Basisbewerkingen voor kopiëren

Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen-procedure om een origineel te kopiëren.
1
Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen
2
Selecteer <Kopiëren> in het scherm Start. Het scherm Start
3
Selecteer <Aantal kopieën> in het scherm voor basisbewerkingen voor kopiëren. Scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren
4
Voer het aantal afdrukken in, en selecteer <Sluiten>.
Als u een onjuiste waarde hebt ingevoerd, wist u deze met behulp van .
5
Geef de gewenste kopieerinstellingen op.
Dichtheid aanpassen
Dubbelzijdig kopiëren
Vergroten of verkleinen
Kopieerpapier selecteren
Raadpleeg Kopieerkwaliteit verbeteren en aanpassen of Handige kopieerfuncties gebruiken voor informatie over andere kopieerinstellingen.
6
Selecteer <Start>.
Het kopiëren wordt gestart.
Als u wilt annuleren, selecteer dan <Annuleren>  <Ja>. Kopiëren annuleren
Als u in stap 1 originelen in de documentinvoer plaatst
Het origineel wordt automatisch gescand.
Wanneer u in stap 1 originelen op de glasplaat legt
Wanneer het bericht <Papierformaat past niet bij instellingen> of <Het geheugen is vol. Scannen wordt geannuleerd. Wilt u afdrukken?> wordt weergegeven op het display. Maatregelen bij ieder bericht
Als u originelen gaat kopiëren met tekst of afbeeldingen die doorlopen tot de randen van de pagina
De kans bestaat dat de randen van het origineel niet worden gekopieerd. Zie Hoofdeenheid voor meer informatie over de scanmarges.
Als u altijd dezelfde kopieerinstellingen wilt gebruiken: De standaard instellingen voor functies wijzigen
Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: Veelgebruikte instellingen opslaan
257W-03W