komen overeen met de posities wanneer een staande afbeelding wordt afgedrukt op papier in staande richting. Voor een liggende afbeelding die is afgedrukt op papier in de liggende richting, is de nietpositie wanneer de afbeelding rechtop wordt bekeken anders dan de opgegeven bindpositie.
Wanneer u de instelling Nieten of Eco (zonder nietjes) selecteert, varieert het aantal vellen dat kan worden gebonden, afhankelijk van het te gebruiken papier.
Ondersteunde opties
Wanneer u de instellingen configureert om tegelijkertijd te nieten en te perforeren, moet u dezelfde instelling configureren voor [Inbindpositie] en [Perforeerpositie]. Als de posities niet overeenkomen, worden beide instellingen uitgeschakeld en kan de machine niet nieten en perforeren.
[Gaten]
* De instellingen worden ingeschakeld wanneer u [Inbindpositie] naar "Linksboven" en [Perforeerpositie] naar "Links" insteld.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[Papieruitvoer]
Stel in of er gaten in het geprinte papier moeten worden geperforeerd.
Wanneer u de machine instelt om gaten te perforeren, stelt u ook de positie en het aantal te perforeren gaten in.
* Deze instelling wordt alleen weergegeven wanneer de finisher en ponseenheid zijn geïnstalleerd.
[Gaten]
[Aan], [Uit]
[Perforeerpositie]
[Links], [Rechts], [Bvn], [Onder]
[Type perforator]
[Finisher (2 gaten)], [Finisher (3 gaten)]*1, [Finisher (4 gaten)]
|
*1Alleen voor Azië/Oceanië en Amerika
N.B.
Wanneer u de instellingen configureert om tegelijkertijd te nieten en te perforeren, moet u dezelfde instelling configureren voor [Inbindpositie] en [Perforeerpositie]. Als de posities niet overeenkomen, worden beide instellingen uitgeschakeld en kan de machine niet nieten en perforeren.
[Afwerken]
* De instellingen worden ingeschakeld wanneer u [Inbindpositie] naar "Linksboven" en [Perforeerpositie] naar "Links" insteld.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[Papieruitvoer]
Stel in of de machine het bedrukte papier vouwt wanneer het papier wordt uitgevoerd.
Wanneer u de machine instelt op het vouwen en uitvoeren van papier, stelt u het type vouw en andere instellingen in.
* Dit item wordt alleen weergegeven wanneer de booklet finisher geïnstalleerd is.
[Vouw]
[Aan], [Uit]
[Type vouw]
[Z-vouw]*1, [Rugvouw], [C-rugvouw]
[Vel samen rugvouwen]
1 tot 5 (vellen)
[Vellen samen C-rugvouwen]
1 tot 6 (vellen)
|
*1Dit item wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de geïnstalleerde optie.