Problemen met installatie/instellingen
Zie ook Veelvoorkomende problemen.
Probleem met de LAN-verbinding
De UI op afstand wordt niet weergegeven.
Zijn <Gebruik HTTP> en <Externe UI gebruiken> ingesteld op <Aan>?
Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten en of het IP-adres juist is ingesteld, en start de UI op afstand vervolgens opnieuw.
Gebruikt u een proxyserver? Als u een proxyserver gebruikt, opent u het dialoogvenster met proxy-instellingen in de webbrowser en voegt u het IP-adres van de machine toe in het gedeelte Uitzonderingen. (Gebruik geen proxyserver voor adressen die beginnen met een dubbelepunt.)
Wordt communicatie met de computer beperkt door een firewall? Stel het adresfilter in dit geval in op <Uit>.
De lampjes van de LAN-poort branden niet.
Gebruik een rechte Ethernet-kabel voor de LAN-verbinding.
Controleer of de hub of router aan staat.
Sluit de kabel niet aan op de UP-LINK-poort van de hub.
Verwissel de LAN-kabel.
Er kan geen verbinding met het netwerk worden gemaakt.
Het IP-adres is mogelijk niet goed ingesteld. Stel het IP-adres nogmaals in.
Het automatisch toegewezen IP-adres werkt misschien niet. Geef een vast IP-adres op.
De IEEE 802.1X-instellingen zijn misschien onjuist. Druk op 
(Statusmonitor) 
<Netwerkinformatie> 
<IEEE 802.1X-foutgeg.> Controleer de foutstatus. Zie IEEE 802.1X-verificatie configureren voor meer informatie over de IEEE 802.1X-instellingen.
(Statusmonitor) <Netwerkinformatie> <IEEE 802.1X-foutgeg.> Controleer de foutstatus. Zie IEEE 802.1X-verificatie configureren voor meer informatie over de IEEE 802.1X-instellingen.U weet niet zeker welk IP-adres is ingesteld.
De machine belt in naar een niet-bedoelde bestemming (als er een inbelrouter is aangesloten op het netwerk).
Als een inbelrouter geen broadcast-pakketten hoeft door te geven, stelt u de router zo in dat deze pakketten niet worden doorgegeven. Als de inbelrouter broadcast-pakketten moet doorgeven, controleert u of de instellingen juist zijn.
Als er een DNS-server is opgesteld in een extern netwerk, stelt u het IP-adres in voor de verbinding en niet de hostnaam, zelfs niet als er verbinding wordt gemaakt met de apparaten die deel uitmaken van het netwerk waarop het apparaat is aangesloten.
Als er een DNS-server is opgesteld in een netwerk waarvan het apparaat deel uitmaakt en de gegevens van de apparaten die zijn verbonden met een extern netwerk zijn geregistreerd op de DNS-server, controleert u of de instellingen juist zijn.
Probleem met de USB-verbinding
De machine kan niet communiceren.
Is de USB-verbinding met de computer beperkt?
Verwissel de USB-kabel. Vervang de USB-kabel door een kortere als die te lang is.
Wanneer u een USB-hub gebruikt, sluit de machine dan met een USB-kabel op de computer aan.
Als u de machine met een USB-verbinding gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de instellingen op de machine overeenkomen met het besturingssysteem van de computer.
Probleem via de afdrukserver
De aan te sluiten afdrukserver is niet te vinden.
Zijn de afdrukserver en de computer juist aangesloten?
Is de afdrukserver bezig?
Bent u bevoegd om verbinding te maken met de afdrukserver? Als u vragen hebt, neem dan contact op met de serverbeheerder.
Is [Netwerk detecteren] ingeschakeld? (Windows Vista/7/8/8.1/Server 2008/Server 2012)
Gedeelde printer kan niet worden aangesloten.
Worden de printers die op de afdrukserver zijn aangesloten, weergegeven op de pagina met de netwerkconfiguratie? Als de printers niet worden weergegeven, neem dan contact op met uw netwerk- of serverbeheerder.