![]() |
|
Alle instellingen voor de afstelling en het onderhoud van het apparaat worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
). |
|
Negen niveaus
|
|
Uit
![]() Aan
|
|
BELANGRIJK
|
|
Als deze optie is ingeschakeld, bestaat de kans dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.
|
|
N.B.
|
|
Deze instelling beïnvloedt het tonerverbruik niet bij afdrukken met het printerstuurprogramma. Zie Afdrukken met de tonerbesparingsmodus voor instructies voor het besparen van toner bij het afdrukken met het printerstuurprogramma.
|
|
Glasplaat
Zeven niveaus
|

|
Uit
![]() Aan
|
|
N.B.
|
|
Als zowel <Speciale modus P> als <Speciale modus N> zijn ingeschakeld, vervangt <Speciale modus P> <Speciale modus N>.
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus P>
<Aan>


|
Uit
Modus 1 ![]() Modus 2 Modus 3 |
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus X>
Selecteer de modus


|
Uit
Modus 1 ![]() Modus 2 Modus 3 |
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus Z>
Selecteer de modus


|
Modus 1
Modus 2 Modus 3
![]() Modus 4
Modus 5
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus M>
Selecteer de modus


|
Automatisch
![]() Uit
Modus 1 Modus 2 |
|
BELANGRIJK
|
|
Gebruik geen papier dat gedurende een langere periode is blootgesteld aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Bij het afdrukken op dergelijk papier loopt het papier vaak vast.
|
|
N.B.
|
|
Als zowel <Speciale modus P> als <Speciale modus N> zijn ingeschakeld bij het afdrukken op lichtgewicht papier, vervangt <Speciale modus P> <Speciale modus N>.
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus N>
Selecteer de modus


|
Uit
![]() Aan |
|
BELANGRIJK
|
|
Gebruik geen papier dat gedurende een langere periode is blootgesteld aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Bij het afdrukken op dergelijk papier loopt het papier vaak vast.
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus O>
<Aan>


|
Uit
![]() Aan |
|
N.B.
|
|
Als deze modus is ingeschakeld, kan de vorige afdruk vaag op de volgende afdruk verschijnen.
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus S>
<Aan>


|
Uit
![]() Modus 1
Modus 2 |
|
N.B.
|
|
Als deze instelling is ingeschakeld, kan het langer duren voordat de machine de eerste pagina afdrukt.
Wanneer <Modus 2> is geselecteerd, duurt het afdrukken langer dan wanneer <Modus 1> is geselecteerd.
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale modus Y>
Selecteer de modus
