Verzenden van faxen

Druk altijd eerst op  om te voorkomen dat een fax verkeerd wordt verzonden.
*Er zijn mogelijk nog bestemmingen die door de vorige gebruiker zijn ingesteld.
1
Plaats een of meer documenten. Documenten plaatsen
2
Druk op  en tik op <Fax>.
Wanneer het aanmeldingsscherm verschijnt, voer dan met de numerieke toetsen de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Selecteer vervolgens de authentificatie-server en druk op . Aanmelden bij het apparaat
3
Geef een bestemming op.
Bestemmingen opgeven met de numerieke toetsen
Voer de bestemming in met de numerieke toetsen en tik op <Toepassen>.
Als uw apparaat is aangesloten op een telefooncentrale, tikt u op <R> voordat u de bestemming invoert. Als <R> niet beschikbaar is, moet u de instellingen voor de R-toets registreren. Instelling R-toets
Als u een verkeerd teken invoert, drukt u op . (Druk eenmaal op de toets om het laatst ingevoerde teken te wissen. Houd de toets langer ingedrukt om alle ingevoerde tekens te wissen.)
Een fax naar het buitenland sturen
Wanneer <Bevestig ingevoerd faxnummer> is ingesteld op <Aan>, verschijnt er een scherm met de vraag of u de bestemming nogmaals wilt invoeren (Bestemmingen controleren vóór het verzenden van documenten (imageRUNNER 2206iF)). Voer ter bevestiging dezelfde bestemming in.
Bestemmingen opgeven vanuit het adresboek
Bestemmingen opgeven door codes voor verkort kiezen rechtstreeks in te voeren
Bestemmingen opgeven via sneltoetsen
4
Geef de gewenste scaninstellingen op.
Selecteer de instellingen. Verschillende faxinstellingen
5
Druk op  om het verzenden te starten.
Het scannen wordt gestart.
Als u het verzenden wilt annuleren, drukt u op   Tik op <Ja>.
Wanneer u bij stap 1 documenten in de invoerlade plaatst
De faxen worden verzonden zodra het scannen is voltooid.
Als u in stap 1 documenten op de glasplaat legt
Als u faxen altijd met dezelfde instellingen wilt verzenden:
Als u een geluid wilt horen als de handset van de haak is:
3Y7L-01U