Een sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken
Op het apparaat gegenereerde certificaten hebben geen CA-handtekening, een communicatiefout kan het gevolg zijn, afhankelijk van de apparaten waarmee het communiceert. Voordat de certificeringsinstantie het certificaat met CA-handtekening kan afgeven, moet u CSR-gegevens (Certificate Signing Request) verkrijgen die de beheerder van de externe UI kan genereren. Als het certificaat is verstrekt, registreer het dan in de sleutel met de gegenereerde CSR.
Een sleutel en CSR aanmaken
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
De UI op afstand starten
2
Klik op [Apparaatbeheer] op de portaalpagina.
Scherm van externe UI
3
Selecteer [Apparaatbeheer]
[Instellingen sleutel en certificaat].
4
Klik op [Sleutel aanmaken].
Een geregistreerde sleutel en certificaat verwijderen
Klik op [Verwijderen] bij de sleutel en certificaat die u wilt verwijderen
klik op [OK].
U kunt een sleutel en certificaat niet wissen als het op dat moment in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer '[TLS]' of '[IEEE 802.1X]' wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval kunt u sleutel en certificaat pas wissen wanneer u de functie hebt uitgeschakeld of sleutel en certificaat hebt vervangen.
5
Selecteer [Sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR)] en klik op [OK].
6
Geef instellingen op voor de sleutel en CSR.
[Sleutelinstellingen]
[Sleutelnaam]
Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de sleutel. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten.
[Handtekeningalgoritme]
Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst.
[Sleutelalgoritme]
Selecteer het sleutelgenereeralgoritme uit [RSA] of [ECDSA], en selecteer dan de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst. In alle gevallen: hoe groter het getal voor de sleutellengte is, hoe langzamer de communicatie verloopt. Maar hoe hoger het veiligheidsniveau wordt.
|
|
Als [SHA384] of [SHA512] is geselecteerd in [Handtekeningalgoritme], kan [512 bits] niet als sleutellengte worden geselecteerd als [RSA] is geselecteerd in [Sleutelalgoritme].
|
[Instellingen sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR)]
[Land/Regio]
Selecteer het keuzerondje [Selecteer land/regio] en selecteer uw land/regio in de vervolgkeuzelijst. U kunt ook het keuzerondje [Voer internetlandcode in] selecteren en een landcode invoeren, zoals NL voor Nederland.
[Staat]/[Plaats]
Gebruik alfanumerieke tekens voor de locatie.
[Organisatie]/[Afdeling]
Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de organisatie.
[Standaardnaam]
Gebruik alfanumerieke tekens voor de algemene naam (Common Name) van het certificaat. 'Common Name' wordt vaak afgekort tot 'CN'.
7
Klik op [OK].
Het genereren van sleutel en CSR kan enige tijd duren.
8
Klik op [Opslaan in bestand].
Er wordt een dialoogvenster voor het opslaan van het bestand weergegeven. Kies waar u het bestand wilt opslaan en klik op [Opslaan].
Het CSR-bestand wordt opgeslagen op de computer.
9
Hecht het opgeslagen bestand aan en leg de applicatie voor aan de certificeringsinstantie (CA).
Een certificaat bij een sleutel registreren
U kunt het sleutelpaar dat is gegenereerd door het Certificate Signing Request (CSR) pas gebruiken als de certificeringsinstantie op basis van de CSR het certificaat heeft verstrekt, en dit certificaat in de sleutel is geregistreerd. Zodra de certificeringsinstantie het certificaat heeft verstrekt, registreert u het met behulp van onderstaande procedure.
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina.
Scherm van externe UI
3
Selecteer [Apparaatbeheer]
[Instellingen sleutel en certificaat].
4
Klik op [Sleutelnaam] of [Certificaat] die vereist zijn om het certificaat te registreren.
5
Klik op [Registreer certificaat].
6
Klik op [Bladeren], geef het bestand voor het certificaatondertekeningsverzoek op en klik op [Registreren].
KOPPELINGEN