Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat door deze in de machine te plaatsen en de gewenste afbeeldingen te selecteren op het aanraakscherm. U hoeft de machine niet op uw computer aan te sluiten om afbeeldingen af te drukken.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de instelling Gebruik media-afdruk bij de instellingen voor geheugenmedia is ingeschakeld. Voor meer informatie, raadpleegt u
Other System Settings.
BELANGRIJK
|
De bestandssystemen van het USB-geheugenmedia apparaat die worden ondersteund zijn FAT16 en FAT32.
De maximale omvangen van een USB-geheugenmedia apparaat die worden ondersteund zijn als volgt:
FAT32: 8GB
FAT16: 2GB
USB-geheugenapparaten met beveiligingsfuncties of kaartlezers worden niet ondersteund.
USB-geheugenapparaten die met een verlengkabel worden gebruikt worden niet ondersteund.
Gebruik van USB-geheugenapparaten via een USB-hub wordt niet ondersteund (met uitzondering van de optionele USB-toepassing 3-Port Interface Kit-A1).
USB-geheugenapparaten die niet compatibel zijn met de specificaties van USB worden niet ondersteund
|
N.B.
|
U kunt alleen gegevens uit één map tegelijkertijd afdrukken.
U kunt geen gegevens uit een map van lager niveau selecteren.
De volgende bestandsindelingen worden ondersteund:
JPEG
TIFF
JPEG-bestanden die voldoen aan het volgende, worden ondersteund:
DCF/Exif2.21 of eerder/JFIF
Aantal pixels: 160×120 t/m 7.040×10.200 pixels (ongeveer gelijk aan formaat van A3 of 11"×17" in 600 dpi)
Aantal componenten: 3
Verhouding afmetingen: 4:1:1 (16×16), 4:1:1 (32×8), 4:2:2 (16×8) of 4:4:4 (8×8)
Progressieve JPEG-bestanden worden niet ondersteund.
Ondersteunde TIFF-bestandsindeling is TIFF Profile F, die een zwart-witte TIFF-bestandsindeling is die wordt gebruikt voor I-faxen.
De af te drukken afbeeldingen worden wanneer nodig automatisch gedraaid zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen. Een TIFF-afbeelding met een lengte van 8.192 pixels of meer kan echter niet worden gedraaid.
Afhankelijk van de gegevens, worden sommige afdrukken misschien niet goed uitgevoerd.
|
1
Sluit het USB-geheugenapparaat met het gegevensbestand dat u wilt afdrukken, aan op de USB-poort aan de linker- of rechterzijde van de machine.
BELANGRIJK:
De USB-poorten aan de rechterzijde van de machine zijn optioneel (USB Application 3-Port Interface Kit-A1).
De USB-poort aan de linkerzijde is niet beschikbaar wanneer de bovenstaande optie is aangesloten.
N.B.
Als bovenstaand scherm verschijnt, drukt u op [Gereed].
Het weergegeven bericht is afhankelijk van de instellingen in Geheugenmedia-instellingen. (
Other System Settings)
Als één van onderstaande meldingen verschijnt, volg dan de instructies in
Basishandelingen om de nodige stappen te ondernemen:
<Voer het Afdelings-ID en wachtwoord in met de numerieke toetsen.>
<U moet een controlekaart plaatsen.>
<Voer het Gebruikers ID en wachtwoord in.>
2
Druk op
(SCANNEN/AFDRUKKEN) → [Geheugenmedia-afdruk].
3
Selecteer het USB-geheugenapparaat met daarop de gegevens die u wilt afdrukken → [Omlaag].
N.B.
U kunt een inhoudsregister van alle bestanden in het geselecteerde USB-geheugenapparaat afdrukken. Voor instructies over het afdrukken van een inhoudsregister raadpleegt u
Afdrukken van inhoudsregister.
4
Selecteer de map met daarin de gegevens die u wilt afdrukken → [Omlaag].
Als u gegevens selecteert die buiten de map zijn opgeslagen, gaat u verder naar stap 5.
N.B.
U kunt de gewenste gegevens selecteren door alle gegevens te sorteren op datum of extensie. Voor instructies over het sorteren van gegevens op datum raadpleegt u
Bestanden op datum selecteren. Voor instructies over het sorteren van gegevens op extensie raadpleegt u
Bestanden op extensie selecteren.
5
Selecteer de gegevens die u wilt afdrukken.
U kunt tegelijkertijd meerdere bestanden in dezelfde map selecteren.
N.B.
U kunt gegevens uit maar één map tegelijkertijd selecteren.
Als u de details van de gegevens wilt controleren, drukt u op [Details].
6
Geef de gewenste papierbron en het aantal afdrukken op.
: Druk op
en selecteer de gewenste papierbron.
N.B.
De afbeeldingsgrootte wordt automatisch aangeast zodat de afbeelding op het geselecteerde papierformaat past. Als de afbeeldingsgrootte de grootte van het geselecteerde papier overschrijdt, wordt alleen het gedeelte afgedrukt dat op het papier past.
|
[Aant. kop.]:
|
Geef het aantal afdrukken op door op [-] of [+] te drukken of met behulp van - (numerieke toetsen). Het aantal kan afzonderlijk worden opgegeven.
|
7
Als u aanvullende instellingen wilt opgeven, drukt u op [Spec. func.].
Ga anders verder naar stap 9.
N.B.
De onderstaande instellingen gelden alleen voor JPEG-bestanden. Als de geselecteerde gegevens TIFF-bestanden bevatten, worden de instellingen niet toegepast op de TIFF-bestanden.
8
Selecteer de gewenste instellingen voor de afdrukken.
|
[N op 1]:
|
Selecteer [2 op 1] of [4 op 1] om twee of vier afbeeldingen te verkleinen zodat ze op één vel passen.
|
N.B.
Het aantal afdrukken is beperkt tot één.
Alleen JPEG-gegevens kunnen worden afgedrukt. Als de geselecteerde bestanden TIFF-bestanden bevatten, worden alleen de JPEG-bestanden afgedrukt.
De afdrukgrootte wordt automatisch aangepast aan de grootte van één vel papier.
De volgorde van de indeling kan niet worden opgegeven.
Onder de afgedrukte afbeelding wordt een lege ruimte opengelaten voor het afdrukken van de datum en de bestandsnaam, zelfs als [Datum afdrukken] of [Bestandsnaam afdrukken] is ingesteld op [Uit].
|
[Datum afdrukken]:
|
Selecteer of de aanmaakdatum al dan niet moet worden afgedrukt op de afdruk.
|
|
[Bestandsnaam afdrukken]:
|
Selecteer of de bestandsnaam al dan niet moet worden afgedrukt op de afdruk.
|
N.B.
Alleen de data en bestandsnamen voor JPEG-bestanden kunnen worden afgedrukt.
De afdrukbare bestandsnaam kan bestaan uit maximaal 20 tekens.
Wanneer u een inhoudsregister afdrukt, worden de datum en bestandsnamen automatisch afgedrukt. Voor instructies over het afdrukken van een inhoudsregister raadpleegt u
Afdrukken van inhoudsregister.
|
[Helderheid]:
|
Pas de helderheid aan uw wensen aan.
|
|
[Halftonen]:
|
Selecteer [Foutdiffusie] of [Gradatie] om de afbeelding te optimaliseren voor het afdrukken.
|
N.B.
De instellingen voor [Helderheid] en [Halftonen] worden alleen op de JPEG-bestanden toegepast.
De standaardinstelling voor de instelling [Halftonen] is [Foutdiffusie].
9
Druk op [Start afdrukken].
Als u de opdracht wilt annuleren, drukt u op [Annuleren] of
(Stop) terwijl het pop-upvenster wordt weergegeven.
N.B.
Voor instructies over het controleren van het record met media-afdrukopdrachten raadpleegt u
Het afdruklogboek controleren.
10
Verwijder het USB-geheugen media-apparaat van de USB-poort wanneer het afdrukken is voltooid.
BELANGRIJK:
Verwijder het USB-geheugenapparaat niet wanneer het verwerkings-/gegevenslampje knippert. Het knipperende lampje geeft aan dat de machine bezig is de gegevens van het geheugenmedium te lezen. De gegevens kunnen beschadigd raken als u het USB-geheugenapparaat op dit moment verwijdert.
Afdrukken van inhoudsregister
U kunt een inhoudsregister afdrukken van de gegevens die op een USB-geheugenapparaat zijn opgeslagen.
N.B.
|
Deze functie is alleen beschikbaar voor JPEG-bestanden. Als de geselecteerde map TIFF-bestanden bevat, worden ze niet afgedrukt.
De afdrukgegevens en bestandsnamen worden automatisch onder de afbeeldingen afgedrukt.
|
1
Open het media-afdrukscherm om de bestanden op te geven die u wilt afdrukken.
2
Selecteer de map met daarin de bestanden waarvoor u een inhoudsregister wilt afdrukken.
Als u een map wilt selecteren, drukt u op de map → [Omlaag].
3
Druk op [Inhoudsregister afdrukken] → [Ja].
Verwijder het USB-geheugen media-apparaat van de USB-poort wanneer het afdrukken is voltooid.
BELANGRIJK:
Verwijder het USB-geheugenapparaat niet wanneer het verwerkings-/gegevenslampje knippert. Het knipperende lampje geeft aan dat de machine bezig is de gegevens van het geheugenmedium te lezen. De gegevens kunnen beschadigd raken als u het USB-geheugenapparaat op dit moment verwijdert.
Alle bestanden in de map selecteren
U kunt alle bestanden die in de geselecteerde map zijn opgeslagen, in één keer afdrukken. Het aantal afdrukken kan voor elk afzonderlijk bestand worden opgegeven.
1
Open het media-afdrukscherm om de bestanden op te geven die u wilt afdrukken.
2
Selecteer de map met daarin de bestanden die u wilt afdrukken.
Als u een map wilt selecteren, drukt u op de map → [Omlaag].
3
Druk op [Alles selecteren].
Om het aantal afdrukken voor afzonderlijke bestanden op te geven, raadpleegt u
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat.
4
Druk op [Start afdrukken].
Verwijder het USB-geheugen media-apparaat van de USB-poort wanneer het afdrukken is voltooid.
BELANGRIJK:
Verwijder het USB-geheugenapparaat niet wanneer het verwerkings-/gegevenslampje knippert. Het knipperende lampje geeft aan dat de machine bezig is de gegevens van het geheugenmedium te lezen. De gegevens kunnen beschadigd raken als u het USB-geheugenapparaat op dit moment verwijdert.
Bestanden op datum selecteren
U kunt bestanden op datum zoeken om alleen de gewenste bestanden te selecteren en af te drukken. Deze functie is vooral nuttig wanneer er een aantal bestanden in de map zitten of wanneer de bestandsnamen het lastig maken om de gewenste bestanden te identificeren.
1
Open het media-afdrukscherm om de bestanden op te geven die u wilt afdrukken.
2
Druk op
→ [Opgegeven datum].
3
Selecteer de startdatum → [Volgende].
4
Selecteer de einddatum → [OK].
5
Selecteer de gegevens die u wilt afdrukken.
Om het aantal afdrukken voor afzonderlijke bestanden op te geven, raadpleegt u
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat.
6
Druk op [Start afdrukken].
Verwijder het USB-geheugen media-apparaat van de USB-poort wanneer het afdrukken is voltooid.
BELANGRIJK:
Verwijder het USB-geheugenapparaat niet wanneer het verwerkings-/gegevenslampje knippert. Het knipperende lampje geeft aan dat de machine bezig is de gegevens van het geheugenmedium te lezen. De gegevens kunnen beschadigd raken als u het USB-geheugenapparaat op dit moment verwijdert.
Bestanden op extensie selecteren
U kunt bestanden op indeling zoeken om alleen de gewenste bestanden te selecteren en af te drukken.
1
Open het media-afdrukscherm om de bestanden op te geven die u wilt afdrukken.
Voor assistentie raadpleegt u stap 1 t/m 3 in
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat.
2
Selecteer de map met daarin de bestanden die u wilt afdrukken.
Als u een map wilt selecteren, drukt u op de map → [Omlaag].
3
Druk op
→ [JPEG] of [TIFF].
4
Selecteer de gegevens die u wilt afdrukken.
Om het aantal afdrukken voor afzonderlijke bestanden op te geven, raadpleegt u stap 6 bij
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat.
5
Druk op [Start afdrukken].
Verwijder het USB-geheugen media-apparaat van de USB-poort wanneer het afdrukken is voltooid.
BELANGRIJK:
Verwijder het USB-geheugenapparaat niet wanneer het verwerkings-/gegevenslampje knippert. Het knipperende lampje geeft aan dat de machine bezig is de gegevens van het USB-geheugenapparaat te lezen. De gegevens kunnen beschadigd raken als u het USB-geheugenapparaat op dit moment verwijdert.