


Een afdelings-id registreren|
1
|
Klik op [Nieuwe afdeling registreren].
|
|
2
|
Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK].
![]() [Afdelings-ID]
Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID.
[Pincode instellen]
Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u een code in van maximaal zeven cijfers in de tekstvakken [Pincode] en [Bevestigen].
[Beperk functies]
Schakel het selectievakje in van de functie die u wilt uitschakelen voor de Afdeling ID.
![]() Als het selectievakje [Scannen] is ingeschakeld, kunt u de functies Opslaan naar USB-geheugenapparaat, E-mail Verzenden en Opslaan naar Gedeelde Map of FTP-server niet gebruiken. U kunt ook het gebruik van andere functies die documenten scannen door ze op een computer te importeren, maar in dat geval kunt u niet de toegang blokkeren voor iedere Afdelings-ID (Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend).
|
De instellingen van een opgeslagen afdelings-id bewerken|
1
|
Klik op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Afdelings-ID] om bewerkingen uit te voeren.
|
|
2
|
Wijzig de instellingen en klik op [OK].
|

klik op [OK].
![]() |
[Paginatotaal afdelings-ID]U kunt per Afdeling ID kijken hoeveel pagina's er zijn gekopieerd, afgedrukt, gescand of gefaxt.
Als u de aantallen op nul wilt zetten, klikt u op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Afdelings-ID] en klikt u op [Wis teller]
[OK]. Als u de aantallen van alle Afdeling ID's op nul wilt zetten, klikt u op [Alle tellers wissen] [OK].![]() Controlekaarten gebruikenWanneer de als optie verkrijgbare Copy Card Reader-F1 op het apparaat is bevestigd, worden 300 op een volgende nummers automatisch geregistreerd.
Bewerk of wis de Afdelings-ID's niet. De controlekaarten die corresponderen met de bewerkte of gewiste Afdelings-ID's zullen niet beschikbaar zijn.
|

[Bewerken].


![]() |
|||
Het bedieningspaneel gebruikenU kunt ook Afdelings-ID-Beheer In/Uit-schakelen vanuit <Menu> in het <Start>-scherm. Afdelings-ID-beheer Aan/Uit
Aanmelden bij het apparaat
|
![]() |
|
Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een administratoraccount.
|


|
1
|
Schakel het selectievakje [Beheer afdelings-id gebruiken] in en klik op [Instellingen] naast het vakje.
Schakel voor het faxstuurprogramma ook het selectievakje [Pincode instellen toestaan] in om het invoeren van een pincode mogelijk te maken.
|
|
2
|
Geef de gewenste instellingen op en klik op [OK].
![]() [Pincode instellen toestaan]
Schakel het selectievakje voor het gebruik van een pincode in.
[Afdelings-id]
Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID.
[Pincode]
Voer maximaal zeven cijfers voor de pincode als deze is ingesteld voor de Afdelings-ID.
[Verifiëren]
Klik hier als u wilt controleren of de juiste ID en pincode zijn ingevoerd. Deze functie is niet beschikbaar als het apparaat en de computer via een USB- of een WSD-poort (Web Services on Devices) met elkaar zijn verbonden.
[Afdelings-id/pincode bevestigen bij afdrukken]/[Afdelings-id/pincode bevestigen tijdens verzending fax]
Selecteer het selectievakje voor het weergeven van het pop-upscherm [Afdelings-id/pincode bevestigen], steeds wanneer u afdrukt of faxt vanaf een computer.
[Afdelings-id en pincode verifiëren op apparaat]
Schakel het selectievakje in als de aansluiting tussen het apparaat en de computer via een USB- of een WSD-poort tot stand is gebracht.
|
|
3
|
Klik op [OK].
|
![]() |
|||
Aanmelden bij het apparaat
|

[Bewerken].

