Aanpassen van de densiteit van de achtergrondkleur
Deze modus stelt u in staat de densiteit van de achtergrondkleur aan te passen wanneer kleurenoriginelen worden gescand. U kunt rood, groen en blauw afzonderlijk van elkaar aanpassen.
BELANGRIJK
|
De instelling voor [Achtergrond aanpassen] is ongeldig wanneer wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden.
Om [Achtergrond aanpassen] te activeren, wijzigt u de instellingen.
|
1
Raadpleeg
(VERZENDEN) → plaats uw originelen → geef de bestemming aan.
N.B.
Voor instructies over het plaatsen van uw originelen raadpleegt u
Basishandelingen.
2
Druk op [Scaninstellingen] → selecteer [Optie].
Voor assistentie raadpleegt u stap 2 in
Aangeven van het documentformaat.
3
Druk op [Achtergrond aanpassen].
4
Druk op [-] of [+] om de mate waarin u de betreffende kleur wilt aanpassen aan te geven → druk op [OK].
U kunt de densiteit van elke kleur aanpassen door op [-] of [+] te drukken. Druk op [-] om de kleur lichter te maken of druk op [+] om de kleur donkerder te maken.
N.B.
Als de verzendfunctie (optioneel voor de imageRUNNER 2525/2520) niet is ingeschakeld en de optionele Super G3 Fax Board-AG1 is aangesloten op de machine, verschijnt het hieronder afgebeelde scherm in deze stap. Druk op [-] of [+] om de densiteit van de achtergrondkleur aan te passen → druk op [OK].
Als u de densiteit van de achtergrondkleur aanpast, wordt de automatische scanbelichting, die is beschreven in
Aanpassen van de densiteit en de beeldkwaliteit, geannuleerd, en het origineel wordt volgens de instellingen in deze stap gescand.
5
Druk op [OK].
N.B.
Om de aangegeven instellingen te annuleren, drukt u op het scherm Scaninstellingen op [Annuleren] of u drukt op
(Reset).
6
Druk op
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
Om het scannen te annuleren, drukt u op [Annuleren] of
(Stop).
Als het origineel op de glasplaat is geplaatst, volgt u de instructies die op het aanraakscherm verschijnen → druk op
(Start) voor elk origineel. Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand.
Zodra het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens naar de gespecificeerde bestemming verzonden.
N.B.
De aangegeven instellingen gaan terug naar hun standaard waarden nadat de documenten zijn verzonden. Als u de standaarinstellingen wilt behouden, raadpleegt u
Veel gebruikte scaninstellingen als standaard opslaan (Standaard verzendinstellingen).