Druk op <Voorkeuren> <Netwerk> <Instellingen sublijn>.
3
Druk op <Instellingen IP-adres> en stel het IP-adres van de sublijn in.
U kunt ook zowel automatische toewijzing als handmatige invoer instellen. Als u beide instelt en ook <Release Address Last Acquired from DHCP Server When Address Cannot Be Acquired> op <Uit>, wordt het handmatig ingevoerde IP-adres gebruikt wanneer automatisch ophalen van het IP-adres is mislukt.
Het IP-adres automatisch toewijzen met DHCP
Druk op <DHCP>. Selecteer dit item volgens de netwerkomgeving van uw draadloos LAN.
Als <DHCP> is geselecteerd, wordt communicatie uitgevoerd om te controleren of er netwerkservices worden geleverd, ongeacht of de omgeving DHCP kan gebruiken. Het is raadzaam dit item uit te schakelen als u DHCP niet gebruikt.
Het IP-adres handmatig invoeren
1
Controleer of <DHCP> is uitgeschakeld.
Als het is ingeschakeld, drukt u op de knop om het uit te schakelen.
2
Voer het IP-adres, subnet mask en gateway-adres in.
Druk op elke knop en voer de vereiste instelling in.
Als u verbinding met een ander netwerk maakt via een router, geeft u het gateway-adres op en configureert u tevens <Instellingen voor Statische routing>. Statische routering instellen
This site uses cookies to provide its contents and functions and improve their qualities etc. You can find out more about our use of the cookies here. If you select "Reject", only cookies necessary to provide the contents and functions of the site are recorded and stored.