|
Raadpleeg "Waarschuwing (gegevens van de systeembeheerder opgeven)" voordat u de systeembeheerdersgegevens instelt.
|
] (Menu).
] of [
] om <Systeeminstellingen> te markeren en druk vervolgens op [OK].

] of [
] om <Instellingen Systeembeheerderinformatie> te markeren en druk vervolgens op [OK].
|
(1)
|
Druk op [
] of [ ] om <Systeembeheerder-PIN> te markeren en druk vervolgens op [OK]. ![]() |
|
(2)
|
Gebruik de numerieke toetsen om de pincode van de systeembeheerder in te voeren en druk vervolgens op [OK].
U kunt maximaal 7 cijfers invoeren.
Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt, voert u de pincode opnieuw in en drukt u op [OK].
|
] (Wissen) om de pincode te verwijderen en druk vervolgens op [OK].
|
(1)
|
Druk op [
] of [ ] om <Naam systeembeheerder> te markeren en druk vervolgens op [OK]. ![]() |
|
(2)
|
Geef de naam van de systeembeheerder op.
U kunt maximaal 32 tekens invoeren.
Nadat u de instelling hebt opgegeven, drukt u op [
] of [ ] om <Toepassen> te markeren en drukt u vervolgens op [OK]. ![]() |
] (Menu) om het menuscherm te sluiten.