Een document selecteren om door te sturen
|
N.B.
|
|
Zolang Geheugenontvangst is ingeschakeld, blijven de documenten ook na het doorsturen in het geheugen, en kunnen ze meerdere keren worden doorgestuurd.
|
1
Druk op

(Statusmonitor).
2
Druk op

/

om <RX-opdracht> te selecteren en druk vervolgens op

.
3
Selecteer <Opdrachtstatus> en druk op

.
4
Selecteer het document dat u wilt doorsturen en druk op

.
5
Selecteer <Doorzenden> en druk op

.
6
Selecteer een bestemming in het adresboek en druk op

.
Het document wordt doorgestuurd naar de opgegeven bestemming.
N.B.
E-mailadressen of mappen in bestandsservers die zijn opgeslagen in het adresboek zijn, afhankelijk van de instellingen, niet altijd opgegeven.
Opgeven van de instellingen voor Geautoriseerd verzenden