Instellingenscherm en bewerkingen voor afdrukken van opgeslagen bestanden
Wanneer u in het hoofdmenu op <Toegang opgeslagen bestanden> drukt en vervolgens op <Postbus>, <Geavanceerde ruimte>, <Netwerk> of <Geheugenmedia> drukt om documenten af te drukken, wordt het volgende instellingenscherm weergegeven.
Instellingenscherm voor het postvak
Huidige instellingenstatus en -knoppen
Geeft instellingenstatus weer, zoals het papierformaat om op af te drukken en het aantal afdrukken. Controleer de instellingen om goed te kunnen afdrukken. Om de instellingen te wijzigen, drukt u op de knop onder het weergavegedeelte. Om het aantal afdrukken te wijzigen, voert u met de numerieke toetsen het aantal in.
Afhankelijk van de instellingen die u opgeeft, wordt de knop <Afdrukvoorbeeld> weergegeven, waarmee u het afdrukresultaat van een bestand kunt controleren.
Aantal geselecteerde bestanden
Geeft het aantal geselecteerde bestanden weer.
Bij het selecteren van meerdere bestanden verschijnt de knop <Wijzig aantal kop.>. Om het aantal afdrukken te wijzigen, drukt u op deze knop.
<Afdrukinstell. wijzigen>
Afdrukinstellingen die bij <Wijzig standaardinstellingen> zijn geregistreerd, worden toegepast op de bestanden wanneer die worden opgeslagen vanuit de functie <Scannen en opslaan> (<Instellingen Toegang opgeslagen bestanden>
<Wijzig standaard instellingen>). Ook afdrukinstellingen die zijn opgegeven bij opslag, worden toegepast op de bestanden die vanaf <Opslaan in postbus> bij de functie <Kopie> of vanaf een printerstuurprogramma worden opgeslagen.
Om de opgegeven afdrukinstellingen te wijzigen, drukt u op deze knop om het scherm met afdrukinstellingen weer te geven.

/b_in_btn_C0003_29.gif)
Druk op dit pictogram om de huidige instellingen te registreren in <Favorieteninstellingen> van

of om de fabrieksinstellingen voor afdrukken te wijzigen.
<Verwijder bestand na afdrukken>
Hiermee wordt een bestand automatisch verwijderd nadat het is afgedrukt.
<Start afdrukken>
Start het afdrukken.
<Annuleren>
Hiermee worden afdrukinstellingen geannuleerd, en gaat u terug naar het scherm voor het selecteren van bestanden.
<Herstel instellingen>
Druk hierop om de instellingen vanaf het begin opnieuw op te geven en ga terug naar het afdrukscherm.
<Favorieteninstellingen>
Registreer veelgebruikte scaninstellingen van tevoren hier om ze gemakkelijk op te roepen wanneer ze nodig zijn.
<Bestanden samenvoegen en afdrukken>
Hiermee drukt u meerdere geselecteerde bestanden als een bestand af. Alle afdrukinstellingen voor elk bestand worden geannuleerd, en het bestand wordt afgedrukt met de instellingen die bij <Wijzig standaardinstellingen> zijn geregistreerd. <Instellingen Toegang opgeslagen bestanden>
<Wijzig standaard instellingen>
<Standaardinst. herstellen>
Hiermee worden de afdrukinstellingen gewijzigd in instellingenwaarden die zijn opgeslagen bij <Wijzig standaardinstellingen>. <Instellingen Toegang opgeslagen bestanden>
<Wijzig standaard instellingen>
<Opties>
Hiermee kunt u instellingen van functies opgeven die niet worden weergegeven bij

/

. Voor meer informatie over elke instelling raadpleegt u
Kopiëren.
<Instel. opslaan>
Hiermee slaat u een bestand opnieuw op met de afdrukinstellingen die u hebt gewijzigd.
Functie-instellingenknoppen
Geeft de meest gebruikte knoppen weer. De instellingenstatus wordt weergegeven op de knoppen. Om de instellingen te wijzigen, drukt u op de gewenste knop.
Instellingenscherm voor Geavanceerde ruimte/netwerk/geheugenmedia
Huidige instellingenstatus en -knoppen
Geeft instellingenstatus weer, zoals het papierformaat om op af te drukken en het aantal afdrukken. Controleer de instellingen om goed te kunnen afdrukken. Om de instellingen te wijzigen, drukt u op de knop onder het weergavegedeelte. Om het aantal afdrukken te wijzigen, voert u met de numerieke toetsen het aantal in.
Aantal geselecteerde bestanden
Geeft het aantal geselecteerde bestanden weer.
Bij het selecteren van meerdere bestanden verschijnt de knop <Wijzig aantal kop.>. Om het aantal afdrukken te wijzigen, drukt u op deze knop.

/b_in_btn_C0003_29.gif)
Druk op dit pictogram om de huidige instellingen te registreren in <Favorieteninstellingen> van

of om de fabrieksinstellingen voor afdrukken te wijzigen.
<Favorieteninstellingen>
Registreer veelgebruikte scaninstellingen van tevoren hier om ze gemakkelijk op te roepen wanneer ze nodig zijn.
<Afdrukbereik>
Geef deze instelling op wanneer u een bestand met twee of meer pagina's selecteert. Om alle pagina's van een bestand af te drukken, drukt u op <Alle pagina's> of geeft u de pagina's die u wilt afdrukken, op. Druk daarna op <Aangegeven pagina's> en voer het bereik van de pagina's die moeten worden afgedrukt, op.
<Standaardinst. herstellen>
Hiermee worden de afdrukinstellingen gewijzigd in instellingenwaarden die zijn opgeslagen bij <Wijzig standaardinstellingen>. <Instellingen Toegang opgeslagen bestanden>
<Wijzig standaard instellingen>
<Start afdrukken>
Start het afdrukken.
<Opties>
Hiermee kunt u instellingen van functies opgeven die niet worden weergegeven bij

/

. Voor meer informatie over elke instelling raadpleegt u
Kopiëren.
Functie-instellingenknoppen
Geeft de meest gebruikte knoppen weer. De instellingenstatus wordt weergegeven op de knoppen. Om de instellingen te wijzigen, drukt u op de gewenste knop.
<Annuleren>
Hiermee worden afdrukinstellingen geannuleerd, en gaat u terug naar het scherm voor het selecteren van bestanden.
Voor meer informatie over bestandsindelingen raadpleegt u
Systeemopties.
KOPPELINGEN