Selecteren van het papierformaat

U kunt de machine instellen om het papierformaat automatisch voor u te selecteren (Automatische papierselectie), of u kunt het papierformaat handmatig aangeven (Handmatige papierselectie).
De modus Automatische papierselectie wordt standaard toegepast en is geschikt wanneer u originelen met een standaardformaat kopieert op een standaardpapierformaat. Gebruik de modus Handmatige papierselectie wanneer u speciale types originelen (zoals niet-standaardformaatoriginelen) kopieert waarvan de machine niet automatisch het formaat kan detecteren. Door de modus Handmatige papierselectie te gebruiken met de Automatische zoom-modus, kunt u de kopie vergroten of verkleinen tot deze past op het geselecteerde papierformaat. (Automatische zoom)
N.B.
Als u een tot aan de randen bedrukt origineel met een zoompercentage van 100% op papier met hetzelfde formaat wilt kopiëren, is het mogelijk dat een deel van de rand van het origineel niet wordt gekopieerd. Voor meer informatie over hoeveel kan worden afgesneden, raadpleegt u Bijlage.
Als u [Envelop], [Transparant] of [Etiketten] als type papier selecteert, kunt u geen Afwerken-modi (Roteren, Verschuiven of Nieten) gebruiken.
De standaardinstelling is ‘Auto’.

Automatische papierselectie

De machine selecteert automatisch het formaat van het kopieerpapier.
BELANGRIJK
Wanneer u niet-standaardformaatoriginelen kopieert, kan de machine niet automatisch hetzelfde formaat papier als het origineel selecteren. Om niet-standaardformaatoriginelen te kopiëren, stelt u het papierformaat handmatig in. (Handmatige papierselectie)
De machine detecteert automatisch het formaat van de originelen om het optimale papierformaat te selecteren. De machine kan echter het formaat van de volgende originelen niet detecteren.
Originelen met een afwijkend formaat
Erg doorzichtige originelen, zoals transparanten
Originelen met een erg donkere achtergrond
A5R of kleinere originelen dan A5 die op de glasplaat zijn geplaatst (A5-originelen zijn beschikbaar op de imageRUNNER 2545i)
Geef voor deze originelen het formaat op voordat u drukt op (Start) zoals aangegeven in stap 4 (wanneer u originelen op de glasplaat plaatst), of kopieer deze originelen door de papierbron handmatig te selecteren. (Handmatige papierselectie)
Bij het kopiëren kan het papier niet automatisch worden geselecteerd in de volgende gevallen.
U kopieert in de Auto Zoom, Beeldcombinatie of ID-kaart kopie modi.
De lade geschikt voor de APS/ADS-instelling is op 'Aan' gezet voor slechts één papierbron voor [Kopie]. (Basisinstellingen van de machine configureren)
N.B.
Voor elke papierlade en voor de papiertafel kunt u de Automatische papierselectie modus inschakelen of uitschakelen. (Basisinstellingen van de machine configureren)
U kunt de papiertafel voor de Automatische papierselectie modus gebruiken in de volgende gevallen.
Het papier is geplaatst op de papiertafel en het papierformaat en -type zijn geselecteerd.
De lade geschikt voor APS/ADS-instelling is op 'Aan' gezet voor de papiertafel voor [Kopie]. (Basisinstellingen van de machine configureren)
1
Plaats uw originelen.
2
Druk op [Papierselectie] en zorg dat <Auto> is geselecteerd.
Is dat niet het geval, druk dan op (Reset) of druk op [Paperselectie] → [Auto] → [Gereed].
3
Voer het gewenste aantal kopieën in (van 1 t/m 999) met - (numerieke toetsen).
4
Druk op (Start).
Als een scherm verschijnt met de opdracht om het formaat van het origineel op te geven, selecteer dan het formaat van het origineel → druk op [OK] → (Start).
Het kopiëren wordt gestart.

Handmatige papierselectie

U kunt handmatig het papierformaat selecteren.
1
Plaats uw originelen → druk op [Papierselectie].
BELANGRIJK:
Wanneer u originelen van een niet-standaardformaat kopieert met de aanvoer, kunnen er delen van de gekopieerde afbeelding ontbreken, zelfs als u een groter papierformaat selecteert dan het origineel. Scan de originelen met de glasplaat.
2
Selecteer het gewenste papierformaat → druk op [Gereed].
N.B.
De formaten en typen van het papier dat in elke papierbron is geplaatst worden op het touch panel display aangegeven.
Het type papier dat in elke papierbron is geplaatst wordt aangegeven met pictogrammen. (Basisinstellingen van de machine configureren)
betekent dat het papier verticaal is geplaatst, en betekent dat het papier horizontaal is geplaatst. Wanneer een papierformaat het achtervoegsel <R> (zoals bij A4R) bevat, betekent dit dat het papier horizontaal in een papierlade of op de papiertafel is geplaatst.
U kunt alleen enveloppen in Papierlade 2 plaatsen wanneer de optionele Enveloppenaanvoer-D1 op de machine is aangesloten. Voor meer informatie, raadpleegt u Optionele apparatuur.
3
Voer het gewenste aantal kopieën in (van 1 t/m 999) met - (numerieke toetsen).
4
Druk op (Start).
Het kopiëren wordt gestart.

Kopiëren met de papiertafel

BELANGRIJK
Als de instellingen voor de papiertafel zijn ingesteld op 'Aan', worden het aangegeven papierformaat en -type toegepast als de standaardinstellingen, ongeacht het feitelijke formaat en type van het papier dat is geplaatst op de papiertafel. Schakel de instellingen uit of wijzig deze wanneer u papier van een ander formaat/type dan het huidig aangegeven formaat/type plaatst. (Basisinstellingen van de machine configureren)
1
Plaats het papier op de papiertafel.
De schermen voor het aangeven van het papierformaat en -type worden uitgeschakeld door het plaatsen van papier of enveloppen.
BELANGRIJK:
Als u A5-papier gebruikt, plaatst u het horizontaal. Verticaal plaatsen kan resulteren in papierstoringen.
N.B.
Voor instructies over het plaatsen van papier/enveloppen in de papiertafel raadpleegt u Basishandelingen.
2
Specificeren van het papierformaat en -type:
N.B.
Wanneer de standaardinstellingen van de papiertafel zijn ingesteld op 'Aan', worden de schermen voor het aangeven van het papierformaat en -type die in de volgende stappen worden aangegeven niet weergegeven, zelfs als u papier of enveloppen plaatst. Schakel de standaardinstellingen van de papiertafel uit om de instellingsschermen weer te geven. (Basisinstellingen van de machine configureren)
Als u een standaard papierformaat wilt selecteren:
1
Selecteer het papierformaat → druk op [Volgende].
BELANGRIJK:
Zorg ervoor dat de instelling van het papierformaat juist is. Als het papier dat in papiertafel is geplaatst, niet overeenkomt met het ingestelde papierformaat, kan het papier vastlopen.
N.B.
Om een inch papierformaat te selecteren, drukt u op [Inch-formaat].
2
Selecteer het type papier → druk op [OK].
BELANGRIJK:
Zorg ervoor dat de instelling van het papiertype juist is. Een onjuiste instelling van het papiertype kan een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de afbeelding, de fixeereenheid beschadigen en papierstoringen veroorzaken.
N.B.
[Transparant] kan alleen worden geselecteerd wanneer [A4] is geselecteerd als papierformaat.
Als [Transparant] of [Etiketten] is geselecteerd, kunt u Roteren, Sorteren of Nieten niet gebruiken als Afwerkmodus.
Raadpleeg Bijlage voor meer informatie over papierformaten/typen.
Als u een niet-standaard papierformaat wilt selecteren:
1
druk op [Afw. form.].
2
Druk op [X] → voer met de numerieke toetsen de lengte in van de horizontale as van het papier.
Het horizontale lengte kan worden ingesteld van 148 mm t/m 432 mm.
3
Druk op [Y] → voer met de numerieke toetsen de lengte in van de verticale as van het papier.
Het verticale lengte kan worden ingesteld van 99 mm t/m 297 mm.
4
Druk op [OK].
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat de instelling van het papierformaat juist is. Als het papier dat in papiertafel is geplaatst, niet overeenkomt met het ingestelde papierformaat, kan het papier vastlopen.
De volgende modi zijn niet mogelijk bij niet-standaard papierformaten: Roteren, Sorteren, Geroteerd groeperen, Sorteren + verschuiven, Groeperen + verschuiven, Nieten, 1 naar 2-Zijdig, 2 naar 2-Zijdig, Boek naar 2-Zijdig, Scheiding in twee pagina's, Beeldcombinatie, of ID-kaart kopie.
N.B.
Als u tijdens het invoeren van waarden een vergissing maakt, drukt u op [C] (Wissen) → voer de juiste waarden in.
Voor het invoeren van getallen in millimeters kunt u ook gebruik maken van - (numerieke toetsen) en (Wissen) op het bedieningspaneel.
Om de waarden in te voeren in inches, dient de Inchinvoerinstelling te zijn ingeschakeld. (Basisinstellingen van de machine configureren)
Voor het invoeren van de lengte in inches, dient een streep onder expressie (_) te worden ingevoerd tussen het gehele getal en de breuk.
U kunt maximaal twee sets veel gebruikte formaten opslaan. Druk op [Opslaan/Bewerken] → [Formaat 1] of [Formaat 2] → voer de waarde in voor <X> en <Y> → druk op [OK].
Om het opgeslagen formaat op te roepen, drukt u op [Formaat 1] of [Formaat 2] → druk op [OK] en ga verder naar de volgende stap om het papiertype op te geven.
5
Druk op [Volgende].
6
Selecteer het type papier → druk op [OK].
BELANGRIJK:
Zorg ervoor dat de instelling van het papiertype juist is. Een onjuiste instelling van het papiertype kan een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de afbeelding, de fixeereenheid beschadigen en papierstoringen veroorzaken.
N.B.
[3 ponsgaten] en [Transparant] kan niet worden geselecteerd voor niet-standaard papierformaten.
Raadpleeg Bijlage voor meer informatie over papierformaten/typen.
Als u een type envelop wilt selecteren:
1
Druk op [Envelop].
2
Selecteer het type envelop → druk op [OK].
BELANGRIJK:
Zorg ervoor dat de instelling van het enveloptype juist is. Als de enveloppen die in papiertafel zijn geplaatst, niet overeenkomen met het ingestelde envelopformaat, kan het papier vastlopen.
Als een envelopformaat is geselecteerd, kunnen de modi Afwerken, 1 naar 2-Zijdig, 2 naar 2-Zijdig, Boek naar 2-Zijdig, Scheiding in twee pagina's, Beeldcombinatie, of ID-kaart kopie niet worden ingesteld.
3
Druk op [OK].
3
Druk op [Gereed].
Het papierformaat en -type dat u hebt aangegeven worden weergegeven op de toets voor de papiertafel.
N.B.
Om de instellingen van het papierformaat en -type te wijzigen, verwijdert u het papier uit de papiertafel, plaatst u het papier opnieuw en stelt u de instellingen opnieuw in vanaf stap 2.
4
Druk op (Start).
Het kopiëren wordt gestart.
N.B.
U kunt alleen enveloppen in Papierlade 2 plaatsen wanneer de optionele Enveloppenaanvoer-D1 op de machine is aangesloten. Voor meer informatie, raadpleegt u Standaard onderhoud.
4HYC-01E