
[Authenticatie-instellingen voor verzendfunctie].



|
[Niet toestaan]
|
Blokkeert het verzenden van e-mails en I-Faxen. <E-mail> en <I-fax> kunnen in de scanfunctie niet meer worden gebruikt.
|
|
[Toestaan]
|
Het verzenden van e-mail en I-Faxen is niet geblokkeerd.
|
|
[Alleen verzenden naar mezelf toestaan]
|
Blokkeert het verzenden van alle e-mail en I-Faxen, behalve die van de gebruikers met geautoriseerde e-mailadressen. De e-mailadressen van geautoriseerde gebruikers moeten worden geregistreerd op de LDAP-server.
|
|
[Het authenticatiescherm weergeven met dezelfde gebruikersnaam als toen de verzendbewerking werd gestart]
|
Geeft het authenticatiescherm weer met daarin dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord dat is ingevoerd in het aanmeldingscherm Geautoriseerd Verzenden.
|
|
[Het authenticatiescherm weergeven zonder authenticatiegegevens]
|
Geeft het authenticatiescherm weer met de velden van de gebruikersnaam en het wachtwoord niet ingevuld.
|
|
[Apparaatspecifieke authenticatiegegevens gebruiken en het authenticatiescherm niet weergeven]
|
Er wordt geen authenticatiescherm weergegeven wanneer e-mail of een I-Fax wordt verzonden. Autorisatie wordt op de SMTP-server uitgevoerd met de gebruikersnaam en het wachtwoord die zijn ingesteld in [E-mail-/I-faxinstellingen] Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren.
|

|
[Niet toestaan]
|
Blokkeert het opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers. <Bestand> in de scanfunctie gebruiken is niet langer mogelijk.
|
|
[Toestaan]
|
Opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers wordt niet geblokkeerd.
|
|
[Alleen toestaan naar mezelf of opgegeven map]
|
Blokkeert opslaan in alle gedeelde mappen en FTP-servers, die niet als mappen zijn opgegeven. De gegevens worden opgeslagen in mappen die geregistreerd zijn op de LDAP-server of in de map die is opgegeven in [Bestemmingsmap opgeven].
|
Wanneer [Toestaan] is opgegeven in [Bestandsverzending]
|
[Het authenticatiescherm weergeven met dezelfde authenticatiegegevens als toen de verzendbewerking werd gestart]
|
Geeft het authenticatiescherm weer met daarin dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord dat is ingevoerd in het aanmeldingscherm Geautoriseerd Verzenden.
|
|
[Het authenticatiescherm weergeven zonder authenticatiegegevens]
|
Geeft het authenticatiescherm weer met de velden van de gebruikersnaam en het wachtwoord niet ingevuld.
|
|
[De authenticatiegegevens uit het adresboek gebruiken en het authenticatiescherm niet weergeven]
|
Er wordt geen verificatiescherm weergegeven bij het verzenden. Verificatie wordt op de server uitgevoerd met de gebruikersnaam en het wachtwoord ingesteld in het Adresboek.
|
Wanneer [Alleen toestaan naar mezelf of opgegeven map] is opgegeven in [Bestandsverzending]
|
[Gebruik dezelfde authenticatiegegevens als toen de verzendbewerking werd gestart]
|
Voert autorisatie uit op de server met de gebruikersnaam en het wachtwoord ingevoerd in het aanmeldingsscherm Geautoriseerd Verzenden. Schakelt u het selectievakje [Authenticatiescherm weergeven] in dan wordt het authenticatiescherm weergegeven met daarin de gebruikersnaam en het wachtwoord al ingevoerd, wanneer u de gegevens verzendt.
|
|
[Het authenticatiescherm weergeven zonder authenticatiegegevens]
|
Geeft het authenticatiescherm weer met de velden van de gebruikersnaam en het wachtwoord niet ingevuld.
|
|
[Hostnaam]
|
Voer een hostnaam in voor de gedeelde map of FTP-server van maximaal 120 tekens lang.
|
|
[Mappad]
|
Voer een padnaam in voor de bestemmingsmap voor het opslaan van maximaal 120 tekens lang (exclusief de hostnaam). Wanneer het selectievakje [Gebruikersnaam toevoegen] is ingeschakeld, worden de gebruikersnaam en het pad dat wordt gebruikt voor de LDAP-authenticatie, toegevoegd.
|

|
[Niet toestaan]
|
Blokkeert het verzenden van faxen. De faxfunctie kan niet langer worden gebruikt.
|
|
[Toestaan]
|
Het verzenden van faxen is niet geblokkeerd.
|