Een map op een bestandsserver registreren in het adresboek

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een map die zich op een bestandsserver bevindt, kunt registreren in het adresboek van deze machine.

Deze beschrijving heeft betrekking op registratie met behulp van het SMB-protocol.

Op het scherm <Home> drukt u op <Best./Door. instell.>.

Druk op <Registreer bestemmingen>

<Bestand>.

Stel de bestemming in.

<Naam>

Voer de naam van de bestemming in. De naam die hier is ingevoerd, verschijnt in de lijstweergave van het adresboek. Gebruik daarom een naam die gemakkelijk te vinden is.

Selecteer <Windows (SMB)>.

Voer de hostnaam van de bestandsserver in. Gebruik een van de volgende methoden om de naam op te geven.

Druk op <Zoek host> om naar de host te zoeken door de naam van een computer in te voeren.

Voer direct als volgt de computernaam en de naam van de gedeelde map in <Hostnaam> in:
\\Computernaam\Naam van gedeelde map
Bijvoorbeeld: \\PC-A1\Scan

N.B.

U kunt ook zoeken door op <Zoek host> te drukken en het IP-adres van de te registreren computer in te voeren.

In <Hostnaam> kunt u direct het IP-adres van de te registreren computer en de naam van de gedeelde map invoeren in de volgende indeling:
\\IP-adres\naam van gedeelde map
Bijvoorbeeld: \\192.168.100.50\Scan

Geef de locatie op van de map waar de gegevens naartoe worden gezonden.

Voer de gebruikersnaam in om aan te melden bij de bestandsserver.

Voer het wachtwoord in om aan te melden bij de bestandsserver.

<Control. verbind.>

Nadat u de hostnaam hebt ingevoerd, drukt u op deze knop om te controleren of de verbinding met de bestandsserver werkt.

Druk op <OK>

<Sluiten>.

N.B.

Als u <Protocol> instelt op <Windows (SMB)> en vervolgens een niet-bestaande map opgeeft in <Mappad>, wordt er automatisch een map gemaakt en wordt het bestand opgeslagen in de gemaakte map. Als u echter niet-bestaande mappen op meerdere niveaus opgeeft, wordt een verzendfout weergegeven.