
[TCP/IP-instellingen].
LPD-instellingen configureren
|
1
|
Klik op [Bewerken] in [LPD-instellingen].
![]() |
|
2
|
Configureer de instellingen.
![]() [Gebruik LPD-afdrukken]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken met LPD. Als u niet afdrukt met LPD, schakelt u het selectievakje uit.
[Print LPD bannerpagina]
Schakel het selectievakje in als informatie moet worden opgenomen op afdrukken, zoals gebruikersnamen en bestandsnamen. Schakel het selectievakje uit, als er geen informatie moet worden opgenomen.
[RX-time-out]
Stel een periode in waarna een afdruktaak automatisch beëindigd wordt wanneer de ontvangst van afdrukgegevens niet mogelijk is door een communicatiefout of een ander probleem.
|
|
3
|
Klik op [OK].
|
RAW-instellingen configureren
|
1
|
Klik op [Bewerken] in [RAW-instellingen].
![]() |
|
2
|
Configureer de instellingen.
![]() [Gebruik RAW-afdrukken]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken met RAW. Als u niet afdrukt met RAW, schakelt u het selectievakje uit.
[Gebruik bidirectionele communicatie]
Bij bidirectionele communicatie om de computer te informeren over de apparaatstatus en voltooiing van het afdrukken, activeert u het selectievakje. Schakel anders het selectievakje uit.
[RX-time-out]
Stel een periode in waarna een afdruktaak automatisch beëindigd wordt wanneer de ontvangst van afdrukgegevens niet mogelijk is door een communicatiefout of een ander probleem.
|
|
3
|
Klik op [OK].
|
IPP/IPPS-instellingen configureren
|
1
|
Klik op [Bewerken] in [IPP-afdrukinstellingen].
![]() |
|
2
|
Configureer de instellingen.
![]() [Gebruik IPP-afdrukken]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken met IPP/IPPS. Als u niet afdrukt met IPP/IPPS, schakelt u het selectievakje uit.
[Gebruik TLS]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken met IPPS (IPP Print met TLS beveiligde communicatie). Als u niet afdrukt met IPPS, schakelt u het selectievakje uit.
![]() Bij gebruik van IPPS, moet u de functie TLS beveiligde communicatie inschakelen. TLS gebruiken voor beveiligde communicatie
[Gebruik IPP-authentificatie] Bij gebruikersverificatie voor IPP Print activeert u het selectievakje en stelt u gebruikersnaam en wachtwoord in. Schakel anders het selectievakje uit.
[Gebruikersnaam]
Voer maximaal 24 alfanumerieke tekens in voor de gebruikersnaam die in IPP verificatie.
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
Als u het wachtwoord wilt instellen of veranderen, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord in het vak [Wachtwoord]. Typ het wachtwoord ter bevestiging nogmaals in het vak [Bevestigen].
|
|
3
|
Klik op [OK].
|
WSD-instellingen configureren
|
1
|
Klik op [Bewerken] in [WSD-afdrukinstellingen].
![]() |
|
2
|
Configureer de instellingen.
![]() [Gebruik WSD-afdrukken]
Schakel dit selectievakje in om af te drukken met WSD. Als u niet afdrukt met WSD, schakelt u het selectievakje uit.
[Gebruik WSD-bladeren]
Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit selectievakje wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken] inschakelt.
[Gebruik Multicast Discovery]
Schakel dit selectievakje in als het apparaat moet reageren op multicast-discovery-opdrachten. Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de slaapstand van het apparaat actief, zelfs als er multicast-discovery-berichten worden verstuurd in het netwerk.
|
|
3
|
Klik op [OK].
|

![]() |
Het bedieningspaneel gebruikenTevens kunt u LPD, RAW, en IPP afdrukken in- of uitschakelen in het instellingenmenu van het bedieningspaneel.
De instellingen voor WSD zijn ook bereikbaar via het instellingenmenu op het bedieningspaneel. WSD
|
|
Instelprocedures op uw computer
|
|
Nadat de instellingen in het apparaat zijn voltooid, moet u misschien ook instellingen configureren of applicaties op uw computer installeren. Configureer, indien nodig, instellingen op uw computer.
Printerpoorten configureren
Er kunnen afdrukfouten optreden wanneer het IP-adres van de machine is gewijzigd of wanneer er een printer is toegevoegd via de printermap van Windows. Deze fouten zijn meestal het gevolg van onjuiste printerpoortinstellingen. Zo kan er in de computer een onjuist poortnummer of type poort zijn opgegeven. U kunt dit type probleem oplossen door de printerpoortinstellingen te configureren via de volgende procedure voor het veranderen van de standaard TCP/IP poort beschreven in de 'Installatiehandleiding printerstuurprogramma'. WSD netwerktoestellen instellen op Windows Vista/7/8
Installeer het printerstuurprogramma met de volgende procedure voor het installeren met de WSD poort beschreven in de 'Installatiehandleiding printerstuurprogramma'. IPP/IPPS inschakelen
Installeer de printerstuurprogramma's door de IPP poort op te geven. IPP/IPPS inschakelen |