Er wordt een foutbericht weergegeven
Als er een fout optreedt, bijvoorbeeld er is een storing in het verwerken van de afdruktaak of het geheugen raakt vol, verschijnt er een bericht op het scherm. In de volgende lijst worden deze foutberichten toegelicht.
Kan het certificaat van de authenticatieserver niet analyseren.
Het certificaat van de authenticatie-server kan ongeldig zijn, of het certificaat kan een formaat hebben dat niet geschikt is voor de printer.
Controleer het certificaat van de authenticatie-server.
Kan toegangspunt niet vinden.
Tijdens het automatisch instellen met WPS, is binnen de ingestelde periode geen draadloze router gevonden.
Maak opnieuw verbinding en houd hierbij rekening met de tijdslimiet.
Er is handmatig een SSID of netwerksleutel van een draadloze router ingevoerd, maar de invoer is onjuist.
Controleer de SSID en de netwerksleutel en voer de juiste waarden nogmaals in.
De draadloze router is niet gevonden als gevolg van onjuiste instellingen van het netwerk.
Controleer of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk.
Als het probleem blijft optreden, controleert u de beveiligingsinstellingen van de draadloze router.
Einde gebr.duur cartr. Vervanging aanbevolen.
De tonercartridge is bijna helemaal leeg.
We raden u aan de tonercartridge te vervangen.
Wijzig het authenticatiewachtwoord.
Het wachtwoord is niet meer geldig.
Stel een nieuw wachtwoord in.
Controleer de authenticatie-instellingen.
De authenticatiemethode die is ingesteld op het apparaat komt niet overeen met de authenticatiemethode die is ingesteld op de RADIUS-server.
Controleer dat op dit apparaat en op de RADIUS-server dezelfde authenticatiemethode is ingesteld, en stel de juiste authenticatiemethode in.
Kan geen verbinding maken in toegangspuntmodus.
Verbinding in de Toegangspuntmodus is niet tot stand gekomen als gevolg van een fout.
Wacht enkele ogenblikken en probeer het opnieuw. Als u dan nog geen verbinding kunt maken, probeer dan of het helpt het apparaat kort uit te schakelen.
Kan geen verbinding maken met het draadloze LAN.
Draadloos LAN communicatie is niet tot stand gekomen als gevolg van een fout.
Wacht even en probeer het daarna opnieuw. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, zet het apparaat dan uit en weer aan.
Kan geen verbinding maken via draadloos LAN.
De verbinding is mislukt vanwege een fout tijdens het instellen van de draadloos LAN verbinding.
Start de machine opnieuw op en geef de instellingen nogmaals op.
Als het probleem ook blijft optreden nadat u het apparaat opnieuw hebt opgestart, controleert u of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk.
Als het probleem zich blijft voordoen zelfs nadat u de draadloze LAN-verbinding hebt gecontroleerd, controleert u de beveiligingsinstellingen van de draadloze router.
Kan niet verbinden via WPS.
Tijdens het automatisch instellen met WPS is de verbinding door een fout mislukt.
Wacht even en probeer het daarna opnieuw. Als het probleem blijft optreden, controleert u of de draadloze router wel ondersteuning biedt voor WPS.
Als WPS wordt ondersteund:
Controleer of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk.
Als WPS niet wordt ondersteund:
Stel het apparaat in met behulp van een andere verbindingsmethode.
Kan geen verbinding maken. Controleer de PSK-instellingen.
De netwerksleutel (PSK) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op het apparaat.
Controleer de netwerksleutel (PSK) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine.
Als het probleem ook blijft optreden nadat u de netwerksleutel hebt gecontroleerd, controleert u of het apparaat goed is geïnstalleerd en klaar is voor verbinding met het netwerk.
Geen verbinding. Max. aant. verb. met toegangspunt bereikt
U hebt geprobeerd verbinding te maken met een draadloos LAN router waarop het maximale aantal toestellen al is aangesloten.
Verminder het aantal toestellen (clients) dat op de draadloos LAN router is aangesloten. Zie voor informatie over het maximale aantal toestellen dat kan worden aangesloten op een draadloos LAN
router, de betreffende instructiehandleiding of neem contact op met de fabrikant.
Kan geen verbindingen van draadloze apparaten detecteren.
Binnen de vooraf vastgelegde tijdsduur kon geen enkel mobiel toestel worden waargenomen.
Maak opnieuw verbinding en houd hierbij rekening met de tijdslimiet.
Kan geen reiniging uitvoeren.
Er is papier vastgelopen tijdens het reinigen.
Verwijder het vastgelopen papier, plaats het papier op de juiste manier en voer de reinigingsprocedure nogmaals uit.
Er is nog onvoldoende toner beschikbaar voor het reinigen van de fixeereenheid.
Er wordt namelijk een hoeveelheid toner verbruikt tijdens het reinigen. Vervang de tonercartridge en voer de reinigingsprocedure nogmaals uit.
Kan open systeem- auth. niet uitv. Controleer WEP-inst.
De verificatiemethode van de machine is ingesteld op <Open systeem>, maar die van een draadloze router op "Gedeelde sleutel".
Maak opnieuw verbinding door de WEP-verificatiemethode handmatig te wijzigen in <Gedeelde sleutel>.
Het MAC-adres van het apparaat is geweigerd omdat het MAC-adresfilter is ingesteld op een draadloze router.
Stel op de draadloze router in dat het MAC-adres van het apparaat en van uw computer wordt geaccepteerd. Raadpleeg voor meer informatie de handleidingen van uw netwerktoestellen of neem contact op met de fabrikant. Als u het MAC-adres van het apparaat wilt controleren, drukt u op

selecteert u <Netwerkinstellingen>

<Instellingen draadloos LAN>

<Verbindingsinformatie>.
Kan auth. m. ged. Sleutel niet uitv. Controleer WEP-inst.
De netwerksleutel (de WEP-sleutel) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op het apparaat.
Controleer de netwerksleutel (de WEP-sleutel) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine.
Maak opnieuw verbinding door een draadloze router te selecteren of door de WEP-verificatiemethode handmatig te wijzigen in <Open systeem>.
De verificatiemethode van de machine is ingesteld op <Gedeelde sleutel>, maar die van de draadloze router op "Open systeem".
Wijzig de WEP-verificatiemethode in "Gedeelde sleutel" op de draadloze router en maak opnieuw verbinding. Raadpleeg voor meer informatie de handleidingen van uw netwerkapparatuur of neem contact op met de fabrikant.
Directe verbinding beëindigd.
Verbinding tussen het apparaat en het mobiele toestel werd verbroken.
Directe verbinding opnieuw realiseren.
Plaats de tonercartridge.
De tonercassette is niet of niet juist ingesteld.
Stel de tonercartridge goed in.
Fout. Niet-Canon-cart. niet gedekt door gar. Hoev. inkt in cartr. niet correct weergeg. Sluiten: druk OK
Er is misschien een tonercartridge niet goed is geïnstalleerd of deze werkt niet goed.
Plaats de tonercartridge opnieuw. Als door het opnieuw plaatsen van de tonercartridge de fout niet verdwijnt, werkt de tonercartridge misschien niet goed. Neem contact op met de winkel waar u de tonercartridge hebt aangeschaft of vraag advies aan een Canon Customer Help Center.
De tonercartridge die u gebruikt is misschien niet een origineel Canon-product.
Gebruik alleen originele Canon-tonercartridges ter vervanging van tonercartridges.
Google Cloudpr. niet besch. Serverauth.fout
Serverauthenticatie voor Cloud afdrukken mislukte. Of, het verkrijgen van gegevens voor registratie mislukte.
Controleer of de datum en tijd juist zijn ingesteld.
Google Cloudpr. niet besch. Servercomm.fout
Afdrukken via de cloud is niet mogelijk omdat er een fout is opgetreden.
Controleer of het apparaat een correcte verbinding heeft met een draadloze LAN of bekabelde LAN.
Het is mogelijk dat een poort die wordt gebruikt voor afdrukken via de cloud wordt geblokkeerd door een firewall of een andere beveiligingsmethode. Controleer op uw computer of de 5222-poort beschikbaar is.
Als er een proxyserver wordt gebruikt op het netwerk, controleert u of de proxyinstellingen op het apparaat en de server correct zijn. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor details.
Onjuist aantal tekens/ongeldige tekens ingevoerd.
De netwerksleutel (de WPA-, WPA2-PSK- of WEP-sleutel) van een draadloze router is niet goed ingevoerd.
Controleer de netwerksleutel (de WPA-, WPA2-PSK- of WEP-sleutel) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine. Raadpleeg voor meer informatie de handleidingen van uw netwerkapparatuur of neem contact op met de fabrikant.
Geh. vol. Bekijk fout m. statusmonitortoets.
Het geheugen is vol geraakt met afdrukgegevens die door fouten niet kunnen worden afgedrukt.
Voor de documenten met fouten, selecteert u <Fout overslaan> of annuleert u het afdrukken van deze documenten.
Geheugen vol. Beveil. afdrukopdr. verwerk.
Het geheugen is vol geraakt door beveiligde documenten die nog niet zijn afgedrukt.
Verwijder de beveiligde documenten die in het geheugen zijn opgeslagen.
Geen papier
Er bevindt zich geen papier in de papierlade of de multifunctionele lade.
Hier plaatst u het papier.
Er is geen papier geladen waarop rapporten of lijsten kunnen worden afgedrukt.
Rapporten of lijsten kunnen worden afgedrukt op papier van het formaat A4 of Letter. Laad papier van het formaat A4 of Letter en stel dit formaat in. Stel het type papier in op <Normaal>, <Normaal L>, <Gerecycled>, <Kleur>, of <Zwaar 1>, afhankelijk van het papier dat is geladen.
Geen antwoord van de bestemming.
Er kan een netwerkkabel zijn losgeraakt, of er kan iets mis zijn in een schakelaar.
Controleer de status van de netwerkkabels en schakelaars.
Geen respons van host.
Het apparaat is niet op de juiste manier verbonden met een netwerk.
Controleer de instellingen van de machine en het netwerk, en maak opnieuw verbinding.
Niet-Canon-cart. niet gedekt door gar. Hoev. inkt in cartr. niet correct weergeg. Sluiten: druk OK
De tonercartridge die u gebruikt is misschien niet een origineel Canon-product.
Gebruik alleen originele Canon-tonercartridges ter vervanging van tonercartridges.
Papier vastgelopen.
Er is papier vastgelopen.
Verwijder het vastgelopen papier en druk opnieuw af (mogelijk wordt het afdrukken automatisch verder uitgevoerd).
Bereid een cartridge voor.
De tonercartridge moet binnenkort worden vervangen.
Schud de tonercartridge om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen. U kunt het beste de tonercartridge vervangen als u grote hoeveelheden documenten afdrukt.
Afdrukken is beperkt.
Afdrukken is uitgeschakeld in Afdelings-ID beheer.
Meld u aan met een Afdelings-ID waarvoor afdrukken niet is uitgeschakeld. Neem voor een Afdelings-ID en pincode contact op met uw Beheerder.
Stel de juiste authenticatiegegevens in.
De informatie over client-authenticatie (sleutelpaar en certificaat, gebruikersnaam en wachtwoord, of CA-certificaat) is niet goed ingesteld.
Controleer de opgegeven authenticatiemethode en authenticatie-informatie (sleutelpaar en certificaat, gebruikersnaam en wachtwoord en CA-certificaat).
Stel de benodigde gegevens voor authenticatie in.
De IEEE 802.1X-authenticatie is niet goed geconfigureerd.
Configureer de IEEE 802.1X op de juiste manier vanaf de UI op afstand.
Frm past niet bij inst
Het papierformaat dat op het bedieningspaneel is geselecteerd, komt niet overeen met het geladen papierformaat.
Zorg ervoor dat het formaat papier dat is opgegeven bij <Papierinstellingen> overeenkomt met het formaat van het geladen papier.
Het geladen papier gebruiken
Zorg ervoor dat <Papierinstellingen> overeenkomt met het formaat van het geladen papier.
Als u afdrukt vanaf een computer, controleer dan of het papierformaat dat is opgegeven in het printerstuurprogramma overeenkomt met het geladen papierformaat.
Papier laden zonder de instellingen te wijzigen
Laad het papier met het formaat dat is opgegeven bij <Papierinstellingen>.
Controleer dat de papiergeleiders in de papierlade in de juiste positie zijn gezet.
Het certificaat van de authenticatieserver is verlopen.
Het server-certificaat dat is verstuurd vanaf de RADIUS-server is niet meer geldig.
Controleer gedurende welke periode het server-certificaat op de RADIUS-server geldig is.
Het certificaat van de authenticatieserver is niet juist.
Er is geen CA-certificaat geregistreerd in de printer dat geschikt
is voor het certificaat van de authenticatie-server.
Controleer dat er een CA-certificaat is geregistreerd printer dat geschikt is voor het certificaat van de authentication-server.
De papierladegeleider staat mogelijk niet in de juiste positie. Pas de geleider aan het formaat van het geplaatste papier aan.
De papiergeleiders in de papierlade zijn niet correct in gesteld.
Stel de papiergeleiders in de papierlade correct in.
De WEP-sleutel is niet correct ingesteld. Controleer de WEP-instellingen.
De netwerksleutel (de WEP-sleutel) van een draadloze router waarmee verbinding moet worden gemaakt, is niet goed ingesteld op het apparaat.
Controleer de netwerksleutel (de WEP-sleutel) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op de machine.
De verificatiemethode van de machine is ingesteld op <Gedeelde sleutel>, maar die van de draadloze router op "Open systeem".
Maak opnieuw verbinding door een draadloze router te selecteren of door de WEP-verificatiemethode handmatig te wijzigen in <Open systeem>.
Wijzig de WEP-verificatiemethode in "Gedeelde sleutel" op de draadloze router en maak opnieuw verbinding. Raadpleeg voor meer informatie de handleidingen van uw netwerkapparatuur of neem contact op met de fabrikant.
Gebruik externe UI om nodige info voor auth. in te stellen.
De IEEE 802.1X-instellingen zijn onjuist.
Controleer of [Loginnaam] juist is ingesteld.
Controleer of het selectievakje [Gebruik TLS], [Gebruik TTLS] of [Gebruik PEAP] is ingeschakeld.
Als TLS wordt gebruikt, moet er een sleutelpaar zijn geregistreerd.
Als u TTLS of PEAP gebruikt, moeten een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingesteld.