Verbinding maken met een draadloos LAN
Verbind een computer met het apparaat via een draadloos-LAN-router (toegangspunt).
Afhankelijk van uw draadloze LAN-router kunnen het verbindingstype en de beveiligingsstandaard variëren. Zoek een verbindingstype en beveiligingsstandaard die worden ondersteund door zowel de draadloos LAN-router als het apparaat, en realiseer dan een verbinding volgens het verbindingstype.
Afhankelijk van het verbindingstype moet u mogelijk de beveiligingsinformatie en andere informatie van de draadloze LAN-router invoeren.
* Wanneer u een draadloos LAN gebruikt, is de optionele Draadloos LAN-kaart vereist.
BELANGRIJK
Verbinden met een veilige netwerkomgeving
De radiogolven die worden gebruikt voor draadloze communicatie kunnen binnen een bepaald bereik door wanden en andere voorwerpen gaan. Dus als u het apparaat aansluit op een netwerk zonder doeltreffende beveiligingsmaatregelen, kunnen persoonlijke gegevens en andere informatie weglekken naar derden. Verbind het apparaat met een draadloos LAN volgens eigen oordeelkundigheid en verantwoordelijkheid.
Het netwerk beschermen
N.B.
Het stroomverbruik verminderen
Als de spaarstand is ingeschakeld, gaat het apparaat regelmatig naar de spaarstand, overeenkomstig het door de draadloos LAN-router overgedragen signaal.
[Energiebesparingsmodus]
De door de machine ondersteunde verbindingstypen en beveiligingsstandaarden controleren
Verbindingstype
Maak de verbinding met een type dat wordt ondersteund door uw draadloos LAN-router. Om de authenticatie, encryptie of andere beveiligingsmethode in detail te specificeren, gebruikt u de handmatige instellingsmodus om verbinding te maken.
Het apparaat ondersteunt de volgende verbindingstypen:
Drukknopmodus (WPS (Wi-Fi Protected Setup))
Als de draadloze LAN-router het bovenstaande symbool op de buitenkant van de doos of op de knop van het apparaat heeft, kunt u eenvoudig verbinding maken door op de knop te drukken.
* Als de draadloze router is ingesteld voor WEP-verificatie, kunt u misschien geen verbinding instellen via WPS. In dit geval gebruikt u de handmatige instelmodus om verbinding te maken.
WPS-pincodemethode
Als u een WPS-router gebruikt die niet de drukknopmodus ondersteunt, voert u de pincode in om verbinding te maken.
* Als de draadloze router is ingesteld voor WEP-verificatie, kunt u misschien geen verbinding instellen via WPS. In dit geval gebruikt u de handmatige instelmodus om verbinding te maken.
Instelmodus voor toegangspunt
Zoek de draadloze LAN-router op de machine en voer de netwerksleutel (wachtwoord) handmatig in om verbinding te maken.
Als u verbindt via de instelmodus met toegangspunt, worden de volgende verificatie- en versleutelingsmethoden ingesteld:
WEP-verificatiemethode: Open systeem
Versleuteling voor WPA/WPA2/WPA3: AES-CCMP of TKIP wordt automatisch ingesteld overeenkomstig de geselecteerde draadloos-LAN-router.
Om een andere verificatie- en versleutelingsmethode op te geven, gebruikt u de handmatige instelmodus om verbinding te maken.
Handmatige instelmodus
Naast de SSID (netwerknaam) en netwerksleutel, moet u handmatig alle draadloze LAN-instellingen invoeren, zoals de authenticatie- en coderingsmethoden om verbinding te maken.
Beveiligingsstandaards
Het draadloos LAN van het apparaat ondersteunt onderstaande beveiligingsstandaards. Voor details over de vraag of uw draadloos LAN-router deze standaards ondersteunt, raadpleegt u de handleiding van de draadloos LAN-router of neemt u contact op met de fabrikant.
128 (104)/64 (40)-bits WEP
WPA-PSK (TKIP/AES-CCMP)
WPA2-PSK (TKIP/AES-CCMP)
WPA3-SAE (AES-CCMP)
WPA-EAP (AES-CCMP)
WPA2-EAP (AES-CCMP)
WPA3-EAP (AES-CCMP)
BELANGRIJK
U kunt WPA/WPA2-EAP niet gebruiken wanneer u tegelijkertijd verbinding maakt met een bekabeld LAN en een draadloos LAN.
Routers zonder beveiligingsinstellingen
Routers geconfigureerd voor gebruik met WEP-verificatie of TKIP-versleuteling
Draadloze LAN-routerinformatie vereist voor verbinding
Als u verbinding maakt met de instelmodus van het toegangspunt of met de handmatige instelmodus, moet u de onderstaande informatie instellen.
Deze informatie staat vermeld op de hoofdeenheid van de draadloze LAN-router en op andere locaties. Voor details raadpleegt u de handleiding van de draadloos-LAN-router of neemt u contact op met de fabrikant.
SSID
Deze naam wordt gebruikt om de draadloos LAN-router te identificeren. Dit wordt misschien vermeld als de naam van het toegangspunt of de naam van het netwerk.
Netwerksleutel
Dit sleutelwoord wordt gebruikt voor gegevensversleuteling of het wachtwoord, gebruikt voor netwerkverificatie. Dit kan worden vermeld als de versleutelingssleutel, WEP-sleutel, WPA/WPA2 wachtzin, of gedeelde sleutel (Pre-Shared Key = PSK).
Beveiligingsstandaards
Deze zijn vereist bij het aansluiten met behulp van de handmatige instelmodus. Controleer de volgende gegevens:
Beveiligingsstandaards
WEP
WPA-PSK
WPA2-PSK
WPA3-SAE
WPA-EAP
WPA2-EAP
WPA3-EAP
WEP verificatiemethode
Open systeem
Gedeelde sleutel
Versleuteling voor WPA, WPA2 en WPA3
TKIP
AES-CCMP
Verificatie met IEEE 802.1X