Vermijden dat dubbele rapporten worden afgedrukt wanneer er faxverzendingsfouten optreden of de transmissie wordt geannuleerd

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u kunt garanderen dat er slechts een rapport van één pagina wordt afgedrukt wanneer een faxverzendingsfout optreedt of de transmissie wordt geannuleerd.

Als een faxverzendingsfout optreedt of de faxtransmissie wordt geannuleerd, dan worden zowel een TX-rapport en een fax-TX-rapport afgedrukt.

TX-rapport: Rapport dat wordt afgedrukt wanneer een fax, e-mail of bestand wordt verzonden of wanneer gegevens worden opgeslagen in een postbus

Fax-TX-rapport: Rapport dat wordt afgedrukt wanneer een fax wordt verzonden

U kunt de onderstaande stappen gebruiken om op te geven welke rapporten worden uitgevoerd.

Op het scherm <Home> drukt u op

(Instellingen/Registratie).

Druk op <Functie-instellingen>

<Faxinstellingen>.

Druk op <Fax TX rapport>.

Druk op <Alleen bij fout> of <Uit>.

Als een faxverzendingsfout optreedt of de transmissie wordt geannuleerd, dan wordt een fax-TX-rapport afgedrukt. Wanneer <Alleen bij fout> is geselecteerd in deze instelling, gebruikt u de onderstaand procedure zodat er geen TX-rapport wordt afgedrukt.

Stel

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

<TX rapport> in op <Uit>.

<Uit>

Als een faxverzendingsfout optreedt of de transmissie wordt geannuleerd, dan wordt er geen fax-TX-rapport afgedrukt. Wanneer <Uit> is geselecteerd in deze instelling, gebruikt u de onderstaand procedure zodat er geen TX-rapport wordt afgedrukt.

Stel

(Instellingen/Registratie)

<Functie-instellingen>

<TX rapport> in op <Alleen bij fout>.

Druk op <OK>.

Druk op <Sluiten>.