
).
![]() |
Sterretjes (*)Opties die zijn gemarkeerd met een sterretje (*) kunnen variëren of zijn mogelijk niet beschikbaar, of hebben afwijkende standaardinstellingen per land of regio.
|
|
<Begintijd>
<Uit>
![]() <Aan>
Tijd voor het inschakelen van de stille modus
<Eindtijd>
<Uit>
![]() <Aan>
Tijd voor het uitschakelen van de stille modus
|

|
<JJJJ MM/DD>
<MM/DD/JJJJ>
<DD/MM JJJJ>
![]() |
)
<Tijdklokinstellingen>
<Instellingen Datum en tijd>
<Datumnotatie>
Selecteer de datumnotatie
|
<12 uur (AM/PM)>
![]() <24 uur>
|
)
<Tijdklokinstellingen>
<Instellingen Datum en tijd>
<Tijdnotatie>
Selecteer de weergave-instelling
![]() |
|
Selecteer een waarde voor <Tijdzone> voordat u de huidige datum en tijd gaat instellen. Als u de waarde voor <Tijdzone> wijzigt, worden de huidige datum en tijd automatisch aangepast.
|
![]() |
|
De huidige datum en tijd kunt u gedurende 1 uur niet aanpassen als de zomertijd is ingegaan.
|
|
<(UTC-12:00) Internationale westelijke datumgrens> tot <(UTC+14:00) Kiritimati-eiland>
|
![]() |
UTCCoordinated Universal Time (UTC) is de belangrijkste standaardtijd waarmee de wereld klokken en tijd regelt. Het instellen van een juiste UTC-tijdzone is vereist voor internetcommunicatie.
|
|
<Uit>
<Aan>
![]() Start: Maand, Week, Dag
Einde: Maand, Week, Dag
|
|
1
tot en met 30 (min.) |

|
Als er gedurende een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt op het bedieningspaneel, wordt er een zogenaamde automatische reset uitgevoerd en wordt het standaardscherm weergegeven. Geef het interval op waarop automatisch resetten wordt uitgevoerd. In de volgende situaties wordt er geen automatische reset uitgevoerd:
Het instellingenmenu wordt weergegeven.
Het apparaat verwerkt data, bijvoorbeeld bij het afdrukken van documenten.
Er wordt een foutbericht weergegeven en het alarmlampje knippert. Er wordt wel een automatische reset uitgevoerd als de fout zodanig is dat de gebruiker het apparaat kan blijven gebruiken.
|
|
0 (geen automatische reset)
1 tot en met 2
tot en met 9 (min.) |
)
<Tijdklokinstellingen>
<Automatische resettijd>
Geef de tijd voor een Auto Reset op
<Toepassen> (
)
|
<Standaardfunctie>
![]() <Geselecteerde functie>
|
)
<Tijdklokinstellingen>
<Functie na automatische reset>
Selecteer <Standaardfunctie> of <Geselecteerde functie>

|
0 (de machine wordt niet automatisch uitgeschakeld)
1 tot 5
tot 60 (min.) |
)
<Tijdklokinstellingen>
<Automatische offline tijd>
Stel de tijdsperiode in
<Toepassen> (
)
|
U kunt een timer instellen om de machine automatisch uit te schakelen zodra een opgegeven periode van inactiviteit is verstreken na activering van de slaapstand.
|
|
0 (de machine wordt niet automatisch uitgeschakeld)
1 tot en met 4
tot en met 8 (uur) |
)
<Tijdklokinstellingen>
<Automatische uitschakeltijd>
Stel de automatische uitschakeltijd in
<Toepassen> (
)
![]() |
Voordat u <Automatische uitschakeltijd> insteltWanneer de instelling <Automatische uitschakeltijd> is ingeschakeld, wordt de machine mogelijk automatisch uitgezet zelfs als u deze gebruikt via de externe UI op afstand of de Instel-tool Zendfunctie. Er kan een storing optreden, vooral als de machine wordt uitgeschakeld terwijl gegevens worden geïmporteerd. Stel <Automatische uitschakeltijd> vooraf in op <0> (uit) wanneer u gegevens importeert met de externe UI op afstand of de Instel-tool Zendfunctie.
|
![]() |
|
Als instellingen van [Tijdklokinstellingen] via de externe UI worden gewijzigd terwijl het apparaat in de slaapstand staat, wordt de tijdklok voor de instelling <Automatische uitschakeltijd> op nul gezet. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra een opgegeven periode van inactiviteit is verstreken sinds de tijdklok opnieuw is gestart.
|