De tonercartridge vervangen
0YRY-0H4 1100-0H7 10XJ-0H7 1106-0H7 10YY-0H7 10H3-0H5 10H4-0H5 108A-0H6 1116-0H6
Als de toner (bijna) op is, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd een nieuwe tonercartridge voor te bereiden of de tonercartridge te vervangen. Bereid een nieuwe tonercartridge voor of vervang de tonercartridge volgens het weergegeven bericht.
Wanneer de melding <Vervang de tonercartridge. (XXXX)> wordt weergegeven
Er is een kleine hoeveelheid toner in de machine achtergebleven, maar het afdrukken stopt al snel. Druk op het pictogram in de rechter benedenhoek van het scherm om de video te tonen van de procedure voor het vervangen van de tonercartridge. Volg de aanwijzingen in de video voor het vervangen van de tonercontainer.
|
|
|
De "XXXX" in het bericht geeft de tonerkleur aan.
Als de zwarte toner geheel op is, is het niet nodig om op het pictogram in de rechter benedenhoek van het scherm te drukken. Het scherm voor het vervangen van de tonercartridge verschijnt automatisch.
|
Procedure voor het vervangen van de tonercartridge
Volg bij het vervangen van tonercartridges de aanwijzingen in de video samen met de volgende beschrijving.
|
|
|
Als u meerdere tonercartridges tegelijk vervangt, vervang ze dan in de volgorde zwart, geel, magenta, cyaan.
|
1
Druk op
/b_in_btn_reptnr.gif)
.
Als de zwarte toner geheel op is, is deze procedure niet noodzakelijk.
2
Open het tonerdeksel.
Houd de rechter- en linkerkanten van de deksel van de tonervervanger vast en trek de deksel naar u toe om deze te openen. De vervangende kap (kleine kap) van de sleuf opent voor de toner die vervangen moet worden.
3
Trek de tonerpatroon naar buiten.
Vermijd schokken doordat de tonercartridge bijvoorbeeld ergens tegenaan botst. Hierdoor kan de toner gaan lekken.
4
Haal de nieuwe tonercartridge uit de doos.
5
Met het witte deel van de nieuwe tonercartridge omhoog schudt u de tonercartridge ongeveer 10 keer op en neer.
Door het schudden van de tonercartridge wordt de toner gelijkmatig verdeeld.
Een foutmelding verschijnt als u de tonercartridge plaatst voordat de toner gelijkmatig verdeeld is. Volg de instructies op het scherm en voer de volgende procedure opnieuw uit.
Zorg dat het witte gedeelte van de tonercartridge niet naar omlaag wijst. Als u dit niet doet, wordt de toner mogelijk niet goed afgegeven.
6
Installeer de nieuwe tonercartridge.
Bevestig voor het installeren van de tonercartridge dat de kleur van de tonercartridge en de aangegeven kleur op de kleine klep hetzelfde zijn.
Schuif de tonercartridge met het platte oppervlak omlaag zo ver mogelijk in de kleine klep.
7
Sluit de kleine klep.
De kleine klep kan pas dicht als de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen is geduwd. Probeer de klep niet met geweld dicht te duwen. Daardoor kan hij breken.
8
Sluit het tonerdeksel.
|
|
|
Als het afdrukken is onderbroken omdat de toner op was, wordt dit automatisch hervat wanneer u de tonercartridge terugplaatst.
Zelfs als cyaan, magenta of geel op zijn, kunt u doorgaan met afdrukken in zwart-wit zo lang er zwarte toner over is, maar de afdrukkwaliteit gaat wel omlaag. Als u wilt doorgaan met afdrukken in zwart-wit, vervang de tonercartridge dan pas wanneer het afdrukken is voltooid.
Als de kleur en densiteit van het afdrukken anders zijn na het vervangen van de tonercartridge, voer dan een aanpassing uit.
|