<Tijdklokinstellingen>

Alle instellingen voor de tijdklok hebben een beschrijving. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ().
Sterretjes (*)
Opties die zijn gemarkeerd met een sterretje (*) kunnen variëren of zijn mogelijk niet beschikbaar, of hebben afwijkende standaardinstellingen per land of regio.

<Tijd stille modus>

U kunt zorgen dat het apparaat tijdens gebruik minder geluid maakt als u het stiller wilt laten werken (stille modus). Stel een tijd in voor automatische inschakeling van de stille modus. U kunt het apparaat ook altijd in de stille modus laten werken. De stille modus inschakelen
<Begintijd>
<Uit>
<Aan>
Tijd voor het inschakelen van de stille modus
<Eindtijd>
<Uit>
<Aan>
Tijd voor het uitschakelen van de stille modus

<Instellingen Datum en tijd>

Hiermee kunt u instellingen opgeven voor de datum en tijd, zoals de datumnotatie en 12- of 24-uurs notatie voor de tijd.
<Datumnotatie> *
Selecteer de datumnotatie (volgorde van jaar, maand en dag).
<JJJJ MM/DD>
<MM/DD/JJJJ>
<DD/MM JJJJ>
<Tijdnotatie>
Selecteer de 12- of 24-uurs tijdnotatie.
<12 uur (AM/PM)>
<24 uur>
<Huidige datum/tijd instellen>
Stel de huidige datum en tijd in. De datum en tijd instellen
Selecteer een waarde voor <Tijdzone> voordat u de huidige datum en tijd gaat instellen. Als u de waarde voor <Tijdzone> wijzigt, worden de huidige datum en tijd automatisch aangepast.
De huidige datum en tijd kunt u gedurende 1 uur niet aanpassen als de zomertijd is ingegaan.
<Tijdzone> *
Hiermee stelt u de tijdzone in. De standaardinstelling kan variëren, afhankelijk van de instelling die is geselecteerd toen het apparaat voor de eerste keer werd ingeschakeld. Als u de tijdzone wijzigt, worden de waarden bij <Huidige datum/tijd instellen> automatisch aangepast. De datum en tijd instellen
<(UTC-12:00) Internationale westelijke datumgrens> tot <(UTC+14:00) Kiritimati-eiland>
UTC
Coordinated Universal Time (UTC) is de belangrijkste standaardtijd waarmee de wereld klokken en tijd regelt. Het instellen van een juiste UTC-tijdzone is vereist voor internetcommunicatie.
<Zomertijdinstellingen> *
Hiermee kunt u de zomertijd in- of uitschakelen. Als u de zomertijd inschakelt, geeft u de periode aan voor de zomertijd. De datum en tijd instellen
<Uit>
 
<Aan>
Start: Maand, Week, Dag
Einde: Maand, Week, Dag

<Automatische sluimertijd>

Als het apparaat gedurende een bepaalde periode niet is gebruikt of geen gegevens heeft verwerkt, wordt de slaapstand (sluimerstand) geactiveerd om energie te besparen. Geef de periode op waarna de automatische sluimertijd ingaat. De automatische sluimerstand wordt niet geactiveerd als het instellingenmenu wordt weergegeven. Gebruik de standaardinstellingen om zo veel mogelijk stroom te besparen. De slaapstand instellen
1 tot en met 30 (min.)

<Automatische resettijd>

Als er gedurende een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt op het bedieningspaneel, wordt er een zogenaamde automatische reset uitgevoerd en wordt het standaardscherm weergegeven. Geef het interval op waarop automatisch resetten wordt uitgevoerd. In de volgende situaties wordt er geen automatische reset uitgevoerd:
Het instellingenmenu wordt weergegeven.
Het apparaat verwerkt data, bijvoorbeeld bij het afdrukken van documenten.
Er wordt een foutbericht weergegeven en het alarmlampje knippert. Er wordt wel een automatische reset uitgevoerd als de fout zodanig is dat de gebruiker het apparaat kan blijven gebruiken.
0 (geen automatische reset)
1 tot en met 2 tot en met 9 (min.)

<Functie na automatische reset>

Geef aan of na een automatische reset het standaardscherm moet worden weergegeven. Als op het model met aanraakscherm <Standaardfunctie> is geselecteerd, wordt het hoofdscherm weergegeven van de functie die is geselecteerd bij <Standaardscherm na opstart/herstel> (<Standaardscherm na opstart/herstel>). Als op het model met LCD-scherm met 5 regels <Standaardfunctie> is geselecteerd, wordt op het display het hoofdscherm voor de kopieermodus weergegeven. Als <Geselecteerde functie> is geselecteerd, wordt op het display het hoofdscherm weergegeven van de functie die geselecteerd is.
<Standaardfunctie>
<Geselecteerde functie>

<Automatische offline tijd>

Als het onderstaande scherm wordt weergegeven (de machine is online voor scanbewerkingen) en vervolgens gedurende bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt, wordt de machine automatisch offline geschakeld. Geef de periode op waarna de machine offline moet gaan. U kunt ook instellen dat de machine altijd online moet blijven.
0 (de machine wordt niet automatisch uitgeschakeld)
1 tot 5 tot 60 (min.)

<Automatische uitschakeltijd>

U kunt een timer instellen om de machine automatisch uit te schakelen zodra een opgegeven periode van inactiviteit is verstreken na activering van de slaapstand.
0 (de machine wordt niet automatisch uitgeschakeld)
1 tot en met 4 tot en met 8 (uur)
Voordat u <Automatische uitschakeltijd> instelt
Wanneer de instelling <Automatische uitschakeltijd> is ingeschakeld, wordt de machine mogelijk automatisch uitgezet zelfs als u deze gebruikt via de externe UI op afstand of de Instel-tool Zendfunctie. Er kan een storing optreden, vooral als de machine wordt uitgeschakeld terwijl gegevens worden geïmporteerd. Stel <Automatische uitschakeltijd> vooraf in op <0> (uit) wanneer u gegevens importeert met de externe UI op afstand of de Instel-tool Zendfunctie.
Als instellingen van [Tijdklokinstellingen] via de externe UI worden gewijzigd terwijl het apparaat in de slaapstand staat, wordt de tijdklok voor de instelling <Automatische uitschakeltijd> op nul gezet. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra een opgegeven periode van inactiviteit is verstreken sinds de tijdklok opnieuw is gestart.
3JE5-07F