Direct verbinden (toegangspuntmodus)

Zelfs in een omgeving zonder draadloze LAN-router kunt u met behulp van de "Toegangspuntmodus", die rechtstreeks een draadloze verbinding tot stand kan brengen tussen het apparaat en uw mobiele toestel, verbinding maken tussen het aanwezige mobiele toestel en het apparaat, zonder allerlei instellingen te hoeven opgeven.
 

Voorbereiden voor directe verbinding (Toegangspuntmodus)

Breng een verbinding tot stand met de toegangspuntmodus, via onderstaande volgorde (alleen voor een IPv4-omgeving).
Het mobiele toestel voorbereiden.
Realiseer de instellingen om het mobiele toestel te verbinden met Wi-Fi.
 
 
Zet het apparaat in een stand "wachten op verbinding".
<Menu> () <Netwerkinstellingen> <Instellingen directe verbinding>  stel <Directe verbinding gebruiken> in op <Aan>.
De waarde voor de tijd tot aan automatische afsluiting opgeven
U kunt opgeven hoe lang het duurt voordat de verbinding automatisch wordt verbroken, als de directe verbinding is ingeschakeld. <Tijd tot beëindiging directe verbinding>
Meerdere mobiele apparaten tegelijkertijd aansluiten
Configureer de SSID en netwerksleutel van het apparaat. De netwerksleutel kan worden weggelaten. <Instellingen Toegangspuntmodus>
Het IP-adres wijzigen voor een directe verbinding
Het IP-adres voor een directe verbinding wordt automatisch ingesteld. U kunt ook een willekeurig IP-adres instellen. <Instellingen IP-adres voor directe verb.>

Direct verbinden (Model aanraakscherm)

Het kan even duren voordat een verbinding van het apparaat en het mobiele toestel is gerealiseerd.
1
Selecteer <Dir. verb.> in het scherm Start. Start scherm
Als er een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen op het scherm.
2
Configureer de Wi-Fi instellingen vanaf het mobiele toestel met behulp van de SSID- en netwerksleutel-informatie die op het scherm verschijnt.
3
Als de doelbewerking is voltooid, selecteert u <Verb. verbr.>  <Ja>.

Direct verbinden (LCD-model met 5 regels)

Het kan even duren voordat een verbinding van het apparaat en het mobiele toestel is gerealiseerd.
1
Druk op en selecteer <Directe verbinding>.
Als er een bericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen op het scherm.
2
Selecteer <SSID/Netwerksleutel weergeven>.
3
Configureer de Wi-Fi instellingen vanaf het mobiele toestel met behulp van de SSID- en netwerksleutel-informatie die op het scherm verschijnt.
4
Als de doelbewerking is voltooid, drukt u op en selecteert u <Verb. verbr.>  <Ja>.
Selecteer <Verb. info>/<Verbindingsinformatie> op het scherm onder de directe verbinding om het verbonden mobiele toestel te controleren.
Bij een Directe verbinding zult u afhankelijk van uw mobiele toestel misschien geen verbinding met Internet kunnen krijgen.
Als een draadloze verbinding vanaf het mobiele toestel niet binnen 5 minuten tot stand wordt gebracht terwijl de SSID en de netwerksleutel worden weergegeven, wordt de wachttijd voor de verbinding beëindigd.
Als tijdens communicatie via Directe verbinding de status zonder dataoverdracht tussen het mobiel toestel en het apparaat voortduurt, kan de communicatie stoppen.
Spaarstand of sluimermodus reduceren bij een Directe verbinding.
Als het apparaat wordt gebruikt met een draadloos LAN, moet u het apparaat met het draadloos LAN verbonden houden met behulp van een directe verbinding. Als het apparaat niet is verbonden met het draadloos LAN of de verbindingsprocedure momenteel niet is voltooid, kan de procedure voor directe verbinding niet beginnen. Als de verbinding tussen het apparaat en het draadloos LAN tijdens communicatie via directe verbinding verloren gaat, kan de communicatie stoppen.
Als u de gewenste bewerking voltooit, moet u beslist de verbinding tussen het apparaat en het mobiel toestel beëindigen. Als ze verbonden blijven, reduceren spaarstand of sluimermodus.
Als u de directe verbinding gebruikt, moet u niet het IP-adres handmatig instellen op het mobiele apparaat. Wanneer u dat doet zal een goede communicatie misschien niet mogelijk zijn, na gebruik van de directe verbinding.
3JE5-05J