|
BELANGRIJK
|
|
Als Taalomschakeling is ingesteld op 'Aan,' zijn sommige tekens uitgesloten en kunnen deze niet worden ingevoerd. Voor het invoeren van alle tekens dient u de Taalomschakeling op 'Uit' in te stellen. (Basisinstellingen van de machine configureren)
|
(VERZENDEN) → plaats uw originelen./L02001.gif)
/L02002.gif)
/L02003.gif)
|
1
|
Druk op [Details].
![]() |
|
2
|
Controleer of wijzig de gegevens van de bestemming → druk op [OK].
![]() Het display gaat terug naar het bovenste scherm.
|
|
1
|
Druk op [Wissen].
![]() De aangegeven bestemming is van de lijst met bestemmingen verwijderd.
|
/L02006_1.gif)
/L02006_2.gif)
/L02007.gif)
] of [
] om naar de gewenste instelling te bladeren als deze niet wordt weergegeven.|
|
[Documentnaam]:
|
Stelt de naam van het document in dat u wilt verzenden. U kunt voor de documentnaam maximaal 24 tekens invoeren.
|
|
[Onderwerp]:
|
Stelt het onderwerp van het e-mailbericht in. Voor het onderwerp kunt u maximaal 40 tekens invoeren.
Als u geen onderwerp wilt invoeren, wordt het standaardonderwerp dat is ingesteld bij <Standaardonderwerp>, gebruikt. (Setting the Send Function) |
|
|
[Bericht]:
|
Stelt het tekstbericht in. U kunt voor het bericht maximaal 140 tekens invoeren. Een harde return telt als een teken.
|
|
|
[Antwoord naar]:
|
Stelt het antwoordadres in. Wanneer u op [Antwoord naar] drukt, verschijnen e-mailadressen die in het adresboek zijn opgeslagen. Selecteer een adres uit het adresboek als antwoordadres. Voor instructies over het gebruik van het adresboek raadpleegt u Gebruik van het adresboek.
E-mailadressen moeten vooraf worden opgeslagen in het adresboek. (Het adresboek registreren) |
|
|
[E-mail prioriteit]:
|
Stelt de prioriteit van uw e-mailbericht in. Druk op de keuzelijst E-mail prioriteit → selecteer de gewenste instelling voor de prioriteit van uw e-mailbericht.
|
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
(Stop).
(Start) voor elk origineel. Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand.
(Start) drukt. Geef het formaat van het origineel handmatig op → druk op [OK].
(Start) drukt. (Customizing Settings) Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op → druk op [OK].|
N.B.
|
|
Als u een document naar een l-fax adres verzendt, zijn de volgende condities altijd geselecteerd:
Papierformaat: A4
De reden hiervan is dat de afzender niet weet of de machine van de andere partij andere formaten dan A4 kan ontvangen. Originelen groter dan A4 worden verkleind naar A4-formaat. Bestandsindeling: TIFF
Kleurmodus: Z-W
Resolutie: 200 × 100 dpi of 200 × 200 dpi
|
(VERZENDEN) → plaats uw originelen./L02008.gif)
/L02009.gif)
/L02010.gif)
|
1
|
Druk op [Details] → controleer of wijzig de gegevens van de bestemming → druk op [OK].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
|
1
|
Druk op [Wissen].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
/L02010_1.gif)
/L02010_2.gif)
/L02011.gif)
] of [
] om naar de gewenste instelling te bladeren als deze niet wordt weergegeven.|
|
[Documentnaam]:
|
Stelt de naam van het document in dat u wilt verzenden. U kunt voor de documentnaam maximaal 24 tekens invoeren.
|
|
[Onderwerp]:
|
Stelt het onderwerp van de l-faxdocumenten in. Voor het onderwerp kunt u maximaal 40 tekens invoeren.
Als u geen onderwerp wilt invoeren, wordt het standaardonderwerp dat is ingesteld bij <Standaardonderwerp>, gebruikt. (Setting the Send Function) |
|
|
[Bericht]:
|
Stelt het tekstbericht in. U kunt voor het bericht maximaal 140 tekens invoeren. Een harde return telt als een teken.
|
|
|
[Antwoord naar]:
|
Stelt het antwoordadres in. Wanneer u op [Antwoord naar] drukt, verschijnen e-mailadressen die in het adresboek zijn opgeslagen. Selecteer een adres uit het adresboek als antwoordadres. Voor instructies over het gebruik van het adresboek raadpleegt u Gebruik van het adresboek.
E-mailadressen moeten vooraf worden opgeslagen in het adresboek. (Het adresboek registreren) |
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
(Stop).
(Start) voor elk origineel. Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand.
(Start) drukt. Geef het formaat van het origineel handmatig op → druk op [OK].
(Start) drukt. (Customizing Settings) Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord op → druk op [OK].|
BELANGRIJK
|
|
Het aantal gebruikers of clients dat toegang heeft tot een server onder Windows 2000/XP/Vista/7/Server 2003/Server 2008 is beperkt. Zodra het aantal gebruikers of clients is bereikt, is verzending met Windows 2000/XP/Vista/7/Server 2003/Server 2008 naar een bestandsserver niet mogelijk.
|
(VERZENDEN) → plaats uw originelen./L02012.gif)
/L02013.gif)
|
Protocol
|
Systeemvereisten
|
Toepassing
|
|
FTP
|
Sun Solaris 2.6 of hoger, Mac OS X of Red Hat Linux 7.2
|
-
|
|
Windows 2000 Server
|
Internet Information Services 5.0
|
|
|
Windows XP Professional
|
Internet Information Services 5.1
|
|
|
Windows Server 2003
|
Internet Information Services 6.0
|
|
|
Windows Vista/Server 2008
|
Internet Information Services 7.0
|
|
|
Windows 7/Server 2008 R2
|
Internet Information Services 7.5
|
|
|
Windows (SMB)
|
Windows 2000/XP/Vista/7/Server 2003/Server 2008
|
-
|
|
Mac OS X/UNIX/Linux
|
Samba 2.2.8a of hoger
|
|
Protocol
|
Systeemvereisten
|
Toepassing
|
|
FTP
|
Solaris Version 9 of hoger, Red Hat Enterprise Linux AS/ES/WS 4.0 of hoger, of Mac OS X 10.3 of hoger
|
-
|
|
1
|
Druk op [Hostnaam].
![]() Een hostnaam is de naam die is toegekend aan de hostcomputer die de diensten op het internet verzorgt. Aan elke hostcomputer wordt een eigen hostnaam toegekend om deze op het Internet te kunnen aangeven. In dit invoervak voert u de naam van de bestandsserver op het netwerk in als de bestemming van de verzendopdracht.
|
|
2
|
Voer via het toetsenbord op het scherm de hostnaam in (max. 47 tekens of 120 tekens wanneer [Windows (SMB)] is geselecteerd als het serverprotocol) → druk op [OK].
![]() |
|
3
|
Druk op [Bestandspad].
![]() Een bestandspad is een serie tekens die de locatie van de map aangeeft. In dit tekstvakje kunt u een map op de bestandsserver aangeven als de bestemming van de verzendopdracht.
|
|
4
|
Voer via het toetsenbord op het scherm het bestandspad in (max. 120 tekens) → druk op [OK].
![]() |
|
5
|
Druk op [Gebruiker].
![]() |
|
6
|
Voer via het toetsenbord op het scherm de gebruikersnaam in (max. 24 tekens) → druk op [OK].
![]() |
|
7
|
Druk op [Wachtwoord].
![]() |
|
8
|
Voer een wachtwoord in (max. 24 tekens of 14 tekens wanneer [Windows (SMB)] is geselecteerd als het server protocol) met het toetsenbord op het scherm → druk op [OK].
![]() Nadat u op [OK] heeft gedrukt, verschijnt het wachtwoord dat u heeft ingevoerd als sterretjes (********) op het scherm [Bestand].
|
|
BELANGRIJK
|
|
Als u Taalomschakeling bij Standaardinstellingen op 'Aan' heeft ingesteld, worden de tekens die u heeft ingevoerd in [Hostnaam] en [Bestandspad] mogelijk niet goed weergegeven zodat u er niet naar kunt verwijzen.
|
|
N.B.
|
|
Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u Basishandelingen.
Als u verzendt naar een iW Document Manager*-map, stelt u het FTP-serveradres in dat bij iW Gateway is opgegeven als bestemming. Met iW Document Manager en de verzendfunctie van de machine kunt u gedigitaliseerde documenten en computergegevens in het netwerk beheren. Voor meer informatie over de iW Document Manager raadpleegt u de desbetreffende iW Gateway documentatie.
* een documentbeheerssysteem dat door Canon wordt geleverd
|
|
1
|
Druk op [Bladeren].
![]() BELANGRIJK:
Na het inschakelen dient u te wachten tot de periode is verstreken die bij Opstarttijdinstellingen is ingesteld voordat u op [Bladeren] kunt drukken. Verzending via het netwerk is pas mogelijk nadat deze opstartperiode is verstreken. (Other System Settings)
|
|
2
|
Selecteer de gewenste werkgroep → druk op [Omlaag].
Druk op [
] of [ ] om naar de gewenste werkgroep te bladeren als deze niet wordt weergegeven.![]() |
|
3
|
Selecteer de gewenste bestandsserver → druk op [Omlaag] of [OK].
![]() Als u gescande documenten uit een bepaalde map op de geselecteerde bestandsserver wilt verzenden, druk dan op [Omlaag] → selecteer de gewenste map → druk op [OK].
Zo niet, druk dan op [OK].
|
/L02027.gif)
|
1
|
Druk op [Details] → controleer of wijzig de gegevens van de bestemming → druk op [OK].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
|
1
|
Druk op [Wissen].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
/L02027_1.gif)
/L02027_2.gif)
/L02028.gif)
|
|
[Documentnaam]:
|
Stelt de naam van het document in dat u wilt verzenden. U kunt voor de documentnaam maximaal 24 tekens invoeren.
Als u in de documentnaam tekens als ',', '/', '[' of ']' gebruikt, kunt u het bestand wellicht niet verzenden naar bestandsservers met besturingssystemen die zulke tekens niet herkennen. |
|
[Bericht]:
|
Stelt het tekstbericht in. U kunt voor het bericht maximaal 140 tekens invoeren. Een harde return telt als een teken.
Wanneer u documenten naar een bestandsserver verzendt, worden de tekens die u invoert in [Bericht] als een tekstbestand verzonden. Als u echter geen tekens in [Bericht] invoert, wordt het beeldbestand zonder tekstbestand naar de server verzonden. |
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
(Stop).
(Start) voor elk origineel. Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand.
(Start) drukt. Geef het formaat van het origineel handmatig op → druk op [OK].|
BELANGRIJK
|
|
De bestandssystemen van het USB-geheugenapparaat die worden ondersteund zijn FAT16 en FAT32.
De maximale grootte van een USB-geheugenapparaat die wordt ondersteund, zijn als volgt:
FAT32: 8GB
FAT16: 2GB
USB-geheugenapparaten met beveiligingsfuncties of kaartlezers worden niet ondersteund.
USB-geheugenapparaten die met een verlengkabel worden gebruikt, worden niet ondersteund.
Gebruik van USB-geheugenapparaten via een USB-hub wordt niet ondersteund (met uitzondering van de optionele USB-toepassing 3-Port Interface Kit-A1).
USB-geheugenmedia apparaten die niet compatibel zijn met de specificaties van USB worden niet ondersteund.
In sommige gevallen worden afbeeldingen mogelijk niet correct opgeslagen als gevolg van het type USB-geheugenapparaat dat is gebruikt.
|
|
N.B.
|
|
Voor een USB-geheugenapparaat dat is geformatteerd met het FAT 16 bestandssysteem, kunnen maximaal 255 bestanden worden opgeslagen in de root directory (het hoogste niveau van de directory tree in het USB-geheugenapparaat). Aanbevolen wordt dat u vooraf een computer gebruikt voor het rangschikken van de root directory in uw USB-geheugenapparaat door bestaande bestanden naar een nieuwe map te verplaatsen of onnodige bestanden te verwijderen. Het formatteren van het USB-geheugenapparaat naar FAT32 wordt ook aanbevolen als er geen noodzakelijke bestanden op het USB-geheugenapparaat staan.
Als de bestemmingsmap van de gescande afbeeldingen te veel bestanden bevat, zal de tijd voor het opslaan toenemen. Aanbevolen wordt dat u vooraf een computer gebruikt voor het rangschikken van uw bestemmingsmap door bestaande bestanden naar een nieuwe map te verplaatsen of onnodige bestanden te verwijderen.
|
(VERZENDEN) → plaats uw originelen./USB_gray_1.gif)
/LW02029.gif)
/L02030.gif)
/L02031.gif)
/L02031_1.gif)
/L02031_2.gif)
/L02032.gif)
|
|
[Documentnaam]:
|
Stelt de naam van het document in dat u wilt verzenden. U kunt voor de documentnaam maximaal 24 tekens invoeren.
|
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
(Stop).
(Start) drukt. Geef het formaat van het origineel handmatig op → druk op [OK].|
BELANGRIJK
|
|
De Geheugenverzending modus wordt automatisch ingesteld wanneer:
De Uitgestelde-verzendingsmodus wordt gebruikt
Meerdere bestemmingen zijn opgegeven
De Direct verzenden modus niet wordt gebruikt
|
|
N.B.
|
|
Het geheugen biedt plaats aan in totaal circa 1.000 pagina's verzonden en ontvangen documenten.
Als het geheugen vol raakt, verwijdert u overbodige, ontvangen documenten met het scherm Systeem monitor. (Controleren/Wijzigen van de status van documenten in het geheugen)
|
(VERZENDEN) → plaats uw originelen./L02033.gif)
-
(numerieke toetsen)./L02034.gif)
|
|
[Pauze]:
|
Druk op deze toets om in het faxnummer dat u kiest een pauze van enkele seconden in te voegen. Als u een pauze invoegt in het faxnummer, verschijnt de letter <p> tussen de cijfers. Als u een pauze invoegt aan het einde van het faxnummer, verschijnt de letter <P>. Wanneer u een internationaal nummer kiest, voeg dan een pauze in na de internationale toegangscode en aan het einde van het faxnummer. (Kiezen van een internationaal nummer)
|
|
[Toon]:
|
Druk op deze toets wanneer u een doorkieslijn wilt bellen die op een PBX (huistelefooncentrale) is aangesloten en alleen toonkiezen accepteert. Als u op [Toon] drukt, verschijnt de letter <T>.
|
|
|
[R]:
|
Druk op deze toets om de R-functie te gebruiken. ( Bellen via een binnenlijn)
|
|
|
[
] [ ]: |
Druk op deze toets om de cursor te verplaatsen.
|
|
|
[Backspace]:
|
Druk op deze toets voor het verwijderen van het cijfer dat links van de cursor staat.
|
(Wissen) drukken om uw invoer te wissen./L02035.gif)
|
1
|
Druk op [Details] → controleer of wijzig de gegevens van de bestemming → druk op [OK].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
|
1
|
Druk op [Wissen].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
/L02035_1.gif)
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
(Stop).
(Start) voor elk origineel. Druk op [Gereed] zodra alle originelen zijn gescand.
(Start) drukt. Geef het formaat van het origineel handmatig op → druk op [OK].|
BELANGRIJK
|
|
Bij de modus Direct verzenden kunt u slechts één bestemming per keer aangeven.
Als een fout optreedt of u verzending in de Direct verzenden modus annuleert, kunt u controleren hoeveel pagina's naar de bestemming zijn verzonden door de communicatierapporten af te laten drukken of door het scherm Systeem Monitor te gebruiken. (Raadpleeg Afdrukken van communicatierapporten of Controleren/Afdrukken van communicatielogboek.)
|
(VERZENDEN) → plaats uw originelen./L02037.gif)
-
(numerieke toetsen)./L02038.gif)
|
|
[Pauze]:
|
Druk op deze toets om in het faxnummer dat u kiest een pauze van enkele seconden in te voegen. Als u een pauze invoegt in het faxnummer, verschijnt de letter <p> tussen de cijfers. Als u een pauze invoegt aan het einde van het faxnummer, verschijnt de letter <P>. Wanneer u een internationaal nummer kiest, voeg dan een pauze in na de internationale toegangscode en aan het einde van het faxnummer. (Kiezen van een internationaal nummer)
|
|
[Toon]:
|
Druk op deze toets wanneer u een doorkieslijn wilt bellen die op een PBX (huistelefooncentrale) is aangesloten en alleen toonkiezen accepteert. Als u op [Toon] drukt, verschijnt de letter <T>.
|
|
|
[R]:
|
Druk op deze toets om de R-functie te gebruiken. ( Bellen via een binnenlijn)
|
|
|
[
] [ ]: |
Druk op deze toets om de cursor te verplaatsen.
|
|
|
[Backspace]:
|
Druk op deze toets voor het verwijderen van het cijfer dat links van de cursor staat.
|
(Wissen) drukken om uw invoer te wissen./L02039.gif)
|
1
|
Druk op [Details] → controleer of wijzig de gegevens van de bestemming → druk op [OK].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
|
1
|
Druk op [Wissen].
Voor assistentie raadpleegt u stap 4 in Verzenden van een e-mailbericht.
|
/L02039_1.gif)
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
(Stop).
(Start) drukt. Geef het formaat van het origineel handmatig op → druk op [OK].|
BELANGRIJK
|
|
Als u tijdens de verzending de Handmatige verzending modus annuleert, zullen de reeds gescande pagina's worden verzonden. U kunt controleren hoeveel pagina's naar de bestemming zijn verzonden door de communicatierapporten af te drukken of het scherm Systeem monitor te gebruiken. (Afdrukken van communicatierapporten, Controleren/Afdrukken van communicatielogboek)
|
(VERZENDEN) → plaats uw originelen./L02041.gif)
/L02042.gif)
/L02043.gif)
-
(numerieke toetsen)./L02044.gif)
|
|
[Toon]:
|
Druk op deze toets wanneer u een doorkieslijn wilt bellen die op een PBX (huistelefooncentrale) is aangesloten en alleen toonkiezen accepteert. Als u op [Toon] drukt, verschijnt de letter <T>.
|
|
[R]:
|
Druk op deze toets om de R-functie te gebruiken. ( Bellen via een binnenlijn)
|
|
|
[Einde]:
|
Druk hierop om de Handmatige verzending modus te annuleren.
|
(Start) om het scannen van uw originelen te starten.
(Stop).
(Start) drukt. Geef het formaat van het origineel handmatig op → druk op [OK].