Eerder gebruikte bestemmingen opgeven

 
U kunt een bestemming selecteren uit de drie laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte scaninstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd.
Als <Beperk opn. verz. vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren
Als u het apparaat uitschakelt of <Beperk nieuwe bestemmingen> instelt op <Aan>, worden de eerder gebruikte bestemmingen verwijderd en is deze functie niet beschikbaar. Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen
Wanneer u een bestemming opgeeft met deze functie, worden eerder opgegeven bestemmingen verwijderd.
1
Druk op  en tik op <Scannen>.
Wanneer het aanmeldingscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Vervolgens selecteert u de authenticatie-server en drukt u op . Inloggen op Geautoriseerd Verzenden
2
Tik op <Bestemming>  <Inst. oproepen>.
3
Selecteer een bestemming.
De geselecteerde bestemming en de scaninstellingen ervan worden opgegeven. U kunt voorafgaand aan het verzenden de instellingen ook wijzigen.
0W59-069