Bestandsbewerkingen

U kunt bestanden op geheugenmedia toevoegen/verwijderen.

Verwijderen van een bestand

1.
Druk op → [Toegang opgesl. best.] → [Geheugenmedia].
2.
Selecteer de gewenste geheugenmedia → selecteer de directory waarin het bestand dat u wilt verwijderen, is opgeslagen.
3.
Selecteer het gewenste bestand → druk op [Bewerk bestand].
4.
Druk op [Verwijderen].
5.
Druk op [Ja].

Een bestandsnaam wijzigen (bestandsnaam wijzigen)

1.
Druk op → [Toegang opgesl. best.] → [Geheugenmedia].
2.
Selecteer de gewenste geheugenmedia → selecteer de directory waarin het bestand waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen, is opgeslagen.
3.
Selecteer het gewenste bestand → druk op [Bewerk bestand].
4.
Druk op [Wijzig bestandsnaam].
N.B.
Als u meerdere bestanden selecteert en op [Wijzig bestandsnaam] drukt, wordt het bestand dat wordt geselecteerd (gemarkeerd) het bestand waarvan de titel wordt gewijzigd
5.
Voer een bestandsnaam in → druk op [OK].

Een bestand toevoegen (Scannen en opslaan)

U kunt een origineel scannen en het als bestand opslaan.
BELANGRIJK
Als u gescande afbeeldingen wilt opslaan in de geheugenmedia, moet u <Scanfunctie gebruiken> in [Scan/afdrukfunctie gebruiken] instellen op 'Aan'. (Zie "Instellingen Geheugenmedia.")
1.
Plaats uw originelen.
N.B.
Voor meer informatie over het plaatsen van originelen raadpleegt u "Plaatsen van originelen."
2.
Druk op → [Toegang opgesl. best.] → [Geheugenmedia].
3.
Selecteer de gewenste geheugenmedia → selecteer de directory waarin u het bestand wilt opslaan → druk op [Bewerk bestand].
4.
Druk op [Bestanden toevoegen (Scannen en opslaan)].
5.
Geef de gewenste scaninstellingen aan.
6.
Druk op .
Als het volgende scherm wordt weergegeven nadat de laatste batch originelen is gescand, drukt u op [Start opslaan].
Als u uw origineel op de glasplaat plaatst, drukt u op om elk origineel te scannen.
52X3-178