Instellingen voor helderheid en kleur opslaan
Dit geeft een naam aan en registreert instelwaarden van afbeeldinghelderheid, contrast, histogram, tintcurveaanpassing of zwart-witinstellingen. De opgeslagen instelwaarden kunnen worden geselecteerd en worden gekozen in een vervolgkeuzemenu.
De hier opgeslagen instelwaarden kunnen worden geregistreerd met [Voorkeursinstellingen].
1.
Het origineel in het apparaat instellen.
2.
Open het tabblad [Geavanceerde modus].
3.
Selecteer [Kleurenmodus].
Selecteer een instelling anders dan [Tekstverbetering].
Pas de helderheid en de kleur van de afbeelding aan.
Pas één van de [
] (Helderheid/contrast), [
] (Histogram), [
] (Tintcurve-instellingen) en [
] (Drempel) instellingen aan.
] (Helderheid/contrast), [] (Histogram), [] (Tintcurve-instellingen) en [] (Drempel) instellingen aan.Als u het voorbeeld weergeeft, kunt u aanpassen tijdens de controle van de afbeelding.
5.
Selecteer [Toevoegen/verwijderen] in het vervolgkeuzemenu dat u gebruikt in stap 4.
6.
Voer in het scherm [Tintcurve-instellingen toevoegen/verwijderen] of [Drempelinstellingen toevoegen/verwijderen] [Naam instelling] in → klik op [Toevoegen] > [Opslaan].