Bestanden op een andere machine of server gebruiken
U kunt het bedieningspaneel van de machine gebruiken om de volgende bewerkingen uit te voeren voor bestanden die zijn opgeslagen in Geavanceerde ruimte op een andere machine of een bestandsserver (Windows-server) op het netwerk:
Bestandsnamen wijzigen
Bestanden verwijderen
Bestanden toevoegen (met de machine gescande documenten opslaan)
* Als er een map is geconfigureerd die is toegewezen aan een aangemelde gebruiker (persoonlijke map), kunt u de persoonlijke map rechtstreeks openen en gebruiken.
1
Druk op het bedieningspaneel op [Toegang opgeslagen bestanden] in het scherm [Home].
Scherm [Home]
Het scherm voor het selecteren van de opslagruimte verschijnt.
2
Druk op [Netwerk].
3
Selecteer de andere machine of server met het bestand dat u wilt gebruiken.
Als u de persoonlijke map rechtstreeks wilt openen en gebruiken, selecteert u [Persoonlijke map].
Druk op [Contr. opslaglocatie], selecteer de verbindingsbestemming en druk op [Details] om het protocol en het pad van de verbindingsbestemming te controleren.
Als er een aanmeldingsscherm verschijnt, voert u dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord in als wanneer u zich bij de andere machine of de andere server op de verbindingsbestemming aanmeldt en drukt u op [OK].
4
Toon de map met het bestand dat u wilt bewerken.
5
Bewerk het bestand.
U kunt ook op [Mapactiviteit.] drukken om een map te maken.
De bestandsnaam wijzigen
Selecteer het bestand waarvan u de naam wilt wijzigen en druk op [Bewerk bestand]

[Wijzig bestandsnaam].
Voer de bestandsnaam in en druk op [OK] om de bestandsnaam te wijzigen.
Een bestand verwijderen
Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen en druk op [Bewerk bestand]

[Verwijderen]

[Ja].
* U kunt maximaal 32 bestanden in dezelfde map tegelijk selecteren en verwijderen.
Bestanden toevoegen (met de machine gescande documenten opslaan)

De procedure is dezelfde als de procedure voor de scanbewerking en -instellingen in [Scannen en opslaan]. Alleen de stappen voor het weergeven van het scanscherm verschillen.
Gescande gegevens opslaan
1
Plaats het origineel.
Originelen plaatsen
Als het scherm voor het selecteren van de dikte van het origineel wordt weergegeven, selecteert u de dikte van het geplaatste origineel.
2
Druk op [Bewerk bestand]

[Bestanden toevoegen (Scannen en opslaan)].
Het scanscherm verschijnt.
3
Configureer de scaninstellingen.
Scaninstellingen
4
Druk op [

Start].
Het scannen van het origineel start.
BELANGRIJK
Bewerkingen uitvoeren terwijl u bent aangemeld bij een andere machine of andere server op de verbindingsbestemming
Als u uw bewerkingen hebt voltooid, moet u niet vergeten op [Verbreken] te drukken om u af te melden.