Afdrukken vanaf een USB-geheugentoestel (direct afdrukken via geheugengeheugentoestellen)

U kunt afbeeldingsbestanden (PDF, TIFF, JPEG, en XPS) die zijn opgeslagen op een USB-geheugentoestel afdrukken door het apparaat rechtstreeks op het apparaat aan te sluiten. Als u deze functie gebruikt, kunt u afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Ondersteunde bestandsindelingen
U kunt de volgende soorten afbeeldingsbestanden afdrukken. Maar, afhankelijk van de bestandsstructuur, kunnen sommige bestanden niet worden afgedrukt.
PDF-bestand *
JPEG-bestand
TIFF-bestand
XPS-bestand
Versie 1.7 wordt ondersteund.
De maximale afmeting van een afdrukbaar bestand is 2 GB.
Ondersteunde USB-geheugenapparaten
U kunt FAT32-geformatteerde USB-geheugentoestellen gebruiken (geheugencapaciteit: maximaal 32 GB).
Gebruik geen niet-standaard USB-geheugentoestellen. U kunt de bestanden mogelijk niet correct afdrukken, afhankelijk van het USB-geheugentoestel.
Sluit alleen een USB-geheugenapparaat aan op het apparaat. USB-geheugenapparaten kunnen niet worden aangesloten via een USB-hub of USB-verlengkabel.
Gebruik geen USB-geheugenapparaten met speciale functies zoals ingebouwde beveiligingsfuncties.
De USB-poort van het apparaat ondersteunt USB 2.0.
Als een map op een USB-geheugentoestel veel bestanden bevat, duurt het scannen van afbeeldingsbestanden die moeten worden afgedrukt, een aanzienlijke hoeveelheid tijd. Gebruik uw computer om overbodige bestanden te verwijderen van het USB-geheugentoestel of verplaats bestanden naar een andere map.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op een USB-poort aan de rechterzijde van het apparaat.
Het volgende scherm wordt automatisch weergegeven.
Als het scherm niet verschijnt, drukt u op  ().
Behoed het USB-geheugentoestel en het apparaat tegen stoten en schudden wanneer het toestel is aangesloten op het apparaat.
2
Druk op / om <Bestand(en) select.> te selecteren en druk vervolgens op .
3
Selecteer het soort bestand dat u wilt afdrukken en druk op .
4
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en druk op .
U kunt maximaal tien bestanden selecteren.
Als u de selectie van een bestand ongedaan wilt maken, selecteert u het desbetreffende bestand (gemarkeerd met ) en drukt u op . Om alle selecties op te heffen, selecteert u <Alles wissen> en drukt u op .
Als u de inhoud van een map wilt weergeven, selecteert u een map en drukt u op of . Druk op  of om terug te gaan naar de bovenliggende map.
Mappen en bestanden in lagere niveaus of met langere namen kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Als u naar een andere map gaat, worden de eerdere bestandsselecties gewist.
5
Selecteer <Toepassen> en druk op .
Een XPS-bestand afdrukken met behulp van een printticket
Als u een bestand in XPS-formaat wilt afdrukken, kunt u het afdrukken volgens het printticket (afdrukinstellingen) dat bij het bestand is gevoegd.
6
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
Selecteer het gewenste instel-item, druk op , en geef de instelling op.
Pictogrammen* in de beschrijving
    Instellingen voor het afdrukken van PDF-bestanden
    Instellingen voor het afdrukken van XPS-bestanden
    Instellingen voor het afdrukken van JPEG-bestanden
    Instellingen voor het afdrukken van TIFF-bestanden
 
Pictogrammen voor instellingen die voor alle bestandsformaten worden weergegeven, worden weggelaten.
<Aantal kopieën>
<Afdrukbereik>/<Afdrukbereik (TIFF)>
 
<Resolutie>
<Dubbelz. afdrukken>
<Inbindlocatie>
<Papier selecteren>
<Halftonen>
<Papierform afstemmen>
 
<Zoomen>
 
<Afdrbereik vergroten>
<N on 1>
 
<Afwerking>
 
<Afdrukstand afbeeld.>
 
<Afdrukpositie>
 
7
Selecteer <Start afdrukken> en druk op .
Het afdrukken wordt gestart.
Om het afdrukken te annuleren, gebruikt u het bedieningspaneel. Afdrukken annuleren
8
Verwijder het USB-geheugentoestel.
1
Selecteer <USB-geh. verwijd.> en druk op .
2
Selecteer <Ja>, en druk op .
Wacht tot het onderstaande bericht verschijnt.
3
Verwijder het USB-geheugenapparaat.
Als u <Bestanden sorteren> op het scherm in stap 1 selecteert, kunt u de weergavevolgorde van de bestanden veranderen wanneer u het af te drukken bestand selecteert.
TIPS
Als u altijd dezelfde afdrukinstellingen wilt gebruiken: De standaardinstellingen wijzigen
1009-027