![]() |
|
Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
). |
![]() |
Sterretjes (*)Opties gemarkeerd met "*1" gelden alleen voor de MF244dw / MF232w.
Opties gemarkeerd met "*2" gelden alleen voor de MF244dw.
Prioriteit van instellingenAls er een afdrukinstelling is opgegeven van zowel het printerstuurprogramma als het bedieningspaneel van het apparaat, heeft de instelling van het printerstuurprogramma voorrang boven die van het bedieningspaneel. De instelling van het bedieningspaneel wordt van kracht in bepaalde specifieke gevallen, zoals bij PCL-afdrukken en afdrukken vanaf UNIX of andere besturingssystemen die geen printerbesturingsprogramma ondersteunen.
![]() |

|
Uitvoer forceren
Fout weergeven
![]() |
<Printerinstellingen>
<Actie wanneer papierfmt niet overeenkomt>
Selecteer <Uitvoer forceren> of <Fout weergeven>


|
Gradatie
![]() Foutdiffusie
|
<Printerinstellingen>
<Halftonen mobiel afdrukken>
Selecteer <Gradatie> of <Foutdiffusie>


|
1
t/m 999 |
<Printerinstellingen>
<Kopieën>
Geef hier het gewenste aantal kopieën op


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<2-zijdig afdrukken>
Selecteer <Uit> of <Aan>


<Printerinstellingen>
<Standaardpapier>
Selecteer het papierformaat


|
17 niveaus
Fijnaanpassing
Hoog
17 niveaus
Medium
17 niveaus
Laag
17 niveaus
|
![]() |
|
De instellingen voor <Densiteit> worden uitgeschakeld wanneer u <Tonerbesparing> inschakelt.
|
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Densiteit>
Pas de densiteit aan
<Toepassen>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Tonerbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Uit
![]() Speciale instellingen 1
Speciale instellingen 2
|
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Speciale afdrukmodus>
Selecteer <Speciale instellingen 1> of <Speciale instellingen 2>


|
1200 dpi
600 dpi
![]() |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Resolutie>
Selecteer <1200 dpi> of <600 dpi>


|
-1 tot 0
tot 1 |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Fijnaanpassing densiteit>
Geef de densiteit op


|
Lange zijde
![]() Korte zijde
|
<Printerinstellingen>
<Lay-out>
<Inbindlocatie>
Selecteer <Lange zijde> of <Korte zijde>


<Lange zijde>
<Korte zijde>

|
5 tot 15
tot 300 (sec.) |
<Printerinstellingen>
<Time-out>
Stel de periode in


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Papierbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Staand
![]() Liggend
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Afdrukstand>
Selecteer <Staand> of <Liggend>


|
0
t/m 54 |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Lettergrootte>
Selecteer het nummer van het lettertype


|
4,00 tot 12,00
tot 999,75 (punt) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Puntgrootte>
Geef de puntgrootte op


|
0,44 tot 10,00
tot 99,99 (cpi) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Pitch>
Geef de pitchwaarde op


|
5 t/m 64
t/m 128 (lijnen) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Vormlijnen>
Geef het aantal regels op


|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Tekencode>
Selecteer de tekencode


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Gebruikerspapier>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Millimeter
![]() Inch
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Maateenheid>
Selecteer <Millimeter> of <Inch>


|
77 t/m 216
(mm) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<X-dimensie>
Geef de dimensie op


|
127 t/m 356
(mm) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Y-dimensie>
Geef de dimensie op



|
Ja
Nee
![]() |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<CR aan LF toevoegen>
Selecteer <Ja> of <Nee>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<A4-afdrukbreedte vergroten>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Tekst
Kleurtoon
Gradatie
Resolutie
![]() Illustraties
Kleurtoon
![]() Gradatie
Resolutie
Afbeelding
Kleurtoon
![]() Gradatie
Resolutie
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Halftonen>
Selecteer het soort afbeelding
Selecteer de reproductiemethode voor halftonen


Type afbeelding
<Kleurtoon>
<Gradatie>
<Resolutie>