Het afdrukresultaat is niet goed
Als het apparaat van binnen vies is, kan dit gevolgen hebben voor het afdrukresultaat. Reinig het apparaat zorgvuldig.
Het apparaat reinigen
Vlekken aan de onderzijde van afdrukken
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer de ondersteunde papiertypes die u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geef ook de instellingen voor het formaat en type papier goed op.
Drukt u gegevens af zonder marges?
Dit symptoom doet zich voor als in het printerstuurprogramma een marge is ingesteld op Geen. De marges binnen de eerste 5 mm vanaf de respectieve papierranden kunnen niet worden bedrukt (voor enveloppen, de onderste en bovenste marges binnen de eerste 10 mm vanaf de onder-/bovenrand kunnen niet worden bedrukt). Zorg ervoor dat de marges rond het document groot genoeg zijn.
[Afwerking] tabblad

[Geavanceerde instellingen]

[Afdrukgebied uitbreiden en afdrukken]

[Uit]
Er verschijnen vlekken op afdrukken
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier.
Verschijnen er vlekken als u het apparaat gebruikt in een omgeving met lage vochtigheid?
Verander de instelling voor <Sp. transfermodus>. Als u dit onderdeel instelt op <Aan>, zou dat het probleem kunnen oplossen.
Als u <Aan> kiest en het apparaat gebruikt in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, kan de tonerdichtheid verminderen of ongelijkmatig worden.
Verschijnen er vlekken afhankelijk van de papiersoort of de bedrijfsomgeving?
Verander de instelling voor <Spec. afdruk aanp. C>. Als u dit onderdeel instelt op <Aan>, zou dat het probleem kunnen oplossen.
Als u <Aan> kiest, is de afdruksnelheid lager.
Vlekken en spetters
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier.
Lege gebieden bevatten zogenaamde nabeelden
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier.
Is het tijd om de tonercartridge te vervangen?
Materialen in de tonercartridge kunnen zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge.
Afdrukken zijn vaag
Is de tonercartridge bijna leeg?
Controleer hoeveel toner er nog is en vervang zo nodig de tonercartridge.
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geef ook de instellingen voor het formaat en type papier goed op.
Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt
Zijn de papiergeleiders afgesteld op de randen van het papier?
Als de papiergeleiders te los of te strak zijn afgesteld, kan dat ertoe leiden dat een gedeelte van het document niet wordt afgedrukt.
Drukt u gegevens af zonder marges?
Dit symptoom doet zich voor als in het printerstuurprogramma een marge is ingesteld op Geen. De marges binnen de eerste 5 mm vanaf de respectieve papierranden kunnen niet worden bedrukt (voor enveloppen, de onderste en bovenste marges binnen de eerste 10 mm vanaf de onder-/bovenrand kunnen niet worden bedrukt). Zorg ervoor dat de marges rond het document groot genoeg zijn.
[Afwerking] tabblad

[Geavanceerde instellingen]

[Afdrukgebied uitbreiden en afdrukken]

[Uit]
Gebruikt u aangepast papierformaat dat in de juiste afdrukrichting is geladen?
Laad het aangepast papierformaat in de liggende afdrukrichting als u afdrukt zonder het UFR II-printerstuurprogramma.
Laad het aangepast papierformaat in de staande afdrukrichting als aan de volgende voorwaarden is voldaan terwijl u het UFR II-printerstuurprogramma gebruikt.
|
Papierformaat in menu Select Feeder
|
<Vrij formaat>
|
|
Geladen papier
|
Lange zijde is maximaal 215,9 mm.
|
Er verschijnen strepen / Het afdrukken is ongelijk
Hebt u de fixeereenheid gereinigd?
Reinig de fixeereenheid.
Is de tonercartridge bijna leeg?
Controleer hoeveel toner er nog is en vervang zo nodig de tonercartridge.
Is het tijd om de tonercartridge te vervangen?
Materialen in de tonercartridge kunnen zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge.
Gebruikt u het apparaat in een omgeving met hoge vochtigheid?
Verander de instelling voor <Spec. dichth.modus>. Als u <Aan> selecteert, zou dat het probleem enigszins kunnen verhelpen.
Als u <Aan> kiest en het apparaat in een omgeving met lage luchtvochtigheid gebruikt, kunnen de afgedrukte afbeeldingen of tekst vlekken gaan vertonen.
Is correctie van niet afgestemde kleuren of nuancecorrectie op de juiste manier verricht?
Als het effect van de niet afgestemde kleuren of gekleurde strepen (lijnen) onacceptabel sterk is, verricht dan een kalibrering.
Er verschijnen witte vlekken
Gebruikt u papier dat vocht heeft opgenomen?
Gebruik nieuw papier dat helemaal droog is.
Gebruikt u geschikt papier?
Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier.
Is het tijd om de tonercartridge te vervangen?
Materialen in de tonercartridge kunnen zijn verslechterd. Vervang de tonercartridge.
Is het centrale gedeelte van tekens of lijnen met hoge dichtheid onbedrukt gelaten?
Verander de instelling van <Speciale beeldmodus>. Het verbeterende effect is sterker met <Niveau 2> dan met <Niveau 1>.
Hoe sterker de verbetering, hoe lager de afdrukdichtheid.
Er verschijnen zwarte vlekken
Hebt u de fixeereenheid gereinigd?
Reinig de fixeereenheid.
Achterzijde van het papier is vlekkerig
Hebt u papier geladen dat kleiner is dan de afmetingen van de afdrukgegevens?
Controleer of het papierformaat overeenkomt met de afmetingen van de afdrukgegevens.
Hebt u de fixeereenheid gereinigd?
Reinig de fixeereenheid.
De afgedrukte streepjescode kan niet worden gelezen
Gebruikt u een fijne streepjescode of een streepjescode met dikke lijnen?
Vergroot de streepjescode.
Als de streepjes van de streepjescode haaks op de uitvoerrichting van het papier staan, draai de afbeelding dan 90 graden om ervoor te zorgen dat de streepjes parallel aan de uitvoerrichting van het papier liggen.
Als het probleem zich blijft voordoen zelfs nadat u de bovenstaande handeling hebt verricht, stel dan [Modus Barcodeaanpassing] in op [Smal].
Instelling in het printerstuurprogramma
[Afwerking] tabblad

[Geavanceerde instellingen]

[Modus Barcodeaanpassing]

[Smal]
Instellingen in het Menu Instellingen op het bedieningspaneel realiseren
Als [Modus Barcodeaanpassing] is ingesteld op [Smal], kan het algemene effect zijn dat de lijnen smaller worden afgedrukt en de afdrukdichtheid lager is dan verwacht.
Bij het afdrukken vanaf de computer heeft de instelling in het printerstuurprogramma voorrang. Als de instelling van [Modus Barcodeaanpassing] is veranderd in [Standaardwaarde printer], heeft de instelling in het bedieningspaneel voorrang.
Als het probleem niet kan worden opgelost, ondanks dat dit onderdeel is ingesteld, stel dan <Dichtheid: K> in op '-1' of op '-2.'
Dichtheid: X (X=C, M, Y, K)