Gereserveerd kopiëren
U kunt de machine al tijdens het afdrukken of verwerken van een opdracht instellen om originelen te scannen.
U kunt een kopieeropdracht reserveren op de volgende momenten:
Terwijl de machine wacht
U kunt kopieerinstellingen aangeven of originelen scannen terwijl de machine in de wachtstand staat. Dit is direct mogelijk nadat u de machine in de AAN-stand zet of na het verwijderen van vastgelopen papier. Het kopiëren begint automatisch zodra de machine gereed is. De melding <Gereed voor maken van gereserveerde kopieën. (Instellingen gewijzigd)> verschijnt wanneer de machine gereserveerde kopieën kan maken.
Terwijl de machine afdrukt
U kunt de kopieerinstellingen voor een nieuwe opdracht al aangeven terwijl de machine nog bezig is met afdrukken. De nieuwe opdracht wordt automatisch gekopieerd zodra de huidige opdracht is voltooid.
|
N.B.
|
|
In de volgende situaties kunt u gereserveerd kopiëren terwijl de machine in de wachtstand staat:
Gedurende de tijd tussen het inschakelen van de machine en het moment dat de machine gereed is om te kopiëren
Nadat u een papierstoring hebt verholpen
Meteen na het sluiten van het deksel van de machine of een optionele accessoire, zoals een finisher
|
Volgorde van gereserveerd kopiëren
1.
Druk op 
→ [Kopie].
→ [Kopie].
Als het pop-upscherm dat verschijnt terwijl de machine bezig is met het afdrukken of wacht om af te drukken wordt weergegeven, drukt u op [Sluiten].
2.
Geef de gewenste kopieermodus aan.
3.
Druk op 
.
.Als u een kopieeropdracht reserveert terwijl de machine bezig is met afdrukken, wordt het kopiëren van de nieuwe opdracht automatisch gestart zodra de huidige opdracht is uitgevoerd. Als u het maximale aantal opdrachten dat u kunt reserveren overschrijdt, volgt u de melding die verschijnt om de activiteit opnieuw uit te voeren.
Reserveren van een kopieeropdracht met de Papiertafel-B1
U kunt het type papier reserveren voor kopieeropdrachten waarvoor gebruik wordt gemaakt van de Papiertafel-B1, zelfs tijdens het gebruik van de Papiertafel-B1.
Voorbeeld: U kunt A4-papier reserveren dat in de Papiertafel-B1 moet worden gebruikt wanneer u A3-papier in de Papiertafel-B1 gebruikt om de huidige opdracht af te drukken.
1.
Druk op → [Kopie].
→ [Kopie].Als het pop-upscherm dat verschijnt terwijl de machine bezig is met het afdrukken of wacht om af te drukken wordt weergegeven, drukt u op [Sluiten].
2.
Geef de gewenste kopieermodus aan.
3.
Druk op [Selecteer papier] → [Wijzig papier papiertafel].
/b_copy_007_01_c_C.jpg)
Als u een opdracht niet reserveert, verschijnt het scherm Wijzig papier papiertafel zodra u papier op de Papiertafel-B1 plaatst. (Zie "Papier plaatsen in het Papiertafel-B1.")
4.
Selecteer het gewenste type en formaat papier.
Als het gewenste type papier niet beschikbaar is op het scherm Selecteer papier, drukt u op [Gedet. instel.] en selecteert u het gewenste type papier op het scherm Gedet. instel.
Als u kopieert op de achterzijde van een eerder bedrukt vel papier, drukt u op [2de zijde van 2-zijdige pag.].
|
BELANGRIJK
|
|
Zorg dat het juiste type papier is ingesteld. Als het type papier niet goed is ingesteld, kan dit een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de afbeelding. Bovendien kan de fixeereenheid vuil worden, het papier vastlopen en kan het nodig zijn om een servicemonteur te laten komen.
|
|
N.B.
|
|
U kunt papiertypen die niet worden getoond in de lijst met gedetailleerde instellingen, registreren in <Wijzig papier papiertafel: Type papier>. Voor meer informatie over het opslaan van het type papier raadpleegt u "Aangepaste papiertypen registreren."
Als er meer dan één gereserveerde opdracht in de wachtrij staat, wordt uitsluitend het papierformaat/papiertype van de laatste gereserveerde afdrukopdracht weergegeven in het scherm voor papierselectie.
Als [Std.instell. l. papiertafel] is ingesteld op 'Aan' in [Voorkeuren] (Instellingen/Registratie), verschijnen de opgeslagen standaardwaarden. (Zie "Registreren standaardinstellingen papiertafel.")
|
Een standaard papierformaat selecteren:
Selecteer het papiertype → druk op [Volgende].
Selecteer het gewenste papierformaat → druk op [OK].
|
N.B.
|
|
U kunt [Transparant] alleen selecteren als u [A4] selecteert als het papierformaat.
|
Een gebruikersformaat selecteren:
Selecteer het papiertype → druk op [Volgende].
Druk op [Gebruikersformaat].
Druk op [X] en [Y] → voer elke waarde in → druk op [OK].
U kunt ook een formaattoets ([S1] t/m [S5]) selecteren waaronder een papierformaat is opgeslagen in plaats van de waarden in te voeren.
|
N.B.
|
|
Om papierformaten op te roepen met de formaatknoppen ([S1] - [S5]), registreert u de papierformaten vooraf. (Zie "Opslaan/Bewerken/Verwijderen van gebruikersformaten.")
|
Druk op [OK].
Om een envelop te selecteren:
Druk op [Volgende] → [Envelop].
Selecteer het type envelop → druk op [OK].
Druk op [OK].
|
BELANGRIJK
|
|
Als het type envelop niet goed is ingesteld, zal een papierstoring optreden. Gebruik geen enveloppen met lijm aan de sluitkleppen.
Als u enveloppen gebruikt met lijm aan de sluitkleppen, dan kan deze lijm smelten als gevolg van de warmte en druk van de fixeereenheid.
|
5.
Druk op [OK].
6.
Druk op .
.Hiermee zijn alle instellingen voor een gereserveerde opdracht met de Papiertafel-B1 aangegeven. In de volgende stappen kunt u lezen hoe u papier op de Papiertafel-B1 plaatst en het scannen en afdrukken van de gereserveerde opdracht voltooit.
7.
Wanneer het tijd is de gereserveerde kopieeropdracht af te drukken, plaatst u het aangegeven papier op de Papiertafel-B1.
Als er papier over is in de Papiertafel-B1 na het voltooien van een opdracht, verwijder dan het papier en plaats vervolgens het aangegeven papier in de Papiertafel-B1. Voor meer informatie over het plaatsen van papier op de Papiertafel-B1 raadpleegt u "Papier plaatsen in het Papiertafel-B1."
|
N.B.
|
|
Plaats hetzelfde papierformaat en papiertype zoals u dat in stap 4 hebt ingesteld in de Papiertafel-B1. Als u een ander papierformaat of papiertype plaatst, wordt het kopiëren niet gestart.
|
|
N.B.
|
|
U kunt maximaal 20 opdrachten reserveren, inclusief de huidige opdracht. Interruptiekopieën worden niet meegeteld.
U kunt voor elke gereserveerde opdracht verschillende kopieerinstellingen en papierbronnen instellen, inclusief de Papiertafel-B1.
Als u [Std.instell. l. papiertafel] in Instellingen Apparaatgebruik op 'Aan' hebt ingesteld, is gereserveerd afdrukken alleen mogelijk met het geregistreerde papierformaat en papiertype. (Zie "Registreren standaardinstellingen papiertafel.")
Voor meer informatie over papiertypen raadpleegt u "Afdrukmaterialen."
|