Logboeken verzenden
Kies deze instellingen met behulp van Externe UI vanaf een computer. U kunt de instellingen niet kiezen met behulp van het bedieningspaneel.
Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u in de Beheerdersmodus aan bij Externe UI.
Externe UI starten2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
Portal-pagina van Externe UI3
Klik op [Apparaatbeheer]

[Syslog-instellingen]

[Bewerken].
Het scherm [Syslog-instellingen bewerken] verschijnt.
4
Selecteer het selectievakje [Gebruik verzenden van Syslog].
5
Voer het adres in van de Syslog-server die is verbonden in [Syslog-serveradres].
Voer de benodigde gegevens in, zoals het IP-adres en de hostnaam, afhankelijk van uw omgeving.
6
Configureer indien nodig andere instellingen om toegang te krijgen tot de Syslog-server.
[Poortnummer van de Syslog-server]
Voer het poortnummer in dat door de Syslog-server wordt gebruikt voor Syslog-communicatie. Als dit veld leeg blijft, wordt het poortnummer gedefinieerd in RFC (UDP: 514, TCP: 1468, TCP (TLS): 6514) gebruikt.
[Faciliteit]
Geef het type logberichten op dat moet worden verzonden. Selecteer van de volgende opties: [Local0] to [Local7], [Log Alert], [Log Audit], [Security Messages] of [LPR] zoals opgegeven in RFC.
[Type verbinding]
Selecteer [UDP] of [TCP]. Als [TCP] is geselecteerd, kunt u opgeven of TCP moet worden gebruikt, het TLS-servercertificaat verifiëren dat tijdens het maken van de verbinding is verzonden, of de CN (Common Name) van de TLS-server controleren.
7
Klik op [OK].
De instellingen voor het verzenden van logboeken zijn ingesteld en u kunt het verzenden van logboeken bevestigen op het scherm [Syslog-instellingen].
|
Omdat een logboek via het Syslog-protocol wordt verzonden na elke 30 seconden een peiling te hebben uitgevoerd, treedt er een kleine vertraging op voordat het logboek wordt verzonden wanneer er een bewerking of gebeurtenis plaatsvindt. |