![]() |
|
Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
). |
![]() |
Sterretjes (*)Opties gemarkeerd met een sterretje (*) gelden alleen voor de MF249dw / MF247dw.
Prioriteit van instellingenAls er een afdrukinstelling is opgegeven van zowel het printerstuurprogramma als het bedieningspaneel van het apparaat, heeft de instelling van het printerstuurprogramma voorrang boven die van het bedieningspaneel. De specificatie van het bedieningspaneel wordt van kracht in een aantal specifieke gevallen, zoals bij het uitvoeren van PCL-afdrukken en afdrukken vanuit UNIX of een ander besturingssysteem dat printerstuurprogramma´s niet ondersteunt.
![]() |

|
Uitvoer forceren
Fout weergeven
![]() |
<Printerinstellingen>
<Actie wanneer papierfmt niet overeenkomt>
Selecteer <Uitvoer forceren> of <Fout weergeven>


|
Gradatie
![]() Foutdiffusie |
<Printerinstellingen>
<Halftonen mobiel afdrukken>
Selecteer <Gradatie> of <Foutdiffusie>


|
1
t/m 999 |
<Printerinstellingen>
<Kopieën>
Geef het aantal kopieën op
<Toepassen>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<2-zijdig afdrukken>
Selecteer <Uit> of <Aan>


<Printerinstellingen>
<Standaardpapier>
Selecteer het papierformaat


|
17 niveaus
Fijnaanpass.
Hoog
17 niveaus
Medium
17 niveaus
Laag
17 niveaus
|
![]() |
|
De instellingen voor <Densiteit> worden uitgeschakeld als <Tonerbesparing> is ingeschakeld.
|
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Densiteit>
Pas de dichtheid aan
<Toepassen>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Tonerbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Uit
![]() Speciale instellingen 1
Speciale instellingen 2
|
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Speciale afdrukmodus>
Selecteer <Speciale instellingen 1> of <Speciale instellingen 2>


|
1200 dpi
600 dpi
![]() |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Resolutie>
Selecteer <1200 dpi> of <600 dpi>


|
-1 tot 0
tot 1 |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Fijnaanpassing densiteit>
Geef de densiteit op


|
Lange zijde
![]() Korte zijde
|
<Printerinstellingen>
<Lay-out>
<Inbindlocatie>
Selecteer <Lange zijde> of <Korte zijde>


<Lange zijde>
<Korte zijde>

|
5 tot 15
tot 300 (sec.) |
<Printerinstellingen>
<Time-out>
Stel de periode van inactiviteit in
<Toepassen>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Papierbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Staand
![]() Liggend
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Afdrukstand>
Selecteer <Staand> of <Liggend>


|
0
t/m 54 |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Lettergrootte>
Selecteer het nummer van het lettertype
<Toepassen>


|
4,00 tot 12,00
tot 999,75 (punt) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Puntgrootte>
Geef de puntgrootte op
<Toepassen>


|
0,44 tot 10,00
tot 99,99 (cpi) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Pitch>
Geef de pitchwaarde op
<Toepassen>


|
5 t/m 64
t/m 128 (lijnen) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Vormlijnen>
Geef het aantal lijnen op
<Toepassen>


|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Tekencode>
Selecteer de tekencode


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Gebruikerspapier>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Millimeter
![]() Inch
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Maateenheid>
Selecteer <Millimeter> of <Inch>


|
77 t/m 216
(mm) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<X-dimensie>
Geef de afmeting op
<Toepassen>


|
127 t/m 356
(mm) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Y-dimensie>
Geef de afmeting op
<Toepassen>



|
Ja
Nee
![]() |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<CR aan LF toevoegen>
Selecteer <Ja> of <Nee>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<A4-afdrukbreedte vergroten>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Tekst
Kleurtoon
Gradatie
Resolutie
![]() Illustraties
Kleurtoon
![]() Gradatie
Resolutie
Afbeelding
Kleurtoon
![]() Gradatie
Resolutie
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Halftonen>
Selecteer het type afbeelding
Selecteer de reproductiemethode met halftonen


Type afbeelding
<Kleurtoon>
<Gradatie>
<Resolutie>